donderdag 6 mei 2010

Insel Hoimbroich

Gisteren weer een prachtige dag beleefd. Ik ben naar Museum Insel Hombroich geweest, nabij het Duitse Keulen. Heel, heel erg de moeite waard. Op Insel Hombroich komen kunst, architectuur en natuur op een volkomen harmonische wijze geheel bij elkaar. Je dwaalt door een parkachtig landschap waar het stil is, ik zag eekhoornjes en een blauwe libelle, velden vol blauwe vergeetmenietjes tussen de berkenstammen, een paviljoen omgeven door metershoge violette en paarse seringenbomen en appelbomen vol witte bloesem. De natuur op zijn fruitigst en fris in alle tinten lentegroen.

Twintig jaar geleden of zo, was ik er voor het eerst. De overdonderende indruk was er toen vooral in het begin van de wandeling. Je liep door een wildernis van menshoge berenklauwen met een oerbosgevoel en plotsklaps loop je tegen een van oud bakstenen gebouwde toren aan. Je loopt erin, binnen alleen maar witte muren met in het midden van de vier muren elk een langwerpig raam dat uitzicht geeft op de natuur rondom je. Dat weggerukt worden uit alles wat gewoon is, ineens in een leegte te staan, die toch ook vol is van sfeer en van stilte: dat ben ik nooit vergeten.

Dus nu, viel dat gedeelte enigzins tegen. Het park was ook zodanig veranderd dat je er nu van boven naar afdaalt en je de toren dus ziet liggen. Een tweede keer overkomt je niet hetzelfde, dat kan natuurlijk ook niet. Maar dan: langzaam kwam ik wel weer in dezelfde paradijselijke, etherische sfeer van toen. De ervaring dat hier een volmaakte plek gecreƫerd is.

Overal verscholen in het groen staan oud bakstenen gebouwen, soms doolhofachtig omgeven door meterhoge beukenhagen. In die hermetisch gesloten bakstenen muren zit op enkele plekken een deur. En elke keer sta je ineens in weer een nieuwe wereld, in een andersoortige ruimte, vol kunst die daar is, zonder de namen van de kunstenaars, zonder suppoosten. Het staat er en hangt er. Boeddhabeelden en moderne kunst, muurschilderingen in felle kleuren, Chinees glaswerk en paarden, abstracte zwarte blokken, rotsen met tekeningen onder een bloeiende kastanjeboom, grote glimlachende hoofden van wel 40 cm uit de Khmer die op witte sokkels de tuin inkijken, etsen van Rembrandt enzovoort.

Ach, veel te gaan beschrijven heeft geen zin. Ook de smaakzintuigen worden geprikkeld: centraal ligt een kasachtig gebouw waar je naar believen je kunt laven aan eenvoudige spijzen: aardappeltjes uit de oven, pilafrijst, krentenbrood en roggebrood, potten roomboter, pruimenpasta, kwarkkaneel... de eerste keer dat ik er was stond het opgetast met gerookte hammen en allerei soorten kazen en broden en soepen. Maar dat is afgeschaft omdat dagjesmensen uit de buurt alleen daarvoor zich een toegangsbewijs tot het park verschaften.

O, ja: op 1 km loopsafstand is er ook nog het prachtige Langenpaviljoen, een glasachtig gebouw dat op het water lijkt te zweven,van de Japanner Tadao Ando met binnen in de donkere kern een geweldige verzameling boeddahabeelden uit verschillende tijden en landen en in het andere gebouw een wisseltentoonstelling met moderne kunst.

O, ja, nummer twee: het is vast niet voor niks dat er in de 'museumwinkel' geen uitgebreide verzameling kunstboeken te koop is. Maar wel de Tao te Ching in de vertaling van Richard Wilhelm en de mystieke werken: De Innerlijke Burcht van Teressa van Avilla en van Johannes van het Kruis: De levende vlam van de liefde.