De zee had overdag nauwelijks branding. Ik wandelde bij eb door het water, tot aan mijn kruis. Scholen grote vissen sprongen tot twee keer toe op; met haar allen boven water en dan klettterend weer neervallen. Het veroorzaakte om hen heen een kring van kleine golfjes.
Puur voor de lol met de vaparetto heen en weer naar Maria de Salute. Steeds een miniem veranderde skyline van torens en koepels. Die harmonie in de architectuur van Venetië: hoe meer dan vierhonderd afzonderlijke eilandjes nu één, ook moderne, stad is, in de vorm van een vis. ( De glasvezelkabels gaan net als de mensen de bruggen over)
En tegelijkertijd drijft de stad al eeuwen en eeuwenlang op het water, met als basisgrond de stammen van de eiken uit de bergen, net zoveel als een omgekeerd bos. Venetië is ook onoverzichtelijk als mijn hersenpan, vol kleine onverwachte steegjes die nergens uitkomen, doorgangen die je alleen maar naar water leiden. Zóveel kerken, waar een maar al te menselijk verhaal in steen en schilderij verteld wordt. De moderne wereld heeft deze traditie voortgezet in Filmfestival en Biënnales van architectuur en kunst.





 
