donderdag 31 oktober 2024

Regen. Hondenshows. Bob Dylan


 De cartoon van Kamagurka, vanochtend in de NRC , geeft wel mijn gevoelen weer, over de toestand van de wereld. Het komt binnen omdat ‘Spanje’ vanaf dat ik kind was, stond voor dat zorgeloze en zonnige land waar we met de familie al naar toe vlogen, lang voordat heel Nederland ging. Moeder stikte altijd van de heimwee bij terugkomst, ze zwom er eindeloos met een luchtbed in de golven van de zee of ze trok baantjes in het zwembad. Zwemmen was vanaf dat zij een kind was, haar grote passie. Misschien dat water het enige element was waar zij zich werkelijk vrij voelde, altijd, terwijl haar hoofd later ook vol kon zijn met duistere wolken, waar hele harde regen uit kon vallen.
 Op reizen die zij met vader maakte, toen zij beide pensionado’s waren, zag ik bij het opruimen van hun huis na hun dood, dat er in alle fotoalbums altijd een foto was die vader had gemaakt, terwijl zij zwom. ‘Spanje’ heeft dus die lading voor mij, een soort van VVV: Vrijheid-Vrede-Vrolijkheid.
Niet écht aanwezig als je de toestand van de wereld nu beziet…


Dan kan ik erg veel zin krijgen in simpele en grappige creativiteit. In New York waren er afgelopen weekend heel veel dogshows, of beter gezegd Dog Parades in allerlei parken. Mensen geven hun honden de meest doldwaze outfits en attributen en er zijn verkiezingen voor de best verklede hond.  Dit is de opmaat voor de grote Halloween Parade die er vanavond zal plaatsvinden. Bij de Hudsonrivier, in Hudson River Park, zag ik op de Pier die ingeruimd is voor grote dans en disco-activiteiten, New Yorkers oefenen om mee te kunnen doen aan de Thriller-dans van Michael Jackson, één van de hoogtepunten van de parade.
Dat is toch leuk, al die Halloween-lol, een goede antidosis tegen de zwaarte van de wereld.


Ik heb nu regelmatig het refrein van dit liedje van Bob Dylan in mijn hoofd: Idiot Wind …it is an wonder that you still know how to breath.
Wat een jonge Bob Dylan nog, dit was in 1976. De LP waar dit lied vandaan komt, is uit 1974 ; Blood On The Tracks. Ik was toen fan van hem en had al heel veel tweedehands  LP’s van hem gekocht in Concerto in Amsterdam; op de Dinsdag wanneer ik met moeder meeliftte naar Amsterdam, ik mocht zomaar spijbelen, dat kon toen nog. Ik verveelde mij want ik was blijven zitten en moest het vierde jaar over doen, maar zoveel stof was dus al bekend.


Van mijn zakgeld kocht ik toen deze LP, gloednieuw, een flinke aderlating, omdat ik beslist wilde weten wat hij recent gemaakt had. Ik zie dat ik alle liedjes meteen kan mee neuriën of zelfs mee kan zingen, ik vind ze allemaal goed. Dit liedje kies ik nu maar, om dit blogje rond te maken: Buckets of Rain.

woensdag 30 oktober 2024

Patti Smith en het heilige

De hele documentaire; Dream of Life van Patti Smith blijkt op YouTube te staan, maar wel met Italiaanse ondertiteling. Ik had deze gekocht vlak voor de Coronatijd en daarna vond ik al snel mijn boshuisje waar ik nu alweer vier jaar woon. Ik had geen dvd-speler, dus die dvd had ik gewoonweg nog niet bekeken. Nu dus wel en het is erg de moeite waard. Onverwacht zit er ook een ode aan New York in, maar het is vooral haar intensiteit die mij raakt. En de vanzelfsprekendheid, hoe de doden voor haar zo dichtbij aanwezig blijven. Haar universum is gevuld met een besef dat alles met elkaar verbonden is, altijd, dus ook door de dood heen. En in haar altijd concrete oproep: laat je stem horen, people have the power.

