‘Ik vind het leuk om met jou te praten’, zei hun buurman ineens tegen mij, ‘hoe jij kijkt en je glimlacht, je lijkt op Ramun’. Dat vind ik leuk om te horen, reageerde ik terug. En dan komt er ook even een scherpe vlaag van verdriet, dat Broer er niet meer is. Ik heb nog nooit gehoord dat we op elkaar lijken. Zo doet deze monnik mij aan Franciscus van Assisi denken, maar hij is het niet, het is eerder zijn broer met een hond, maar wel in de natuur, in een bos en met een gevoeligheid dat je er onverwachte ervaringen kunt hebben.
In onze tienerjaren wisselden we liedjes uit, en dit was een van zijn favorieten waarover ik V., zijn dochter, heb kunnen vertellen. Er bestond nog geen internet, ik had geen idee hoe hij eruit zag, ik zie het nu voor het eerst. Op deze foto zie ik dezelfde dromerigheid die Broer toen ook had. Dat gevoel van A Tiny Island zijn, dat deelden wij toen wij jong waren…
Toen we al lang volwassen waren leerde ik door hem de cello-sonates van Bach, gespeeld door YoYo Ma, kennen. Hij kon daar goed op studeren en nadenken. En nu vind ik Yo Yo Ma wel weer op Broer lijken. Als iets hem intens bezig hield; dezelfde toewijding.