zaterdag 8 mei 2010

Meditatie

Gisteren heb ik weer meditatie gegeven in de kapel van de Clarissen. Een klein groepje deze keer, vier clarissen en vier andersoortigen, want het is vakantietijd. Maar daardoor was de sfeer heel rustig, bijna intiem en ook teder. Het vervult me elke keer met een soort van dankbaarheid, als het me mogelijk is om ruimte te kunnen maken voor zulk soort atmosfeer. Voor mij is dat dan even een Heilige Plek.

Dit keer ging het over de regel uit Ida Gerhardts gedicht Uittocht: Telken nanacht in de droom, zie ik de wateren omgebogen staan. Het verwijst naar het verhaal in het bijbelboek Exodus, waar verteld wordt dat God de zee in tweeën splijt om zo het volk een weg te geven naar het beloofde land. Ik reflecteerde over de kracht van dromen, de droom die je vlak voor het ontwaken , je iets laat zien van je hoop en verlangens, de weg die je wil gaan.

'Soms', zo zei ik, 'zijn er periodes in je leven die verdrietig zijn, waar je je hulpeloos en machteloos voelt, waar de weg versperd is. Dan kan een droom, een dagdroom of een nachtdroom, je soms verlichten: zonder precies te weten hóe, gloort er weer hoop. De profeet Joel die vertelt hier ook over:

Daarna zal zich dit voltrekken;
Ik zal mijn geest uit gieten over al wat leeft
Jullie zonen en dochters zullen profeteren
Oude mensen zullen dromen dromen,
en jongeren zullen visioenen zien.

Ik nodigde iedereen uit om in de eerste stilte die dan volgt, aandacht te geven aan de dromen in je, het visioen dat je verder op je weg helpt. Daarna had ik het over die God, die in de Bijbel zo vanzelfsprekend aanwezig is, maar in de huidige tijd, in de dagelijkse beslommeringen van het leven ver weg kan lijken.

'Maar in de avond, in de stilte van de nacht, dan vermoed je soms, proef je, en kun je je dichtbij het kloppend hart van het leven voelen. Droom en werkelijkheid raken elkaar, een visioen komt dichterbij. Ook de psalmist vertelt hierover. In Psalm 63 lees je:

Liggend in mijn bed denk ik aan u,
Wakend in de nacht prevel ik uw naam
U bent altijd mijn hulp geweest,
Ik juichde in de schaduw van uw vleugels
Ik ben gehecht aan u, met heel mijn ziel
uw hand zal mij vast blijven houden.

Daarna gingen we 20 minuten de stilte in. Tot slot was er nog een zegewens:

Moge je jong van geest,
je visioenen blijven volgen.

Moge je oud en wijs
je dromen blijven dromen.

Dat je na de nacht
een weg mag ontdekken,
een plek mag vinden,
een thuis mag voelen,

gehecht met je ziel aan de Levende
altijd geborgen
in de palm van zijn hand.