Ik ken haar gestalte al vanuit mijn studententijd omdat vriendin W haar als poster in haar witte kamer met rood en gele accenten had hangen. Of ik dan ook de LP Horses heb gehoord, tijdens de borreltjes die wij dronken: die kans is erg groot. Maar Patti Smith kwam bij mij pas bewust binnen, toen ik Just Kids las, haar verslag van haar leven met Robert Mapplethorpe die zich voornamelijk in het Chelsea Hotel afspeelde. Over deze foto beschrijft zij de magie die zij toen voelde: dat zij en Mapplethorpe tijdens de fotosessie als het ware samensmolten en zij bij het resultaat ook bijna denkt dat, zij het niet is die op de foto staat, maar Mapplethorpe.

Hier leest zij haar afscheidsbrief voor aan Robert die aan aids is overleden. Die brief heeft hem niet bereikt, maar frappant is hoe ‘God’ zo moeiteloos aanwezig is voor haar en je zo duidelijk mee kunt ervaren dat Robert nog nabij is, ook al is zij grijs geworden en na een lang en boeiend leven ná hem en moeder van twee kinderen, nu in de leeftijd van Just Kids, die zij en Mapplethorpe toen waren.


De laatste tijd is zij bij mij aanwezig omdat zij in haar erefunctie van sleutelbewaarder van de schatkamer van New York een oproep heeft gedaan tot behoud van de Elizabeth Street Garden, écht een prachtige plek. En dat zij het Tau-teken draagt en zich dus ook verwant voelt aan Franciscus van Assisi.
Ik zie haar uitvoering van dit aloude lied en dat brengt mij terug naar een van mijn eigen bronnen. Ik was het toch, die bijna 15 jaar een permanente kerststal in haar stadshuis had? Opgedoekt, één maand voordat ik dit boshuisje vond, lees ik in mijn eigen blog.
Die kerststal, die als tafereel verzonnen is door Franciscus van Assisi die op het idee kwam een levende kerststal te maken met de bewoners van het bergdorpje Grecio, in het Riëtiedal.
Het is het allersterkste en het vitaalste van dat Christelijke geloof: dat het Heilige aanwezig werd in een baby van vlees en bloed, op een onaanzienlijke plaats, een stal in de natuur, tussen de dieren en met een extra heldere ster aan het firmament, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Jammer van alle perversiteit die dat christendom later gegenereerd heeft…Konden we het maar houden bij  dit besef: in elke baby wordt het Heilige opnieuw geboren, bij elke mens die de aarde verlaat blijft haar aanwezigheid behouden in de ruimte van onze geest, die lege en stille plek die je kunt inruimen waar het heilig is. 
Daar wonen ook altijd alle mensen die je bij leven niet kunt bereiken.Want ergens kunnen de dingen ongeschonden blijven, kan wanhoop en gebrek gedragen worden, ergens buiten de tijd en de concrete omstandigheden om, blijft er ‘iets’ dat heilig is: Heel. 


dinsdag 29 oktober 2024

Moeder Aarde


Ik ging voor het eerst naar de winkel zonder te weten wat ik exact zou gaan koken voor de boekenclub. Naar Özbaktat, die adverteert de grootste Turkse supermarkt van Nederland te zijn. Iets van die mentale activiteit praktiseer ik altijd: ik vind het saai om recepten te zoeken, naar de winkel te gaan voor alle ingrediënten en het vervolgens braaf uit te voeren. Iets van creativiteit hoort bij koken. Mijn leidprincipe is daarbij de Chinese keuken: er moet uiteindelijk op het bordje een balans komen van zoet en zout, fris en  romig, zwaar en licht; qua textuur. In de winkel zelf op ideeën komen is het leukste.
Na de uiensoep, de dadels gevuld met frisse kaas en de amandelen die we nog buiten konden eten, na een lange zonnige wandeling, ging binnen het hapjes eten met Turks brood gewoon door. Er was gestoofde flespompoen met oesterzwammen, gegrilde schijfjes aubergine, tzatziki in citroensap met munt uit mijn tuintje, gesmoorde stukjes paprika in een Iraanse aubergine-prut, dat kwam uit een blikje, maar de vele paprika gaf het volume, een gemengde salade met feta en olijven. ‘Verrukkelijk’, hoorde ik, dat geeft voldoening. Het toetje was warme kersen met slagroom en magere kwark. 


