De burgemeester opende de Roze Woensdag, en dat is toch wat waard. Achterin de Stevenskerk is er een fototentoonstelling over queer-jongeren en de islam. Een vrouw die met een vrouw leeft had het over coming-in: Dat zelfacceptatie belangrijker is dan het aan je familie vertellen. Een vluchteling vertelde nu in een opvanghuis te wonen met andere vluchtelingen, die hem daar het leven moeilijk maken. Ik realiseerde mij dat ook mijn ouders hebben uitgesproken dat homoseksualiteit niet bij hun cultuur en roots hoorde. In hun maatschappelijke beroepen hoorde tolerantie, maar de boodschap was dus: als jij, ons kind, maar niet zó is.
Helemaal op het einde, voor de aankomst in de binnenstad, vlak na het Vierdaagse Legioen, was de Pride Parade. Een vooruitgang met eerdere jaren, waar de parade parallel aan de wandelaars liep. Nu was het er een deel van en kreeg zo veel meer publiek.
Ik bekeek de roze intocht aan het begin van de Waalkade. Tegenover mij een jongen met een zwart T-shirt met daarop : Roze is niet mijn kleur; geestig. Een jonge wandelaar met zijn moeder als begeleider stortte naast mij neer, hij had pijn aan zijn benen. Een vriendin van zijn moeder kwam langs en sprak bemoedigende woorden, maar zijn moeder gebaarde: doe maar niet, misschien moet hij echt stoppen. Een meisje keek af en toe verlegen naar mij, ik maakte grapjes met mijn handen zonder iets te zeggen, moeders druk met vrienden verwelkomen en haar opa, de enige met wie ze echt blij was. Uiteindelijk ging ze pal voor mij staan en keek mij aan.
Ik lag languit in het gras met blote voeten, ook na de laatste strompelende wandelaar, ondersteunt en wel en na de Pride-Parade. Heel grappig hoeveel mensen hun duim opsteken en lachen en dingen zeggen als: ‘Heb je het wel gehaald?’, denkend dat ik een wandelaar ben, ‘Wanneer moeten we je wakker maken?’, ‘Alles is toch wel oké met je? O, ik zie het al met chipjes bij je’, ‘Lekker genieten van de zon!’
Leuk hoor, die roze sfeer. Ergens anders, weer op de grond, mijn avondmaaltijd genuttigd, met een sigaartje na en port.
Twee goede optredens in het Valkhofpark en weer de Waal die ‘traag stromend’ alle feestvreugde begeleidt.
Frans Bauer en de mensenmassa. Iemand maakte plaats voor mij en was vervolgens bezorgd of ik hem wel goed op de foto had gezet. Vlak onder het appartement van mijn ouders, nu in het duister gehuld, een heel aanstekelijk optreden van een blaasorkest.
En toen was de zon weer helemaal onder en zaten de mensen in het Kronenburgerpark sprookjesachtig op hun stoeltjes, en verder werd er natuurlijk overal gedanst.