Eerst maar beginnen met de kleine, en wie weet grote ramp: mijn visum blijkt morgen te zijn verlopen en dan moet ik dus het land uit zijn. Ik heb dus verkeerde info daarover in december in Delhi gekregen. Hier bij de grens kwam uiteindelijk de info dat ik meteen naar de immigratiedienst moest gaan, die zouden me dan een nieuw, andersoortig visum verstrekken. Dus dat was de eerste activiteit van deze dag. Niet dus, ze konden niks voor me doen, echt niks.
Dus nu krijg ik straks ‘grote problemen’, zeggen ze, als ik op 28 februari vertrek. Een hele hoge boete en wellicht de eerste vijf jaar India niet meer in kunnen...maar ook daarover krijg ik geen heldere info. De suggestie was eerder dat ik morgen moest vertrekken. Maar hoe? Als een gek een ticket boeken en per omgaande weer in Nederland zijn? Ik zag het me niet doen...Probleem is nu, dat ik écht niet weet wat me boven het hoofd hangt. Wanneer de boete even hoog als de vliegticket zal blijken te zijn, dan is blijven de beste optie.
Dus dat heb ik besloten en geniet van wat er is. En o! wat is er weer veel! Er zijn alweer teveel belevingen om in een blogje kwijt te kunnen. Ik bezocht de Kapaleeshwarar Tempel, vol suikerzoete kleuren die je ook terug vindt in de huizen eromheen, heel aangenaam..Op veel drempels van huizen of bij garagedeuren zie je geschilderde kolams: bloemachtige, mandala-achtige patronen met geometrische motieven, vaak in het wit, en in de tempels zelf knielen mensen ervoor en storten zich op de grond, om de beschilderde bloem op de grond te kussen. De meeste vrouwen dragen hier kleurige sari’s, met soms zulke mooie stoffen, ik kon het nu uitgebreid van dichtbij bekijken in de bus. Die kost voor een ritje, ongeveer tien kilometer, nog geen 12 cent.
De sfeer is rustiger dan in Noord-India, maar de bewegingen van mensen juist feller. Maar ook hier die onzichtbare aandacht voor elkaar, mensen waarschuwen me dat ik de bus moet, of ze schieten me te hulp, als ik even niet weet of ik de juiste bus heb. Een vrouw met heel doordringende ogen troostte me toen de bus net voor mijn neus weg reed: over vijf minuutjes komt er weer één, dat duurde natuurlijk veel langer.
Niet dat ik dat erg vindt: ik geniet weer van het zomaar rondkijken. Ik heb met mijn voeten al in de warme oceaan gestaan, op een strand waar ook woonhutjes zijn gebouwd, er is kleurige stenen laagbouw in zonnige steegjes, vlak achter het strand, maar daartussen staan ook gevlochten rieten huisjes. En dan in de drukke straat ervoor ook weer heel sjieke winkels: alles door elkaar, daar blijf ik naar kijken.
Ik heb het avondritueel in een andere, donkere tempel meegemaakt, waar ik toevallig langs kwam. Alle goden, diep verborgen in eigen met hekken afgesloten ‘huisjes’, worden wakker gebeld, het getraliede hek gaat open, een priester met ontbloot bovenlijf zwaait met vuur, diep in het binnenste waar de godheid woont en legt nieuwe bloemenkransen en fruit neer, terwijl mensen er stil en devoot buiten erom heen staan. Die hebben van tevoren iets gebracht om neer te laten leggen en om zegening te vragen, denk ik: de priester komt erna weer naar buiten, en geeft mensen bloemen van binnen terug, of geeft ze een stip op het voorhoofd. Ondertussen is het in alle gangen ertussendoor, waar ook allemaal beelden zijn, het druk.. Mensen lopen zelf met vuurlichtjes rond of maken op de grond een eigen offerschaaltje klaar met fruit en bloemen. Ze bekleden de beelden met bloemen. Sommigen maken al neuriënd een rondgang.
En dan heb ik ook al twee boekjes gekocht, tezamen voor 1 euro 40 ofzo in de boekhandel en uitgeverij van Sri Ramakrishna Math, dat daar ook in de buurt is. De ene heet Monasticism, Ideal and Traditions, waar ook de christelijke traditie wordt besproken door de president van deze organisatie.
Ik ben benieuwd naar zijn visie hierover, vanuit het hindoeïsme.
Ik ben benieuwd naar zijn visie hierover, vanuit het hindoeïsme.
Wat kan een mens veel meemaken op één dag! Dit alles dankzij de perfecte gastheer, die plattegrondjes maakte waar de bushaltes zijn, waar ik moet uitstappen enzo. Ze zijn zelf volgers van SaiBaba, van wie er een portret boven de eettafel hangt. Zijn vrouw ging die middag vanuit de Sai Baba vereniging een blinde helpen, er zijn ongeveer 80 blinden in Chennai. Hij heeft hem al als klein jongetje meegemaakt omdat zijn moeder volgeling was. En wéér een gesprekje meteen, over de zin en het doel van het leven... dat kom ik alleen hier in India tegen. ‘Eenvoudig blijven’, was zijn motto, al kwam hij uit de hoogste kaste en bleek zijn familie hoge posten te bekleden, in Amerika en Australië.
Hij vond het niet zo erg, als ik vijf jaar India niet in kon, die zijn zó voorbij en dan ga je gewoon naar andere landen zei hij, heb je die al gezien. Ook een wijze om daar tegen aan te kijken...