woensdag 5 november 2008

Engel?

Vanmiddag laat had ik een rare ervaring. Ik liep in de kloostertuin een laatste rondje voordat het helemaal pikdonker zou zijn. Heiig en grijs was het, de lange paden bezaaid met oplichtend geel herfstblad. Helemaal op het einde van de bomenlaan, naast een wit heilig hart beeld van Jezus, leek het alsof er iemand stond. Een witte gestalte en terwijl ik dichterbij kwam, leek hij een witte monnikskap op te hebben en een staf in de hand.

Dit kan toch niet, ik hallucineer, zei ik tegen mezelf... Langzaam naderde ik, de gestalte leek wat licht te geven. Toen zag ik dat het 't laatste licht was in de open ruimte tussen de bomen en het beeld dat ook wat hoger staat onder een afdakje. Zie nou wel, fijne levendige fantasie heb je, zei ik tegen mezelf.

Maar plotseling moest ik héél sterk denken aan Bruno de Kartuizer, degene waar ik even helemaal op ben gevallen tijdens mijn verblijf in Valencia. Aan de afbeelding (zie blogje Bruno (3) in augustus, waar hij speels lachend je aankijkt met iets van: maak je niet druk!

Bruno leek nu te zeggen: Zet je niet vast tussen mensen in een groep, al wonen ze toevallig in een klooster. Weet dat je eigenlijke element de stilte en de eenzaamheid is, in de natuur. De verschijnselen van het licht, de seizoenen die gaan en komen, de ervaring van ruimte om je heen: verlies dat niet...

Ik liep verder in de kloostertuin en mijmerde hierover. Er hing iets van een aanwezigheid en ik dacht: is dit nu wat sommigen, vroeger en nu nog, een geestverschijning noemen? Of een Engel?
Toevallig lazen we gisteren met de groep Fioretti 4, en in dit 'Bloempje' komen engelen voor. Ik had nog gezegd dat Engelen op je pad naar mijn idee verwijzen naar je innerlijke stem.

In het verhaaltje staat een heel indringende dialoogje. De engel vraagt aan Bernardus: 'Waarom steek je de rivier niet over? En broeder Bernardus antwoordt: 'Ik ben bang als ik zie hoe diep het water is.' En de engel zegt: 'Laten we samen oversteken, wees niet bevreesd.' Hij neemt hem bij de hand en brengt hem in een oogwenk naar de andere kant van de rivier.

Gisteren zei ik, dat dit voor mij de kern van het verhaaltje was. De transparantie die je ineens zomaar tegen jezelf kunt uitspreken: Ik ben bang. En een stem die dan zegt: wees niet bang...

Iemand van de groep zei dat het haar opviel dat engelen altijd iets zeggen van: vrees niet...Waarom? Ik antwoordde dat het misschien zo was, dat een engel iemand is die zijn vleugelen spreidt over twee gebieden. Je staat nog in veilig, bekend gebied, maar je voelt dat je op een drempel staat naar iets wat onbekend en nog onbetreden is. En dat dit bang kan maken...

Ik weet niet wat ik vanmiddag zag, maar bang was ik niet. Of het nu het produkt was van een sterke fantasie; dat doet er ook al niet toe. Belangrijker is de stem die ik even hoorde spreken: Let op, wees alert, blijf zoeken naar je eigenlijke thuis...