De volgende twee dagen nam ik vakantie van mezelf en deed geen afwas en las een boek van Thea Beckman, een tip uit de boekenclub en in de Volkskrant van afgelopen Zaterdag stond er geheel toevallig ook een recensie over dit oude kinderboek dat tegelijk zo actueel is. Thule is het oude Groenland nadat de aarde gekanteld is door milieurampen. Na eeuwenlang is er door de klimaatverandering een nieuwe florerende samenleving ontstaan, geleid door de vrouwen in een uitbundige natuur, waar niemand iets tekort komt, er is geen geweld en wreedheid, de aarde wordt niet uitgebuit. En dan worden ze ontdekt door een mannelijke macht van zeevarenden, die zo snel mogelijk er een koloniaal wingewest van hopen te maken.
Al lezende, gaandeweg, kwam het me steeds bekender voor. Ik zag mij terug als kind, na elk bibliotheekbezoek met moeder, zelf ook met een stapeltje boeken mee naar huis: zat deze er ook ooit bij?


In de tropische Bush van Burger Zoo las ik het boek uit, na eerst twee grappige zebra’s op stal te hebben gezien.


Ja, de dieren leven in gevangenschap, en dat er zoveel zorg en kennis van mensen omheen is, dat zie je nauwelijks. Of de dieren een ongelukkig bewustzijn van hun situatie hebben, weet je ook niet…
Maar het blijft fascinerend om van dichtbij, slechts gescheiden door een glaswand, de wonderlijke creaturen te kunnen zien van Moeder Aarde.


zaterdag 26 oktober 2024

Zonsopkomst


 Het is elke dag mijn eerste genoegen: het rolgordijntje bij het keukenraam omhoog doen en de bosrand inkijken, maakt niet uit wat ik zie: dichte witte mist is ook goed, zoals dat weleens was de afgelopen week en dan s’avonds ook: een pikdonker bos omdat de maan nog niet is opgekomen en de mist er als een deken overheen hangt. Maar vanochtend riep ik hardop: O! , want er was een prachtige zonsopgang bezig zich te voltrekken voor mijn oog: zó’n kort genoegen, het is allemaal zo weer weg.

vrijdag 25 oktober 2024

Angels in America


 We keken vroeger, thuis, op de grond naar de televisie, we zaten nooit op de bank. Apart eigenlijk, denk ik nu, maar de associatie daarbij was, dat dit ‘Oosters’ was; Westerlingen zitten opgedirkt op de bank. En nu ben ik terug bij af. Ik heb een dvd-spelertje gekocht en mijn oude analoge tv staat nu op wieltjes onder de tafel en daar zit ik op een schapenvacht met mijn rug tegen de zijkant van de bank en de eerste oude dvd die ik erin stopte was Angels in America. Ik zag het voor de derde keer. Wat is het steengoed en Al Pacino, Meryl Streep en Emma Thompson acteren geweldig, dat geldt trouwens voor iedereen.
Mijn herinnering was vooral dat het zich in NY afspeelt, dat er een engel verschijnt, dat het (Joodse) geloof erin een thema is.
Het speelt zich af in het begin van het Aidstijdperk in New York, onder Reagan. Ik keek nu met ‘wetende ogen’ , dat bekende NY; scènes voor het Hoge Gerechsthof, in Brooklyn en Greenwich Village en ik zag tegelijk hoe bijvoorbeeld Washington Square zowel hetzelfde was, met alternatieve hippiesfeer, maar nu een flinke upgrade heeft met mooie banken, bloemen en planten en een werkende fontein. 
Mensen met Aids hebben het in NY zwaar gehad: de medische zorg liet het grotendeels afweten, bang voor de onbekendheid ervan, homo’s werden paria’s. Iets daarvan voel je in de film, 6 afleveringen van elk 50 minuten. Het eindigt met een gesprek vier jaar later, bij de engel van Bethesda bij de gelijknamige fontein in Central Park over de situatie van Israël en Gaza en de Palestijnen, gesitueerd in 1990, exact zoals het vandaag ook gevoerd wordt. Om moedeloos van te worden, terwijl de vrouw van de in the closet homo hem dan eindelijk verlaat en voor het eerst sinds lang in vliegtuig stapt en zegt dat ze gelooft in langzame progressie…


