Tot nu toe kende ik het ononderbroken fietsen door alleen maar natuurgebied, alleen van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Daar heb je een wit fietsenplan waardoor je gratis vanaf de drie ingangen overal kunt fietsen en toen ik de stacaravan in Schaarsbergen deelde, ging ik erheen met mijn eigen fiets. Binnenkort keer ik terug naar mijn gedrag van toen om onbeperkt het hele kalenderjaar het park in te kunnen. Nu is er een ‘beschermkaart’ van 44 euro, waarmee je er per fiets in kunt.
Maar gisteren ontdekte ik dat je ook buiten het park afstanden lang kunt fietsen, dwars door de natuur en nog ongestoorder dan in het park, omdat daar ook autowegen liggen. Ik wilde naar de grote plak uitgestrekte heide op de kaart en volgde daartoe vanuit Hoenderloo de fietsknooppunten 13-14-15-44 en daar aangekomen had ik de hele heide doorcrosst. Het eerste stuk door gemengd bos: dennenbomen, berkjes, eik en beuken: wat zal dat zometeen in de herfst mooi oranje en geel kleuren. Ik zag uit naar de bosrand en dan de paarse heide.
Tot mijn verbazing zag ik eerst alleen maar zand, het keek wel afgegraven. Het leek op jaren terug in het Park De Hoge Veluwe, toen er ineens op sommige stukken graafmachines stonden, om de oude Veluwse zandverstuivingen terug te brengen in het landschap. Dat moet hier ook gebeurd zijn: ik zag stompjes van afgezaagde jonge berkenbomen. En daarna kwam de heide: immens uitgestrekt zover als het oog reikte. Ik kwam aan bij knooppunt 44: wat nu? Ik wilde Radio Kootwijk wel zien, maar de fietsknooppunten verwezen naar een route door de hei schuin eronder en ervan af, om dan weer met een punt naar boven te gaan. Dus ik fietste toch maar door en dan maar kijken.
Ach, wat dom ook, er zijn natuurlijk ook gewone wegen!, realiseerde ik mij toen ik het plaatsnamenbord Radio Kootwijk tegenkwam. Ik fietste langs wat woonhuizen met rode dakpannen, een oud perronnetje, loodsen waar ooit in werd gewerkt. En toen zag ik dat markante gebouw liggen, midden op de heide. Bij Wikipedia lees ik dat de architect geïnspireerd is door de Egyptische sfinx en het in de volksmond al snel ‘De kathedraal’ werd genoemd. Het is gebouwd vanaf 1918 en het was de zendmast om met Nederlands-Indië te communiceren. Je kunt alles ook van binnen bekijken en bezoeken; ik zal me er later eens uitgebreid in gaan verdiepen.
Maar gisteren was het heerlijk om in de buurt ervan in de zon in de bloeiende heide te gaan liggen, wat ruikt dat lekker. Het was er doodstil en om die reden is die plek ook ooit uitgezocht. Vandaag zie ik een blauwe lucht en ik ga weer die richting op, met boterhammen en thee, het is 9,4 km volgens Google Maps. Ergens in de heide ga ik de hele dag Gstaad lezen van Arnon Grunberg, gevonden voor een euro in boekendozen aan de kant van de weg. De opbrengst is voor de Heldringkerk: het witte, oorspronkelijk hervormde dorpskerkje van Hoenderloo, Neo-gotisch, dat ik ook al aan de rand op een bult, met weilanden ervoor, heb gezien. Op hun website noemen ze zich wegens de ligging: een licht op de standaard.