Ik heb nog nooit zoveel muziek geluisterd,en zoveel stijlen en geluiden kris-kras door elkaar heen , als deze maand. Dit allemaal dankzij Sammie. Gisteren besloot ik die merkwaardige bezigheid te beoefenen die ik zo vaak aanschouwd heb: met Sammie en de koptelefoon op, de trein in en me dan in de uitstromende mensenmassa het perron op wagen en tussen de mensen, al lopend naar muziek luisteren.
Ik voelde me een beetje iets heel geks doen. Daar zit natuurlijk mijn eigen vooroordeel in besloten,omdat ik me altijd afvroeg waarom mensen dat ding altijd maar op houden, ook in de drukte met anderen. Wat oncommunicatief en als er nou een bom vlak bij je ontplofd, zou je dat dan horen, of gewoon zacht neuriënd doorlopen? Welnu ik heb het antwoord: je hoort toch wel van alles, maar de muziek brengt je ook ergens anders.
Ik wist niet wat ik meemaakte. Ik luisterde naar Astrakan Café van Anouar Brahem en het leek alsof al de mensen voor me, al die ruggen een soort van donkere kamelen werden en iedereen meedeinde en we ons als scheepjes van de woestijn voortbewogen. Of als donkerrode bloedlichaampjes in een bloedbaan. Winterse jassen van mensen: ze zijn allemaal donkerkleurig, alle individualiteit leek in de stroom van de muziek te verdwijnen. We waren allemaal onderweg, we zijn allemaal onderweg, altijd en overal, tijd en plaats is ook alleen een wisseling van decorstukken.
En 's avonds was er dan livemuziek. Er stonden maar 10 mensen op het podium, het Calefax Rietkwintet, met een hobo, twee klarinetten, een saxofoon en een fagot en daarbij de stemmen van The Kassiopeia Quintet. Ze zongen madrigalen van Carlo Gesualdo (1566-1613) en de vijf mannen met hun instrumenten speelden bewerkingen van toccates van Michelangelo Rossi (1601-1656). Wonderlijk hoe modern het soms klonk met een grilligheid van de afzonderlijke stemmen: individualiteit en harmonie ineen.
Door Sammie neem ik al luisterend soms ook grote sprongen in de tijd. Dan hoor ik de ene keer Hildergard van Bingen en het volgend moment The Rose van Bette Midler. Of ik hoor de saxofoon van Jan Gaberek en dan een nummer van Bjork: All is full of love, om maar wat te noemen. Heel toevallig gisteren gevonden en gedownload om de combinatie van de artiest en de titel van het lied. Dan voel ik me net een strandjutter: Zomaar iets vinden zonder het te kunnen bedenken. Het is sowieso een beleving hoe je denken wordt uitgeschakeld, als je opgaat in muziek.