dinsdag 11 mei 2010

Spaanse Boeddha-vrolijkheid

Wat is het toch een koud, grijs en regenachtig weer. Ik had wilde plannen om te gaan kamperen op Vlieland, tijdens het Hemelvaartweekend. Maar daar visualiseer je zon bij het zand en de zee. Gelukkig in de altijd verassingbak van de bieb een heerlijke cd gevonden, die aan mij de woorden doet opborrelen: Peper in de reet.

Het is een cd van de Spaanse zangeres Carmen Linares; Canciones populares antiguas geheten, oude volksliederen uit Andalusië, die door de dichter Federico Garcia Lorca (1898-1936) in 1931 opnieuw bewerkt zijn. Op deze cd worden ze voor de tweede keer sinds 1931 weer vertolkt. Heerlijk, vurig, flamenco-achtig. Je waant je meteen in zonnige droge streken op terassen in oude steden zoals Salamanca, waar studenten in capes serenades brengen aan welwillende oren.

Onderwijl bladerde en bekeek ik opnieuw het prachtige boekje in warme oranje-rood-gouden tinten tussen het groen: Het leven van de Boeddha, gereconstrueerd door Patricia Herbert. De afbeeldingen komen uit twee manuscripten uit Birma, uit de collectie van het British Museum. Het leven van Boeddha is zoveel meer aanstekelijk dan het leven van Christus, vind ik. Het is alleen al zo'n mooi gegeven dat hij na zijn verlichting, rondom zijn dertigste, hij nog gewoon geleefd heeft tot zijn tachtigste, al rondtrekkend en predikend.

Die preken zijn door zijn leerlingen opgetekend. Net zoals Jezus heeft Boeddha niks zelf op schrift nagelaten. Maar wat een verschil in nalatenschap! De vier evangeliën geven vier versies van het leven en dood van Jezus. Maar wie de preken van Boeddha leest: die krijgt een opgetekend volledig inzicht in de woelingen van de menselijke psyche.

Zonder Boeddhisme is het Christendom op dit moment waardeloos, vind ik. Alleen al het mediteren, dat nu ook in christelijke kringen overal beoefend wordt (en daarbuiten ook, gelukkig), dat komt geheel en al van Boeddha af. Stil zitten: dat levert wat op, het is de kern van zijn leven. Een besef van onschatbare waarde.

Mijn gedachten gingen ook naar mijn bezoek aan de Langen Foundation bij Insel Hombroich in Duitsland. Het is alsof het gebouw zelf, nu achteraf, nog een statement maakt, vergelijkbaar met het labyrint in de kathedraal van Chartres. Het gebouw van de Lange Foundation ontworpen door de Japanner Tadao Ando, is bijna transparant en lijkt op water te zweven. Maar binnenin zoals de zaden van een peulvrucht in het donker verbijven, daar is zonder daglicht een heel langgerekte zaal vol boeddhabeelden. Daar in de schemer is slechts de Boeddha glimlach en de ontspannenheid en tegelijkertijd levende alertheid van zijn zittende, staande en liggende lichaam.

is de bestemming van de mens bedoeld. Je terug trekken in je donkere, intieme binnenste. Loslaten en daar een glimlach ontwaren. En dan weer het daglicht in ogenschouw nemen en bijna gaan zweven in het stralende licht. Dat de tegenwoordige geest al deze invloeden: Spaanse vurige, smachtende muziek en de sereniteit van de glimlach van Boeddha, gewoon in een huiskamertje terwijl het buiten grijs weer is, tegelijkertijd kan beleven: het stemt mij zeer vrolijk.