'O, het is Pasen vandaag... misschien voor het eerst dat ik daar helemaal niet aan gedacht heb', zei B. bij het begin van het Paasvuur. Ze doelde natuurlijk op het aloude verhaal, in de evangeliƫn verteld, over de Verrijzenis van Jezus. Want ze was wel op het Paasvuur en dat heeft hetzelfde woord in zich, maar is meer geassocieerd met vuur en het begin van de lente, enzo.
Dan gaat het door me heen, dat het toch wel heel erg jammer is, dat mensen dat hele Passieverhaal, en de tijd ervoor, De Veertigdagentijd, de woestijntijd niet meer meebeleven. Want dat kleurt al die dagen en maakt ze intens: niet om te gaan geloven dat Jezus jouw redding is en de wereld van de zonden heeft verlost door aan een kruis te gaan hangen, maar om te geloven en te ervaren dat ditzelfde verhaal voortdurend in de wereld en in jezelf gestalte krijgt.
In de Vigilie-vieringen in het klooster, elke zaterdagavond in die Veertigdagentijd was het thema opgebouwd rondom Psalm 103. Daar word alleen maar geaffirmeerd dat God, de Heer zeer nabij is, barmhartig is en dat de ervaring van genade aan jou en mij altijd geschonken is. Dat is: Leven met gratie als je jezelf en de mensen om je heen probeert te vatten in het hart, als je je overgeeft en je laat dragen en kunt loslaten. Zuster E. had een zeer raak 'beeldvignet' gemaakt: een gestileerd mens en een kruis omhelzen elkaar en vormen tezamen een hart. Je dus ook kunnen verbinden met verdriet en de pijn: en een grondsymbool daarvan is het kruis. De vieringen waren van een grote milde stilte en intensiteit.
Maar ook de gesprekken rondom het Paasvuur, dat aanvankelijk niet wilde branden door de stromende regen en urenlang klein brandend was gehouden door er met de riek in te slaan en , elkaar ondersteunend, op de takken en het vuur en de gloeiende kolen daaronder te gaan staan en uiteindelijk rond middernacht wel geheel,ontvlamde, hadden intensiteit.
Wellicht ook door de heldere sterrenhemel erboven, en het gegeven dat er zowel Duitsers en Nederlanders waren en er drie Syrische families waren uitgenodigd, die J. op de fietsenmakerij had leren kennen, en die toch niet zijn gekomen... over onmacht, maar ook over mooie kleine resultaten, over pogingen tot, op allerlei gebied, wat wel en niet lukt, over de lange tijden ooit, eens, nu en dan.
En ook daarin wordt datzelfde Passieverhaal verteld en beleefd, in heel andere woorden en gestalten. En toch: elke keer weer... onderwijl zag ik de gele en witte bloemen waar zuster H. het altaar mee versierd had, rondom een spiegel die in de Veertigdagentijd kaal tussen het zand en de stenen stond, dansen.