Dit zijn dan drie engelen uit 2002. Zusters die hun leven lang gevochten hebben tegen het sexuele misbruik bij hen vlakbij in de buurt, in Brooklyn. Zuster Sally Butler is deze week op 93 jarige leeftijd overleden en heeft nog net meegemaakt dat drie priesters die ze tientallen jaren heeft aangeklaagd, nu dan eindelijk veroordeeld zijn. De New York Times beschrijft het allemaal in een grote reportage.
Ik vind het intrigerend; dat je dat hebt gekund, tóch zelf zuster blijven in een katholiek systeem waarvan je van dichtbij meemaakt hoe verdorven en corrupt het is. Welke overeenkomsten zijn er tussen de identiteitsvorming van priesters en zusters? Iets van ‘ hier ben ik en ik kan niet anders in mijn eigen religieuze, niet-bij-de-gewone-wereld horende en dus quasi ‘goddelijke’ staat van zijn?’ En daarbij tegelijk de vergoelijking: ‘Maar we blijven mensen, en maken dus fouten…’
De engel die aan de heftig aan aidslijdende Prine verschijnt, heeft zowel een donkere als een lichte kant en ze is ook zijn hoofdverpleger, of tenminste dat is de dubbelrol van Emma Thompson hier, en dan ook nog een zwerfster op straat. Meryl Streep speelt én een rabbi, én de moeder van de in the closet homo, én Ethel  Rosenberg, de Joodse communistische activist, die ter dood is veroordeeld in 1953 wegens spionage voor Rusland en die als geest verschijnt.
Ondertussen is de échte engel de zwarte verpleger die 60 flesjes van het toen nog zeer schaarse en dure medicijn AZT , toen voor maar 30 patiënten beschikbaar,  steelt van een dood, door en door corrupte en gewetenloze Aidsslachtoffer, gespeeld door Al Pacino, waardoor zijn vriend vier jaar later nog leeft. 

Zuster Butler zag er zo uit, als de nonnen van mijn kleuterschool, imposant en indrukwekkend …Voor eentje was ik bang en de andere vond ik een lieve non, die ook erg op Sinterklaas leek. Het geeft mij een gevoel hoe láng zij heeft gestreden voor rechtvaardigheid; mijn hele leven lang.
Dat zijn dus de échte engelen: degenen die in de zijlijn en schaduw strijden en zichzelf trouw blijven… En niet alles met de mantel van de (eigen)liefde bedekken. Die praktijk geeft schijngestalten, géén engelen. 


woensdag 23 oktober 2024

Meerdere kamers in één hart


 Stilte en mist in mijn achtertuin; daarom woon ik hier; zo verkwikkend.


In New York zag ik de eerste herfstasters van dit jaar. Het is in Central Park, waar een stuk volgeplant is met inheemse planten en bomen. Ik sprak er een vrijwilliger, voor wie het werken in deze tuin haar heel veel energie gaf, maar ze baalde wél van de opmerkingen van voorbijgangers, die bij haar vijandig overkwamen. Ik uitte mijn verbazing; de sfeer is over het algemeen zo kalm en vriendelijk, waarom namen mensen de moeite om de kronkelpaadjes van deze tuin op te gaan, om dan vervelend te doen, als ze  iemand tegenkomen? Enfin.
Ik vroeg me daar af, of ik óók nog herfstasters zou zien, aan de zijkant van mijn huisje. Ik had in de lente flinke pollen uitgegraven bij de buren, die verdwenen zijn, op mijn nieuw veroverd stukje grond, waar ik nu kan zitten, gezellig tussen de prullaria. Gisteren was daar dan de eerste bloei.


En ondertussen wil ik al bijna nóg een weekje naar Venetië en de Biënnale gaan, om ook de sterke ervaringen van New York weer in een andere, zo geliefde, context te zetten…Nog één keertje langs al die verzamelde kunst gaan, waar het thema is: Foreigners Everywhere. Je bent overal vreemdeling, onderweg, en tegelijk overal thuis, als er de bereidheid is om de verbinding te zoeken. Dat is het ideaal, waar zoveel kunstenaars melding van maken. Dit is van HF Husein uit India, die in Rooted NOMAD in één ruimte de hele wereld toont.


Zo zie ik eigenlijk, dat de ruimte en de stilte van mijn huidige omgeving, mij toont dat het mogelijk is om heel veel liefdes te onderhouden in je ene hart.



dinsdag 22 oktober 2024

Stille plaatjes

 










zondag 20 oktober 2024

Liefdesverdriet


Het Reichswald, vlakbij Kranenburg; flink hoogteverschil, bijna klimmen en dalen over kleine paden, langs hoge varens. Schoonzusje was steeds bang dat wilde zwijnen ons omver zouden trappelen.


