Gisteren las ik een nieuwe graphic novel: Invisible Kingdom van G. Willow Wilson, deel 1 Walking the Path. Zij is geboren in 1982 en heeft als journalist gewerkt voor Caïro Magazine, een blad van de Egyptische oppositie en zij schrijft ook voor New York Times. Het is getekend door Christian Ward die al een Eisner-Award heeft gewonnen, hij gebruikt de computer voor zijn heel kleurrijke en dynamische tekenwerk, dat geeft een heel eigen sfeer.
Op de kaft zie je een van de twee hoofdpersonen, None, zij wil non worden in het klooster dat achter haar is afgebeeld, zwevend in de ruimte, van binnen veel grootser dan zij had verwacht en zij is op zoek naar het onzichtbare koninkrijk uit de titel, dat wat in de tegenwoordige tijd in het monotheïsme ‘God’ of het koninkrijk Gods wordt genoemd en in het boeddhisme bijvoorbeeld, de verlichting. Een leuke woordspeling van Nun naar None: niks dus, de boodschap die zij bij aankomst meteen krijgt: zij moet leren gehoorzamen en volgen, haar eigen denken opzij zetten, om het onzichtbare koninkrijk wellicht ooit binnen te komen.
Dat lukt haar niet: al snel komt zij er achter dat het klooster in een belangenverstrengeling zit met het grote corrupte misdadige bedrijfsleven. Iemand anders die daarmee ook te maken krijgt is Grix, de aanvoerder van een groot ruimteschip waarin zij ook haar broertje onder de hoede heeft genomen. None en Grix zijn elkaars tegenpolen, maar worden bondgenoten in de strijd tegen het kwaad, waar Grix eerst nog zegt: wij kunnen niet met elkaar optrekken, ga terug naar je klooster, jij bent toch op zoek naar dat onzichtbare koninkrijk waar ik niet in geloof? Maar zij vinden elkaar in: Walking the Path, de weg die zich verzet tegen onrechtvaardigheid.
Toen was het 16u, het moment dat de zon niet meer in mijn bostuintje schijnt, en ik besloot om naar de zandverstuiving te gaan, daar zou de zon nog schijnen en dat blijkt 8,5 kilometer te zijn. Heerlijk weer even met je blote voeten door het zand wandelen, dat heb ik deze zomer gemist, zonder de stranden van Terschelling en Venetië. In de avond keek ik op YouTube naar Life in Hidden Light, over zusters Carmelitessen in een klooster in Amerika.
Ja, wat bekend en ook even in het begin een gevoel van heimwee gevend wanneer ik zusters in stilte zie mediteren in de kapel. Die sfeer, gezamenlijk en toch ook alleen die vond ik heel speciaal. Beelden van de keuken, zo stil mogelijk en de recreatie: in een kring met elkaar pratend en hier uitzonderlijk veel lachend, ik ken het en weet ook dat die afwisseling, de duidelijk afgebakende grenzen van wat je zelf inzet: de ene keer zo kalm, rustig en stil mogelijk, het afwisselend in het getijdengebed je stem gebruiken en reciteren, druk pratend en grapjes makend, op een bepaalde wijze heel louterend en helder makend werkt.
Er komt een zuster in beeld op haar ziekbed met een jonge zuster naast zich. Zij praat wat ongecontroleerd en gesticulerend, misschien dat zij een hersenbloeding gehad heeft. Daardoor is het wel zonder omwegen, geen blad voor de mond nemend en zij zegt dat de huidige wereld zich heeft afgekeerd van God. Zij vraagt aan de interviewster en degene die de camera in de hand heeft of zij weleens het evangelie lezen, nee dus en zij laat haar afkeuring en misprijzen duidelijk merken.
Het enige wat ik daar nu bij denk is: als zij zegt dat God ons zoekt en ons liefheeft en terugverwacht dat wij God ook liefhebben en ons niet van hem afkeren, God wordt geslachtelijk een man door Jezus Christus, een deel van de drie-eenheid dan is dat vertaald in moderne woorden: God is liefde en van de liefde, hoe ook gepraktiseerd, in ontelbare vormen en mogelijkheden, daar doet het jezelf goed om je daar niet van af te wenden. Dat is het Invisible Kingdom.