woensdag 12 december 2012

Ken je mij

Het moest dit jaar een keer gebeuren: naar een Weihnachtsmarkt in Duitsland. Dat gevoel van langs verlichte kraampjes sjouwen vol hebbe-kerst-dingetjes, glühwein drinken, de zoete geuren van wafels opsnuiven, maar uiteindelijk een Thüringer Bratwurst naar binnen happen. En gebrande amandelen voor de terugweg, nog heet, gloeiend in je hand en het zakje warm tegen je wang.  Het was in Dusseldorf, maar eigenlijk haalt dit het niet bij mijn kennismaking met de Weihnachtsmarkten, enige jaren geleden in Berlijn.

Natuurlijk wist ik dat al een beetje. Dus er was nog een doel: een prachtige tentoonstelling van Paul Klee in K21, NRW, het museum voor moderne kunst van Nordrhein Westfalen. Tegen Paul Klee kan geen enkele schilder op: Alles raakt en wervelt je in je binnenwerelden op de wijze zoals muziek dat doet: zonder woorden worden regionen geraakt waarvan je weet dat wanneer je die verwaarloosd,  het leven dof en werktuigelijk wordt.

Och, en ik kan ook zo genieten van zo'n knusse bus vol mensen die, toen in de avond de bus dan toch in een file geraakte door een auto-ongeluk, vlak voor de eindstreep en dan met zijn allen het Nimweegse lied aanheffen: Al mot ik krupe,op blote voeten gaan, ik wil nog eén keer Sint Steven horen slaan. En meebléren met de karaoke-dvd die tenslotte maar werd ingezet om de tijd te vullen: O, kleine jongen, van André Hazes.

Ondertussen hoorde ik ook een prachtig lied van Trijntje Oosterhuis: Ken je mij. 'Doe nog maar een keer in de herhaling', zei ik tegen L., tot enkele malen toe. Alleen haar stem en een gitaar en de woorden klinken vastberaden, aanhoudend en het zou ook een gebed kunnen zijn.



Het refrein gaat zo:

Ken je mij? Wie ken je  dan?
Weet je mij beter dan ik?
Ken je mij, wie ben ik dan?
Weet je mij beter dan ik?

En dan zijn er woorden als:

Hier is de plek waar ik woon
een stoel op het water
een raam waarlangs het opklarend weer
of het vallende duister voorbij vaart
Heb je geroepen? Hier ben ik.

Ik zou een woord willen spreken
dat waar en van mij is
dat draagt wie ik ben,
dat het houdt,
Ik zou een woord willen spreken
dat rechtop staat als mens die mij aankijkt en zegt
Ik ben jouw zuiverste zelf,
vrees niet, versta mij, ik ben, ik ben.