Mijn receptenschrift met het stoffen bandje scheurde uit elkaar, alles viel op de grond. Ach..zo'n schrift, ooit in het begin van de studententijd aangelegd, vol plaksels, recepten in handschriften van anderen, losse briefjes erin gestoken. Daar dondert meer dan dertig jaar eetcultuur uit elkaar.
Er viel ook iets heel anders uit: drie gedichten van Robert Frost. Hoe zijn die daarin gekomen? Wat doen ze daar? Men weet het niet meer, wat het nut daarvan was, behalve om ze nu met mijn huidige ik weer over te lezen. Lang geleden moeten ze erin verdwaald zijn, te zien aan mijn handschrift waarmee ze geschreven zijn.
Stopping by woods on a snowy evening
Whose woods these are I think I know
His house is in the village, though ;
He will not see me stopping here
To watch his woods fill up with snow.
Wat een raadselachtig begin! Je bent in het bos en je denkt dat je weet van wie de bossen zijn, wie de eigenaar is. Maar de eigenaar woont er niet, die heeft een huis in het dorp. Hij weet van niks, dat jij er stopt en dat jij ziet dat zijn bos overdekt wordt met sneeuw. Ik denk hierbij aan relatiecrisis: je kijkt in het hoofd van je geliefde en je ziet andere dingen dan dat hij zelf ziet.
My little horse must think it's queer
To stop without a farmhouse near
Between the woods and frozen lake
The darkest evening of the year.
Wie is dat kleine paardje? ... Het lijkt iets van je bovenbewuste, dat wat jou rijdt, door wie je vervoerd wordt: je alledaags bewustzijn dat automatisch zijn dagelijkse gang maakt en weet wat hoort en wat niet.
He gives his harness bells a shake
To ask if there is some mistake.
The only other sound's the sweep
Of easy winds and downy flake.
Wat doe je nou? vraagt dat bewustzijn.Dit is wellicht een relatiecrisis met jezelf. Er hoeft helemaal geen ander in het spel te zijn. Je kijkt in je eigen donkere brein, er valt sneeuw, je wilt in die bossen blijven, daar is de plek waar je wonen wil, maar het mag niet van je andere ik, van die mag je niet blijven, je moet verder en verder...Je mag niet blijven in de witte stilte van de bossen.
The woods are lovely, dark and deep
but I have promises to keep,
And miles to go before I sleep,
And miles to go before I sleep.
Wat een rusteloosheid! Hoe deed ik dat vroeger? Las ik dan dat gedicht en ging ik daarna dan op zoek naar een lekker troostrecept? Mijn huidige ik woont wel vaker in de bossen, misschien wel meer dan wat ze bij haar bovenbewuste vindt, dat goed voor haar is.