maandag 14 september 2009

Sjaal

Moeders gaf me de sjaal, toen ik bij haar aan kwam voor een dagjeuit, want ik was de mijne vergeten. Nog van Vader. De sjaal zei me in eerste instantie niet veel, zwart met wat grijs erin, wel fijn voor de extra warmte bij de nek, die dag. Toen ik naar Vlieland ging, dacht ik: de sjaal van Vader, ja, die neem ik wel mee. Ook omdat ik mijn eigen sjaal niet zo gauw vinden kon.

Op Vlieland gaf het heerlijke warmte, bij de zee en de eilandenwind. Al heb ik er ook windstil in zwembroek in een duinpan gelegen. Gisteren, de laatste dag begon wat miezerig. Dan moet je je tentlabel weer inleveren om de 20 euro borg terug te halen en ik vergat de eerste keer het label (echt iets voor mij), dus liep twee keer op en neer terug, kriskras over het duinenterrein heen en weer. Op het einde van de exercitie bleek ik mijn sjaal niet meer om te hebben...

Het zoeken had geen zin, ik was over het hele duinenlandschap heen geweest. De sjaal van Vader! Hardop zei ik: Nou ja, papa, er liggen nog zoveel kleren van je, misschien is dit de wijze waarop het langzaam 'op' raakt, als ik elke keer weer iets van je draag en het verlies. Tenzij je het anders wil, dan moet je er maar voor zorgen dat die sjaal terug komt'

Een tweede stem in me bevraagt dan al de eerste stem: Wat ben je toch in jezelf aan het praten, alsof hij dat hoort! Tegelijkertijd kwamen er echter allerlei beelden in me op, waar ik Vader de sjaal ineens wél zag dragen. Hoe kan dat toch en waarom? Ik begon het nu toch echt wel jammer te vinden, dat ik de sjaal kwijt was... maar ja, niks aan te doen.

Twee uur later zat ik in mijn tentje en het miezerde weer. Ineens stond er een vrouw voor me, verscholen in een regenjack met capuchon op en ze had de sjaal in haar hand. 'Is deze misschien van jou?' Ja! geweldig, riep ik, maar nog voordat ik uit mijn tentje kon opstaan om haar te bedanken, was ze alweer verdwenen. Maar de sjaal wás er, in mijn handen, van merinoswol, dus ik had haar niet gedroomd.

Hoe had ze me toch gevonden? Ikke in mijn piepkleine tentje, achter een duinpan, een beetje in een kuil? 'Pappa, hoe kán dat nou?' vroeg ik. Zijn olijke essentie was even heel dichtbij. 'Jaaa, dat zou je wel willen weten hé? Leuk hé?, Voor jou!' Ik was zo verbaasd als dat ik vroeger was, toen hij Bazooka-kauwgom tevoorschijn toverde bij de kauwgumballen toverboom bij Otterloo. Je wíst dat hij er wat mee te maken had en tegelijkertijd weet je het niet zeker.