Vandaag doe ik maar eens een gedichtje dat zomerse sferen oproept, het heimwee naar jeugd en oude tijden. Geboren worden: leven, mensen ontmoeten, mooie verten zien, liefde krijgen en ontvangen en uiteindelijk ook weer van alles afscheid nemen... zo is het leven. Hoe moeilijk om te accepteren soms.
HET IS EEN OUD GROEN BOEK
Het is een oud groen boek, wat los;
het ruikt naar litho's en naar regen.
Als ik het opsla roept de koekoek in Bohemen,
is het zomer, en een herdersknaap
met opgestroopte broek en mouwen
grijpt naar forellen in een grot;
of winter - en de kolenmeiler rookt,
het zuiver hout ruikt in de fluisterende stilte
van het verlaten woud.
Waar ben ik dan; slechts even, éven
toegegeven aan dit zoet gemis,
aan dit geluk, die koekoek in Bohemen,
die jongen met zijn bruine benen,
dit boek, dit woud, dit oude zelf,
zo lang geleden
dat het veel dieper dan naar huis gaan is.
Het zijn de herinneringen in je hart die je doen leven, tot je laatste snik. Daar leef je voort, dat levendige verleden is er nog altijd, al is de tegenwoordige tijd al heel lang een ander. Zo leef je ook voort bij anderen. Hoe precies dat weet je niet. Zij lezen en maken hun eigen bladzijden in hun eigen boek.
Hans Warren zegt dat mooi in het gedicht: in het oude groen boek, huist een oud zelf, waar je altijd weer thuis komen kan. Dit oude zelf zien anderen ook en zo leef je voort. Elk oud groen boek vernieuwt zich, groenkracht van binnen, het wordt weer lente.
HET IS EEN OUD GROEN BOEK
Het is een oud groen boek, wat los;
het ruikt naar litho's en naar regen.
Als ik het opsla roept de koekoek in Bohemen,
is het zomer, en een herdersknaap
met opgestroopte broek en mouwen
grijpt naar forellen in een grot;
of winter - en de kolenmeiler rookt,
het zuiver hout ruikt in de fluisterende stilte
van het verlaten woud.
Waar ben ik dan; slechts even, éven
toegegeven aan dit zoet gemis,
aan dit geluk, die koekoek in Bohemen,
die jongen met zijn bruine benen,
dit boek, dit woud, dit oude zelf,
zo lang geleden
dat het veel dieper dan naar huis gaan is.
Het zijn de herinneringen in je hart die je doen leven, tot je laatste snik. Daar leef je voort, dat levendige verleden is er nog altijd, al is de tegenwoordige tijd al heel lang een ander. Zo leef je ook voort bij anderen. Hoe precies dat weet je niet. Zij lezen en maken hun eigen bladzijden in hun eigen boek.
Hans Warren zegt dat mooi in het gedicht: in het oude groen boek, huist een oud zelf, waar je altijd weer thuis komen kan. Dit oude zelf zien anderen ook en zo leef je voort. Elk oud groen boek vernieuwt zich, groenkracht van binnen, het wordt weer lente.