donderdag 10 maart 2016

Zomer 1972

Ze deden dat toch maar: Vader en moeder; met een Simca-stationcar met vijf kinderen, twee in de kattenbak en drie op de achterbank en een imperiaal op het dak met vier koffers, door Europa gaan. Vader had wel een rijbewijs, maar heeft nooit auto gereden. Dus Moeder deed al die kilometers, en Zusje herinnert zich vooral de stank van de skai-banken, naar mate het warmer werd en Broer die moest braken.

Daar heb ik ook levendige herinneringen aan: dat ik naast hem zat, met twee in elkaar gevouwen papieren bruine Albert Heijn zakjes, klaar om de kots van hem op te vangen. Wanneer het gebeurd was, hield ik het volle zakje in mijn schoot, soms tot bijna jammeren aan toe, omdat het bijna ging doorlekken en we nog geen autostop maakten.

Ik vond mijn eerste fotoreportage op 13-jarige leeftijd met mijn eerste fototoestelletje terug. Gezien de volgorde waarmee ik ze ooit in een mapje geschoven heb, ging de reis eerst naar het verste punt: naar Joegoslavië. Ik zie het dorpsplein in Dubrovnik en de brug van Mostar op de achtergrond. Vervolgens naar Venetië, alleen het San Marcoplein, de Italiaanse meren, door naar de Franse Alpen en tot slot nog een paar dagen in Parijs.

Met mijn nieuwe Sammie, die met de lens veel scherper kan stellen en ik heel dicht op een foto kan komen, zodat er een deel vergroot wordt, beleefde ik ineens mezelf weer, in die tijd. Wat zag ik? Waarom nam ik een foto? Dat leverde verrassingen op. Dacht ik aanvankelijk dat ik een klein winkelstraatje fotografeerde, pas later zie ik dat Vader en een broer en zusje ergens  naar binnen proberen te kijken. Te zelfde tijd nam ik een foto van moeder alleen, die met haar groto Kodak-camera om de schouder, voor een etalage kijkt.

Ik zie twee foto's van de ruïnes van een Colloseum-achtig terrein. Ze lijken exact op elkaar, met een grote pijnboom in het midden.. Nu  zie ik dat op de ene foto Vader met twee kinderen staat en op de andere,   Moeder verscholen zit op een grote steen, alleen, en ertussen in het hoofd van een van de andere kinderen boven de hoge stenen piept. Dan zijn er foto's van de hele familie onder de schaduw van  een boom aan de picknick en met de hoofden gebogen naar elkaar, kijkend naar het verjaardagscadeautje dat Broertje uitpakt.

Ik kiek Zusje die haar veter van de gymschoen strikt op een rondvaartboot, broertjes vissend op een rots bij zee, jongste zusje achter de duiven aan op het San Marcoplein, twee zusjes afdalend van een trap, vanachter een pilaar, alle broers en zusjes poserend voor Moeder, waarschijnlijk, en ik kiek ze vanaf de zijkant met een grote pluizenbol van een paardenbloem op de voorgrond.

Ach... dat waren we allemaal en Vader en Moeder zijn op die foto's veel jonger dan ik nu ben. De tijd gaat voort, het leven door. Maar sommige herinneringen kwamen tevoorschijn als de dag van gisteren. De fotootjes zijn zwart-wit, maar ik zag ze in kleur: Moeders regenjas in allerlei tinten blauw, Zusjes lichtoranje-gestreept jurkje... enzovoort. Dat de kleur mag blijven van al die ooit geleefde tijd.