maandag 10 mei 2010

Leerzaam

Ik heb wel weer een leerzaam boek gelezen. Verontwaardiging van Philip Roth, in het oorspronkelijk engels: Indignation. Een verrassend boek, uit 2008, een weerslag en een antwoord, zo lijkt me, als je nadenkt over vrijheid van meninguiting en godsdienstvrijheid. Motto voorin het boek is een citaat uit een gedicht van E.E. Cummings:

Olaf (upon what were once knees)
does almost ceaselessly repeat
'there is some shit I will not eat'.

Bijna het gehele boek, het leest al een trein, is een terugblik op het leven van de ik-persoon, die in een soort delerium van morfine, vlak voordat hij sterft, de belangrijkste dingen uit zijn leven voorbij ziet komen. Hij is adolescent, zoon van een Joodse kooshere slager, rondom 1951, de tijd dat Amerika zijn jongelingen naar de Koreaanse oorlog stuurde. Allen die studeren en dus eigenlijk bij het establishment horen, die hoeven niet te gaan.

De ik ontsnapt aan zijn controlerende , angstige, aan regels vastzittende vader en gaat filosofie studeren aan een christelijke universiteit. Hij is ambitieus en ijverig,verlaat mede daarom twee kamergenoten om ergens op zolder alleen, in alle rust te kunnen zitten. Hetgeen hem alras de naam geeft niet sociaal e.d. te zijn: hij hóórt deel te nemen aan de universitaire gemeenschap. Tegelijk raakt hij verzeilt in zijn eerste sexuele ervaringen met een meisje uit een zeer gegoed milieu, maar wel met sneeën in haar polsen: manisch, psychotisch, borderline...? ... in ieder geval met zelfmoordpogingen achter de rug.

Wat het boek leerzaam maakt, is dat deze jongeling, die geen water bij de wijn wilt doen en zich verzet tegen de gedragscodes die van hem verlangt worden op de universiteit in Winesburg, daardoor zijn eigen ondergang tegemoet gaat. Hij wil niet naar de wekelijkse kerkdienst en verantwoordt zich bij de decaan door te citeren uit Why I am not a christian van de filosoof Bertrand Russell.

Ooit heb ik dit zelf gelezen, en wie dit leest snapt helemaal waarom je je geen christen kan noemen. Zo noem ik me dan ook niet. Het betoog vaart op de rede en ieder weldenkend mens, kan alleen maar mee gaan in de argumentatie. Zo ook deze ik-figuur: hij eet geen shit, als hij shit krijgt voorgeschoteld.

Uiteindelijk leidt dit ertoe, dat hij van school wordt gestuurd. Er komt uit, dat hij iemand anders naar de wekelijkse kerkdiensten laat gaan en de ik is niet bereid om hier uitgebreid zijn excuses voor te maken. Dus past hij niet in de universitaire gemeenschap. Hij wordt naar de Koreaanse Oorlog gestuurd, neergeschoten, en dood zal hij dus gaan.

Het boek eindigt met een historische aantekening. Er was werkelijk, zoals het boek ook vertelt,
een opstand tussen jongens en meisjes op het college en het gevolg daarvan was, dat allerlei kleinburgerlijke huisregels over jongens en meisjesverkeer werden afgeschaft. Bovendien verdween ook de wekelijkse verplichting van het bij wonen van de kerkdienst. Dit alles in 1971, twintig jaar later dan dat het boek gesitueerd is.

Leerzaam. Omdat je ziet hoe je als individu ook gevangen bent in de gedragscodes en de mores van je eigen tijd. Het doet je realiseren hoezeer de christelijke kultuur er ook een van onderdrukking en benepenheid is geweest. Wie en wat is het Westen om nu te oordelen over de Islam?

Ook leerzaam omdat het me doet realiseren dat ik in 1951 wellicht ook zo'n soort adolescent was geweest. Geen water bij de wijn. Zoals het hoort bij die leeftijdfase: pal achter je net gevonden idealen gaan staan... wat was er van mij terecht gekomen in die tijd? Gesneuveld in een oorlog, als ik man was geweest in een traditioneel Amerika? Leerzaam. Alles is relatief. Degene die je bent en worden zal; dat wordt ook grotendeels bepaalt door het tijdgewricht waarin je leeft.