zondag 27 september 2009

Zweethut

Ik ben er heilig van overtuigd, en ik gebruik niet voor niets het woord 'heilig', dat er véél vormen zijn voor de mensen om iets van transcendentie (zie vorige blogje) mee te maken. Transcendentie is geen fantasie, maar ligt in het menselijk ervaringbereik besloten. De kern daarvan is de ervaring, dat je ikje een deel is van een heel groot geheel, een stroom van liefde en mededogen waarin we allen mee kunnen bewegen.

Wie alleen kijkt naar zichzelf en de eigen behoeften en verlangens blijft onvervuld en depressie en onlustgevoelens, zwartgalligheid en cynisme zullen de toon van het leven krijgen. Terwijl dat ook vreugde kan zijn, dankbaarheid, lol: ondanks alles. Natuurlijk is dat allemaal niet gemakkelijk, wanneer je het tegen zit, je pijn of verdriet hebt, maar toch... transcendentie: de wil en de poging om boven jezelf uit te stijgen, die maken dat mogelijk.

Dit alles als inleiding van een heugelijk feit, dat ik gisteren heb meegemaakt: Ik heb deelgenomen aan een Zweethut; een ceremonie die komt uit de traditie van de Indianen. Tezamen met vijf sjamanen in opleiding, want in Nederland heb je een school voor sjamanen, die er ondertussen ongeveer honderd afgeleverd heeft.

De Zweethut is een ronde hut en wordt gemaakt van takken met daaroverheen dekens en is een tot anderhalf meter hoog. In deze konden vijf volwassen in een cirkel langs de omtrek liggen. Het stelt de baarmoeder voor, waar je naar terugkeert en door de ceremonie word je als het ware herboren. Deze zweethut ging over de vier elementen, vuur, water, aarde en lucht.

Er wordt een groot vuur gemaakt, waar stenen in worden verwarmd, meer dan twee uur lang en die stenen leg je een voor een op het hout, terwijl ze er in een cirkel omheen liggen. 'Groot mysterie (je heft de steen de lucht in), Moeder Aarde (je legt de steen even op de grond), deze steen leg ik vanuit mijn hart (je brengt de steen naar je hart) voor Wind uit het Zuiden. Of Aarde uit het Oosten of Vuur in het Westen, etc. Elke keer noem je een windrichting en een element.

Als je eenmaal in de hut bent, dan brengen de vuurdragers telkens bij elke ronde weer een steen naar binnen en ze geven die namen: dit is 'Licht Briesje', 'Vurig Hart', 'Huppelende Aarde', ik roep nu maar. Dat is de eerste ronde. In de tweede ronde was er een trance-reis, die in de psychologie 'geleide meditatie' heet: 'Je staat in een landschap en daarin staat een boom waartoe je wordt aangetrokken. Ga de boom in, daaronder de wortels is een andere wereld...'

Wat me zo ontzettend vrolijk maakt is, dat ik zo'n gigantische lol had, met de elementen! Op de donkerbruine aarde legde ik me neer en de aarde veerde mee en droeg me tegelijkertijd. Ik buitelde en vloog met de wind boven de bergen en ik dook in helder water, spetterde met mijn handen en verwonderde me over de heldere bron en het watervalletje. Bij het vuur gekomen, brandde daar een klein gestaag vuurtje en wist ik alleen maar: dit vuur heb ik te voeden. Ik voed het vuur en daar werd ik stil van, rustig en zacht...

Natuurlijk had ik geen idee wat zo'n zweethut me zou doen en ik vond het ook een beetje spannend. Wat een genoegen om na zo'n ervaring aan den lijve weer te ervaren: ook dit is een speelse, heel creatieve en concrete wijze om je te transenderen. Het maakt écht niet uit of je deelneemt aan een tafel waar men gelooft dat brood in het lichaam van christus verandert en de wijn in zijn bloed, of dat je naakt op de aarde in het pikdonker verandering, koestering en troost toefluistert, zingt en neuriet.

Intensiteit, integriteit en echte aandacht, dat is het enige dat telt en maakt elk ritueel tot echt en waar: doorgangshandelingen waar je, je kleine ikje vergeet en even opgaat in een groter geheel.