Het boek is me geheel ontgaan, terwijl ik zo'n beetje alles van haar gelezen heb, De Tijdhoeder van Jeanette Winterson. Het is haar eerste jeugdboek uit 2006, daar komt het door, schat ik zo in; jeugdboeken dat is een vakje apart. Vandaag heb ik het in één ruk, in een paar uurtjes tijd uitgelezen. Omdat het over tijd gaat, de tijd die in de 21-ste eeuw op hol is geslagen, mensen hebben te weinig tijd, ze verliezen tijd, de tijd versnelt soms, en soms zijn er gaten in de tijd, werd ik me bewust dat ik het in 3 uur tijd las en dat 3 uur tijd mij een nieuwe wereld van de verbeelding gaf.
In dezelfde tijd waarvan ik weet dat L. in een vliegtuig zat en dat scherpte ook iets aan: Winterson maakt in dit boek een punt van iets reëels: we zijn het gewoon gaan vinden om op meerdere plaatsen tegelijk te zijn, we verplaatsen ons met een snelheid die niks meer met het tempo van ons lichaam te maken heeft, in een paar uur vlieg je zomaar van Amsterdam naar de poolcirkel en dan stap je uit en zie je wellicht in de avond het Noorderlicht: prachtige kleuren, groen en roze in spiralen. Een onmogelijke opgave, pakweg vijftig jaar geleden.
Onze tijdsbeleving is niet meer rechtlijnig, maar gelaagd, we schieten over de hele wereld als we dat willen. Ik ken de tijd nog van een correspondentievriendin hebben in Singapore en dat je dan maandelijks elkaar een brief schreef. Een brief die vervoerd werd met een vliegtuig en als je het vergat op de enveloppe te zetten, zelfs met de boot ging. Ook met vriendin W in Nieuw Zeeland was dat aanvankelijk zo, al ging de post toen al sneller. En nu? Fluitje van een cent om je in een uur tijd met meerdere mensen over de hele wereld te verhouden.
Toch wil ik het zelf kunnen bijbenen. Letterlijk. Wandelen en langzaam fietsen, dat zijn de enige activititeiten waarmee jezelf een tijdhoeder kunt zijn. En mediteren, natuurlijk, omdat je lichaam en geest werkelijk met elkaar samen kunnen vallen, je de ervaring wordt gegeven: jouw geest woont in jouw lichaam en jouw lichaam verkrijgt het leven door jouw geest en de tijd telt niet meer mee.
Heeft deze mijmering nog iets met het jeugdboek van Winterson te maken? Het boek bevat die mengeling die Winterson zo eigen is, genres door elkaar en in dit jeugdboek met duidelijke goede en slechterikken, veel gedachten en theorieën over Tijd die het soms bijna te ingewikkeld maken en dan toch ook weer die luciditeit, vervat in één heldere gedachte: de hoofdpersoon, het meisje Zilver, blijkt na een zoektocht naar de tijdhoeder, zelf de tijdhoeder. Omdat ze lief heeft.