vrijdag 11 december 2020

Webcams. AKIRA. The Queens Gambit

Vanochtend wel een uur lang gekeken naar de rollende webcam van Venetië. De stad ontwaakt met een wolkenloze roze hemel. Vanaf verschillende hotelkamers word je op hun uitzicht getrakteerd en velen kan ik aardig plaatsen. Ook makkelijker gemaakt door de schaduwen en daar waar de zon dan langzaam van bovenaf de daken kleurt, wat na een uur nog geheel in de schaduw staat, dat zijn de wijken, sestierie, ver achter de overzijde van de Canal Grande.

Op één van mijn lievelingsplekken bij het St Marco Basin, rondom een bankje op de hoekpunt zodat je een vrij uitzicht hebt, was een stel een intensieve work-out, zo bleek, aan het doen. Het was de reden dat ik er bleef hangen, O! dat bankje, daar heb ik zó vaak gezeten in het avondgloren, de zon achter de stad precies aan de overzijde dus, van waar hij nu opkwam. Dan had ik wat te eten en te drinken gescoord in de supermarkt dichtbij en als het bankje bezet was, dan ging ik zitten op de ijzeren 'boei', de aanlegplek waar een touw omheen  gebonden kan worden  door boten. Eigenlijk was dat nog een betere plek, want helemaal op de punt en bij het water, maar het nadeel is dat je daar je etenswaren niet naast je neer kan leggen. Dan ga ik ook wel op de grond zitten en dan gebruik ik de boei als steuntje in de rug. Zó bekend en ik weet zeker dat als ik er weer ben, ik mij zal herinneren dat ik op een koude bijna winterse dag vanaf het bos naar deze plek heb gekeken.... Het brein als voortdurende, tijdloze stream of conciousness.

Het stel was klaar, het had iets van een synchrone choreografie van het bankje af, twintig keer door de knieën, naar het bankje toe, de armen gestrekt en leunend met de handen op de zitplaats de benen één voor één de hoogte in, enzovoort. Na weer een vogel-rondblik door de stad, zag ik ze tenslotte hun jassen die op het bankje lagen weer aantrekken en weglopen. Binnenkort weer eens kijken, dan weet ik of het bewoners van de stad zijn en of dit hoort bij hun vaste routine. 

Nu ik toch bezig was, dan maar even naar de webcam van plekken Worldwide. Nou ja, geheel niet representatief, het zal wel van een en dezelfde  hotelketen zijn. Amsterdam, de Dam kwam voorbij. daar schijnt nu wel een waterig ochtendzonnetje. Wel de bekende kerstverlichting in de lantaarnpalen, maar géén grote kerstboom tegenover het paleis, geen ijsbaan en gezellige houten kraampjes...Een achteraf leeg pleintje in Dresden met de architectuur van de Pruisen, ik ben er vast wel langs gekomen toen ik Oud en Nieuw bij U. vierde. Ergens dronk ik daar de lekkerste kop cacao die ik ooit geproefd heb. En dan of all places, Elburg! dat is naast Hoenderloo de andere vakantieplek uit mijn jeugd, een huisje in het zand bij het IJsselmeer, broertjes weer bezig met het graven van waterwegen en ik mocht niet meedoen. In de hoofdstraat altijd naar de visboer voor een warm lekkerbekje, het rook er altijd ziltig langs het haventje en onder de oude stadspoort door en nu was men er bezig om de kerstverlichting op te hangen.

Ook ik ontwikkel hier mijn vaste routine. Ik ontbijt altijd op mijn campingstoeltje met mijn voeten in de warme schapenvacht, pal tegen de terrasdeuren aan. Dat is het campinggevoel dat ik hier in het boshuisje wel koester: na een nacht op de grond is er niks fijners, als op je stoeltje gaan zitten, goed voor de rug ook, en je ontbijtje klaarmaken. Net als in de tent ben ik ook hier gefocusd om de leefplek aangenaam te maken. In een tent is dat vooral alles drooghouden en beschermen tegen regenbuien, hier isoleer ik de wanden vanaf het begin met mijn graphic novels en dat lijkt ook wel weer op mijn stenen hoekhuis in de nieuwbouwwijk met alle boekenkasten langs de buitenmuur.

Maar in een tent zijn er van die microklimaatjes: de tocht die vanonder de kier bij je voeten komt buiten het slaapgedeelte dat je dicht kunt ritsen kun je wegwerken door daar een kartonnen doos neer te zetten die ook dient als voorraadkast, heb ik verzonnen op Terschelling. En nu net heb ik er een grote rood/wit-zwarte doos gezet van Akira, een Japanse klassieke manga van meer dan 2000 pagina's van Katsuhiro Otomo, ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan uitgegeven in een mooie vierkante doos, in zes gebonden hardcovers met als extra bonus een boek met 'artwork'  op glanzend papier. Ik heb die deze week geheel geboeid gelezen en bekeken, mij opnieuw verwonderend dat thema en omgeving, zo lang in mijn nachtleven aanwezig was: een stad die hier vooral verwoest is, (in mijn dromen een oude stad, die dreigend verwoest kon worden door tsunami's), een groepje jongeren op queeste, een onbekende kracht dat de boel zowel verwoest als samenbindt, het vinden van onbekende bondgenoten: jarenlang zat deze dynamiek in mijn droomleven. 

Er zijn pillen die de krachten en machten moeten reguleren en bijeenhouden en exact dezelfde soort pil speelt een grote rol in het leven van Beth Harmon, de sublieme schaakspeler in The Queens Gambit, een wereldwijde hit van Netflix: schaakspelen worden nu vijf keer zoveel verkocht. Sommige plaatjes zien er precies zo uit als scenes in de film: dat de hoofdpersoon in close-up naar een handvol pillen graait en deze in de mond stopt. Van Akira is ook een baanbrekende animatiefilm gemaakt; nog nooit zoveel losse tekeningen voor één seconde film, en ook de thematiek van sci-fi, magie, dystopie in een verwoeste stad: Akira wordt de oerbron genoemd van dit alles. Het zou mij niks verbazen als de pillen in The Queens Gambit  in deze serie zitten, als een eerbetoon.