Pas geleden zag ik op dvd de film Het Parfum, naar een boek van Patrick Suskind. Het boek was jaren geleden een hype en iedereen in mijn omgeving vond dat ik het moest lezen, maar de paar keer dat ik erin begon, was ik na een aantal pagina's toch te weinig geboeid om door te lezen.
Misschien komt dat doordat je het verhaal al mondeling gehoord hebt en je zo niet meer verrast kunt worden door het originele van het gegeven: een man wiens hele leven draait om geuren. Echt contact en ontmoeting vermijdt hij, of beter gezegd: speelt geen enkele rol: het echte leven, de ziel van een ander, zit in de geur.
De film zoog mij wel meteen in de wereld van de geuren. Via korte shots van van alles wat geurt, rook ik als het ware mee. Vreemd overigens: de herinnering van geuren: je ruikt iets en toch niet. Voor het eerst roken, geurden filmbeelden. Langzaamaan kruip je daarmee ook in de belevingswereld van de hoofdpersoon. Mensen zijn voor hem objecten, ze zijn de dragers van een geur, hun geur is hun ziel en die wil hij vangen.
Dus gaat de hoofdpersoon moorden: de geuren van twaalf vrouwen heeft hij nodig om het ultieme parfum te maken. Hij smeert de vrouwen vol met een soort dierlijk vet, schraapt het dan zorgvuldig af en via een ingewikkeld distillatieproces met vuur, flessen en door slangetjes, druppelt de essentie van die ander, haar geur in een piepklein flesje.
Het proces doet denken aan de middeleeuwse allchemie, waar men hoopte om van ijzer, goud te kunnen maken. Of een drankje dat je onstervelijk zou maken. Ook in deze film openbaart de diepste drijfveer van de hoofdpersoon zich in de ontdekking dat hij zelf niet ruikt. Hij, die de beste en gevoeligste neus heeft van de wereld, kan zichzelf niet ruiken.
Daarmee is hij dus eigenlijk voor hemzelf onzichtbaar. Hij leeft daarmee een on-bestaan, er zijn geen echte consequenties aan zijn daden verbonden. Hij moordt niet: integendeel, hij maakt iemand onstervelijk door de geur van haar te vangen, zodat die voor altijd bewaard kan worden.
De film vertelt over het alchemistisch proces dat zich in het hoofd van de geurenvanger afspeelt. Het lukt hem om het ultieme parfum te maken en hij weet dat deze geur hem onoverwinnelijk maakt. Dat hij daarmee alle ellende, onvolmaaktheid, wreedheid, boosaardigheid van de wereld in een keer kan doen laten verdampen, omdat hij de geur van de schoonheid en het paradijs gevangen heeft.
Op het moment dat hij als moordenaar gepakt wordt en voor de woeste meute gekruisigd zal worden en de zwart gemaskerde beul eén voor eén al zijn ledematen zal breken, laat hij het parfum waaien. Al het kwade van de wereld smelt als sneeuw voor de zon weg en iedereen begint naakt met elkaar te vrijen: er onstaat een orgastisch verrukking.
Hij ontsnapt en kiest daarna zijn eigen dood. Hij gooit midden op een marktplaats het hele flesje parfum over hem heen. Hij die zelf geen geur heeft, ruikt nu naar alle schoonheid van de wereld. Het verhaal gaat, dat iedereen zich op hem stortte en hem met huid en haar opat en er geen restje van hem overbleef.
'Ik kan je wel opeten', zeg je soms in verrukking. Babietjes hebben dat, je zou ze met huid en haar wel kunnen dood knuffelen. Soms wil je dat zelf wel: oplossen in een ander en samensmelten. Je wilt zelf bestaan en gezien worden en tegelijk ook opgaan in een ander. Alsof je daarmee nog veel intenser leeft, dichterbij het eigenlijke kloppende hart van het leven. Loutering en Metamorfose: het speelt zich af in een alchemistisch proces van er-zijn en er-niet-zijn tegelijkertijd: Het Parfum is daar een mooie metafoor van.