De plaatjes van bij de boerderie, zoals Joep die voor de regen schuilt. Koeien bij Sonsbeek. Géén herten in de Hoge Veluwe, maar het is er wél mooi herfst. Wat fantastisch toch, om daar doorheen te fietsen, de stilte en de ruimte. Het is bij elkaar vanaf het erf van Richtersgut,  58 km terug naar mijn boshuisje.


Maar… verder, langs de buitenwijken van Arnhem-zuid en een stukje door de binnenstad: alles is zó benauwd klein. Ik reken uit dat de huizen aan het park, elk minstens vier keer zo klein en laag zijn, dan vergelijkbare huizen in New York. Ik hoor mezelf hardop zeggen: ‘Ik vind er niks aan’. Geen dynamiek, nauwelijks mensen, er hangt geen sfeer, er is geen ‘drive’.
Ja, ik mis New York. Ik werd daar elke dag volijk wakker en voelde mij er helemaal thuis. Ik liep er rond als een blij ei. En nu…voelt het ook een beetje aan als liefdesverdriet.


vrijdag 18 oktober 2024

Oortjeshekken, Bisonbaai


 Ik fietste er nu, door de landerijen vanaf Kranenburg heen; het oerterras al uit mijn studententijd: Oortjeshekken aan de Bisonbaai. De lange tocht over de dijk was mijn gebruikelijke route, lange dagen zonnen en zwemmen, mooie zonsondergangen met meegebracht eten. Ik was er met zusje en peuterend nichtje, met geliefden, meekijkend hoe er door mannen op de strandjes gecruised werd. Ik ben er ooit alleen in de avond struinend rondom het meer, achterna gezeten door een nakende man, het vooroordeel bevestigd dat mannen alleen op het naakstrand niet te vertrouwen zijn. Mijn fiets is er gestolen. Oortjeshekken in de winter bezocht met een auto was een stil toevluchtsoord in de natuur, in de zomer feestelijk in de laatste zon bij lekker eten en bier.
En nu dan beaamde vriendin P bij het opbreken met wat pijn in de schouder, zoals haar moeder ook heeft, dat we ons op een kantelpunt bevinden. Lichamelijk klachten kunnen nog voorbij gaan maar het kan ook overgeërfd familiair zijn, en dan moet je er verder maar mee leren leven… En dan ook nog de toestand in de grote wereld, dat je misschien binnenkort terugkijkt met: weet je nog, toen zaten we toch tamelijk onbezorgd bij Oortjeshekken…

Ik maakte daarna nog een wandeling langs het water en dacht almaar, mijn mantra sinds New York: wat is het hier klein! Als ik de grote picknickkleden die New Yorkers overal uitspreiden hier neerleg, dan kun je bijna tellen hoeveel groepjes er kunnen zitten. Misschien, door het hoge water,  zou er anders nog een tweede rij kunnen. Is het zo, dat ik daar altijd hutje-mutje naast- onder- en boven anderen lag? En nu was er helemaal niemand.


De Waal ligt achter de Bisonbaai, vroeger kon je er door het struikgewas naartoe. Nu leek alles verwilderd en onbegaanbaar. 
En het water werd een glanzende spiegel die niks terugzegt, nooit, niet.




donderdag 17 oktober 2024

Áls….dán…


Het is wel heerlijk om een dikke warme kat, die alles met zich laat doen wat je wilt, tegen je aan te voelen en te knuffelen. Terwijl het met heel lichte motregen buiten warmer is dan binnen en de OostIndische kers als onkruid over de klimop woekert. Ik was blij dat ik bij thuiskomst in mijn boshuisje ook nog steeds bloemetjes zag van stekjes van deze. Áls ik niet allergisch was voor poezen, dán zou  ik er graag één als huisgenoot willen. Maar nu ben ik alweer aan het bijkomen van een niesbui: een dikke kattenknuffel blijft niet zonder consequenties.


Áls ik in New York zou leven, dán was ik graag naar Wallstreet gekomen, om deze groep te bevestigen: Jews For Palestinian Freedom. Dat is zo geweldig in NY: je bent er nooit alleen in je opinie, nationaliteit, hobby, cultuur en de stad faciliteert dat je dit kan delen met al die anderen. Het centrale opvangcentrum voor immigranten is middenin Manhattan en dan zitten er buiten op de stoep, een straat lang, mensen buiten te wachten. Maar de nieuwkomer is wél in het hart van de stad gearriveerd. Hoe anders is dat dan hier in Nederland: ergens in het uiterste noordelijke puntje van Nederland, s’nacht met bussen verplaatst moeten worden naar een ander dorp omdat het quotum niet overschreden mag worden en overdag weer terug, met een minister die een bord wil plaatsen: Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer. Deprimerend.

