Gewandeld in de mistige bossen en langs de Berkel in de Achterhoek. Wat maakt het toch uit, waar je bent als het zo'n grijs weer is! In het Achterhoekse landschap bewaard die mist als het ware een geheim, thuis de verkeersweg overstekend met de mensen verscholen in hun auto's en in de kragen van hun jas, hoop je alleen maar dat de zon snel zal doorbreken.
Wat is echt en wat niet? Beide bestaan: die bossen zijn er ook nu nog steeds en de Berkel gaat in bochten ook nu stil en spiegelend haar weg. Dat verkeer en al die mensjes ploegden gisteren ook voort. Beide bestaan afzonderlijk naast elkaar, beide botsen pas als je wilt dat het ene en het andere in elkaar over gaan lopen.
Ik zag de film Up in the air. De immer aantrekkelijke George Clooney speelt een man die het grootste deel van zijn leven, leeft in de lucht: Hij vliegt de wereld door om mensen in bedrijven op een vriendelijke, doch besliste wijze te ontslaan. Dat is zijn werk: het slecht-nieuws-geprek en af en toe lezingen geven. Thema: je hebt een rugzak vol materieele zooi en vol mensen,familie, vrienden en kenissen e.d: gooi het allemaal weg, laat het los, leven is bewegen en bewegen doe je het beste zonder ballast.
Totdat hij verliefd wordt op een vrouw die hij ontmoet in een café op een luchthaven. Ze lijken uit hetzelfde hout gesneden. Ze ontmoeten elkaar in hotelkamers op vliegvelden tussen twee vluchten door. Ze gaat mee als vriendin naar het huwelijk van zijn zuster. Midden in een rugzak-lezing rent hij weg, neemt het vliegtuig naar Chicago, belt bij haar aan. Ze blijkt kinderen en een man te hebben. Ze zegt: Dit is mijn echte leven, jij bent de droom, het tussendoortje, wij bestaan in de lucht. Wij waren daarin toch dezelfde? Mail me wanneer je weer kunt. Of hij dit leven kan voortzetten, dat vertelt de film niet meer.
Dat up in the air zijn kan een metafoor zijn voor: Het Klooster. Daar leeft een groep zusters; ze hebben 'de wereld verlaten', zoals dat heet in religieus jargon, ze zijn niet meer van de wereld, al leven ze nog in de wereld, in een klooster. Waar met regelmaat anderen even in binnen komen. Het is ook een metafoor voor de virtuele werkelijkheid. Daarin kunnen we levens delen, zonder aanwezig te zijn in het werkelijke leven van die ander.
Up in the air is een plek waar ik me letterlijk ook altijd thuis voel. Op luchthavens, onderweg, heerlijk vind ik dat. Ik zou bijna het soort leven als Clooney willen kunnen leiden en in de metaforen ervan leid ik het welhaast ook. Net nooit thuis. Het klooster is voor mij geen plek om me te nestelen. Ik voel mij thuis in mijn eigen blog, maar het is een virtuele werkelijkheid, aanwezig op de schermen van computers die niet in mijn eigen huis staan. Het vertegenwoordigt en vertelt over vitale delen in mijn leven, maar een ieder die het leest, die volgt het in letters en taal, ik leef mijn leven alleen.
Zo is het: er is een wereld van een stille spiegelende stroom en geheimzinnige bossen. Er is wereld van drukte en mensen en dingetjes-doen. Soms zou ik willen dat ze een vrolijke lappendeken vormden en alles lekker door elkaar heen liep. Maar wellicht schend ik daarmee de wetten zoals ze nu eenmaal zijn. Up in the air: Lucht die ruimte is en geen gebakken lucht: dat heeft met een eigen instelling te maken: zó leven dat je je uitgenodigd voelt, dat je het telkens weer ervaart als een uitnodiging.