Aangekomen vond ik een boom waar de donkere bessen nog aan hingen, de andere bomen hadden heel kleine groene beginnetjes van bessen, die het komend seizoen nog moeten rijpen en ik ervoer meteen wat er met het plukken aan de hand is: de bessen zijn omgeven met de hele kleine fijne dennennaalden eromheen. Teruggekomen boog ik boven, op wat ooit de zandberg was en waar de hutten werden gebouwd, maar waar het nu zacht glooiend naar beneden helt zonder zand, het is nu een tapijt van dennennaalden: ik buig voor mijn jeugd op deze plek en de familie waar ik uit kom.
Gisteren fietste ik naar de ingang, zette daar de fiets tussen de witte fietsen en ging wandelen: na wat doorzichtig bos. waar je de verte al vermoed, kom je in een eindeloos grote vlakte met lichtgeel hoog riet nu en enkele bomen daarin. De lucht was blauw, de wind koud op de wangen, een beetje tegenwind... het heeft iets troostrijks, zoveel ruimte om je heen.
Weer een stuk door bos, om uit te komen bij het bezoekerscentrum. Ach... ooit was de speeltuin rondom het restaurant met het grote rieten dak de attractie, ooit zat ik bij een haardvuur, nog met Vader erbij en ooit op het terras met alleen maar Moeder, haar laatste keer, grapjes makend over de bitterballen met haar andere dochter... Nu ben ik er nog niet binnen geweest, maar ik zag twee uitgelaten kinderen met hun grootouders: dat ze graag chocolademelk wilden. Even later zag ik ze weer naar buiten komen en zich installeren aan een picknicktafel. Generatie op generatie, ze komen en gaan...
Het park de Hoge Veluwe wordt het landschap van mijn hart, dacht ik zonet, zoals Venetië de stad is van mijn brein. De labyrintische kronkelstraatjes, het water dat alles verbindt, door de cultuur en de kunst gaan, van de middeleeuwen tot de Biënnale: de materialisatie van zoveel dat mij bezig houdt. Het park is de materialisatie van alles wat ik voel, al vanaf het nest waaruit ik voortkom, het zit in mijn haarvaten, zonder woorden, de sensaties van graven in zand, broodjes eten, zonnen in de heide, herten kijken, fietsen: vanaf mijn heel prille jeugd tot en met nu, alles altijd aanwezig in het hart.
Het strekt zich uit van de band van liefde die er in een familie is, ooit aanwezig in het vanzelfsprekend samen zijn en spelen, hoewel op latere leeftijd vaak niet in staat om daar vorm aan te geven, tot de liefde die er in het hart kan zijn en gegeven wordt door... een kracht in het universum, ik weet de woorden niet, ook in alle fasen en onverwachte momenten in mijn leven.
YouTube bracht mij vanochtend een lied van Leonard Cohen: Love Itself.
In streams of light I clearly saw
The dust you seldom see
Out of which the Nameless makes
a Name for one like me.
I'll try to say a little more
Love went on and on