Ik kon het niet nalaten: vanmiddag terwijl de zon scheen even terug naar die plek in de kloostertuin, waar gisteren Bruno stond. Er hing nog steeds wat, daar. Het heilig hart beeld dat ik tot nu toe wat zoetig vond, had ineens iets. Jezus die met de vinger van zijn ene hand naar zijn stralende hart wijst terwijl de de andere hand geopend is, als een kommetje: volg je HART !!
Zo wordt de tuin me langzamerhand steeds vertrouwder. In het Lourdesgrotje heb ik ooit gescholen terwijl er een zwarte donder storm met wind en regenvlagen overkwam. Alle dalia's heb ik met broeder Janus gerooid en ik heb er toch weer een aantal uit de composthoop uit het bos gehaald en in een emmer gezet, zodat ik er van boven in mijn kamer nog van kan genieten.
Maar ik mis... een Boeddhabeeld ergens. Of een grote rode chinese geluksdraak die door het bos heen loopt. Of iets van flowerfairies die feeëriek rondfladderen. Alle beelden in de tuin: het zijn allemaal mannen! Nu vind ik de aartsengel Michael, die met zijn voeten een draak vertrapt, jong met gespierde schouders wel een beetje androgyn, maar toch.
Vrouwelijke energie: die is toch anders als die van mannen. Dat doenerige van mannen, dat weinige warme en zacht flamboyante. Het zijn clichés, maar toch ook een beetje waar: Vrouwelijk dat is: Dat liefelijke dat ook wat stoer kan zijn. Dat zachte dat tegelijkertijd stevig moederlijk en onverzettelijk kan zijn. Dat aardse...
Kleur, daar heeft het ook mee te maken. Gelaagdheid van kleurnuances, in plaats van één overzichtelijk vlak.Verstrooide serpetine speelsheid in plaats van dat constructieve cementerige bouwerige. Rood en rose in plaats van bruin en grijs. Of mis ik nu gewoon de zomer...?
Zo wordt de tuin me langzamerhand steeds vertrouwder. In het Lourdesgrotje heb ik ooit gescholen terwijl er een zwarte donder storm met wind en regenvlagen overkwam. Alle dalia's heb ik met broeder Janus gerooid en ik heb er toch weer een aantal uit de composthoop uit het bos gehaald en in een emmer gezet, zodat ik er van boven in mijn kamer nog van kan genieten.
Maar ik mis... een Boeddhabeeld ergens. Of een grote rode chinese geluksdraak die door het bos heen loopt. Of iets van flowerfairies die feeëriek rondfladderen. Alle beelden in de tuin: het zijn allemaal mannen! Nu vind ik de aartsengel Michael, die met zijn voeten een draak vertrapt, jong met gespierde schouders wel een beetje androgyn, maar toch.
Vrouwelijke energie: die is toch anders als die van mannen. Dat doenerige van mannen, dat weinige warme en zacht flamboyante. Het zijn clichés, maar toch ook een beetje waar: Vrouwelijk dat is: Dat liefelijke dat ook wat stoer kan zijn. Dat zachte dat tegelijkertijd stevig moederlijk en onverzettelijk kan zijn. Dat aardse...
Kleur, daar heeft het ook mee te maken. Gelaagdheid van kleurnuances, in plaats van één overzichtelijk vlak.Verstrooide serpetine speelsheid in plaats van dat constructieve cementerige bouwerige. Rood en rose in plaats van bruin en grijs. Of mis ik nu gewoon de zomer...?