donderdag 3 september 2009

Timing

'Zomergasten' had wel een heel waardig einde, dit seizoen, met Jaap van Zweden. Dan zie je dat de keuze van de fragmenten van de gast en zijn passie en directheid, drie kwart van het progamma maakt. De week ervoor met Alexander Pechtold, viel ik voor het eerst bij dit progamma, half in slaap. Ik weet dan weer waarom ik nooit D66 zal stemmen: te rationeel, te bedacht, te verantwoord en net teveel leunend op het liberale establishment.

Maar Jaap van Zweden! Natuurlijk brengt een kunstenaar mij meer welgevallige dingen in, maar van muziek weet ik veel te weinig. Hij werkte zo prachtig naar een paar sturende drijfveren: De Japanse leraar, die een krachtige boeman lijkt, maar onderwijl alle ruimte geeft aan zijn leerlingen om te zijn wie ze zijn en voor elkaar op te komen: samen ben je meer dan de delen; Dienen is het ware heersen. Zo wil hij ongetwijfeld ook als dirigent zijn.

En dan Krishnamurti: hoe zonder wollige spiri-taal, hij heel vanzelfsprekend vertelde dat een toestand van nondualiteit, iets is waar we allen naar streven en verlangen.' Ja toch? Ik wel, dus,' zei hij met de nog volkse West-Amsterdamse klankkleur in de stem. Jezelf kwijtraken, opgaan in de muziek, geen scheiding meer tussen jou en het orkest en dan pure Schoonheid ervaren.

Wat hij zei over timing, kwam ook zeer bij me binnen. Eerst liet hij Frank Sinatra zien, die Nancy with her laughing face zong en vlak daarna , de voor hem allergrootste violist Jascha Heifetz, die iets van Debussy speelde. Bij dit laatste sprongen bij mij de tranen in de ogen. Wat er in de woorden van Sinatra zat, dat zat er op abstract niveau in de pure muziek, zoals Heifetz dat speelde. ALLES, wat met liefde, mededogen, teerheid en licht te maken heeft, zoiets...

Ik herinnerde me zelf een cd van Heifetz te bezitten en zocht die op. Opnieuw ontroering. Er kwam een andere herinnering, plotsklap boven: de wijze waarop ik deze cd verkregen heb. Het was op koniginnendag in Amsterdam. Daar stond een meisje met een kaal hoofd, tezamen met haar vriend al haar spullen stralend en glimlachend uit te delen. Nee, ze hoefde er niks voor. Ik heb van haar ook nog de celloconcerten van Bach, gespeeld door YoYoMa. Ik dacht: dit meisje is stervende, maar zij wil daar niet over praten.

Nu zie ik al de hele week dat lachende gezicht van dit meisje voor me en de zon die op haar kale hoofd met enkele plukken haar schijnt. Ze had een zwart T shirt aan en iets India-achtigs. De intensiteit waarmee ze haar spullen weg gaf en 'veel plezier ermee!' zei. Af en toe omhelsden zij en haar vriend elkaar. Voor mij heet zij nu Nancy.

Al googelend blijkt wat Debussy speelde La fille aux cheveaux de lin te heten. Dat is dan vertaald iets van: 'Het meisje met haren van linnen', toch? Hoe Jaap van Zweden deze twee stukken als twee precies passende delen van een geheel gepresenteerd heeft. En hoe al die muziek nu samenvalt met dat meisje in Amsterdam. Wonderlijk.