Ook deze constatering is zó waar: de westerse nieuwsgaring, doet het steeds meer voorkomen dat de situatie in Gaza een natuurramp is, in plaats van door Israël zo veroorzaakt. Ook de 555 geldinzameling in Nederland, wil er zijn voor alle oorlogsslachtoffers, maar hoe neutraal kun je daarin zijn? Oorlog is geen natuurramp, maar een ramp door mensen veroorzaakt. Hoe kan de wereld dit toestaan? 


Tja, áls ik in NY was, dán…had ik nu heel andere dingen gedaan, dan dat ik nu doe. Ik zou mij mee laten nemen, zoals ik dat zeven weken deed. Maar…ik zou ook gaandeweg de stilte missen en die kleine observaties die alleen de natuur je kan geven. 


 

woensdag 16 oktober 2024

Oogst van de dag


Het zijn al die verschillende kleuren en vormen waar ik hier zo van geniet. Oók in een tuin die allang het beste van zichzelf heeft gegeven, op ‘instorten’ staat: binnenkort is alles weer kaal winterland.


De oogst van de dag: Joep de kat die eerder dan ik op het bankje zich al koestert in de onverwachte zon, ik zat aanvankelijk binnen. Een heldere volle maan die aan het stijgen was, terwijl ik buiten aan de andere kant van het huis, het donker had laten worden. Die ene oranje oostindisch-kers-bloem die stug is gaan bloeien uit de afvalopslag, waar zij al in weggeschoffeld was. Een onverwachte kom vol tamme kastanjes, nooit geweten dat deze hier was. Tomaatjes vanonder een andere afvalhoop.Gehavende appels onder de oude  appelboom, maar goed genoeg om er appelmoes van te maken, als je de rottende plekken eruit snijdt.
En een boek uit de boekenkast, echt een vondst. Ik hou nooit zo van korte verhalen; je moet je dan inleven in een korte situatie en een plot en dan moet je alweer vertrekken.
Maar deze verhalen zijn anders. Je komt in het zeer complexe gevoels- en gedachtengoed van de personages, vol tegenstrijdigheden, innerlijke strijd, de kloof die er kan zijn tussen de schijnbaar vanzelf goed lopende buitenwereld en alle hobbels en pijn die de ‘acteurs’ daarbinnen onzichtbaar ervaren.
Eén verhaal Op de Golven speelt zich af op een gondel door de Canal Grande van Venetië, waar een  gescheiden vader met zijn dochtertje in zit, die hij een paar dagen voor zich alleen heeft, en beide voelen alleen maar ongemak, in deze idyllische setting.
Een ander verhaal gaat over een professor Engelse literatuur in New York en zijn beste vriend waarmee hij fietst door Central Park en de veel jongere vrouw, een student, die ze beide begeerden, maar met wie hij uiteindelijk getrouwd is.
Hier ook de beleving van de gelaagdheid van New York , zoals ik dat zelf ook dagelijks zag, in één oogopslag en dan vooral die  ‘gespannen, behoedzame feeststemming’. 




dinsdag 15 oktober 2024

Maak mij mooi


Het is wel fijn om bij het openen van de gordijnen een vertrouwd landschap te zien waar in de juiste proporties de witte koeien wandelen, omlijst met de laatste gele zomerbloemen  en de lila asters van een herfst die nu toch echt begonnen is. Sinds New York, moet ik steeds de proportie van alles herinterpreteren: oké, er lopen of fietsen ergens wat mensen, maar waar zijn die anderen? Boven hen op terrassen, rijdend op de wegen, zittend op bankjes, joggend, winkelend, dansend, keuvelend? Al die mensen in al hun diversiteit. Hier klopt het beeld: wat vee in een wei, de hoge populieren als toneelgordijnen; klaar.

In de St Stevenskerk bij de Roze Viering afgelopen Zondag, in het kader van de Coming-out dag, viel voor velen ook wel wat te herinterpreteren. ‘Ik Zie Je’, was het thema: Hoeveel mensen konden dóór de travestie van deze mannen kijken en het niet als provocerend ervaren, zoals toch de algemene toon was van de reactie van publiek dat de kerk door de week bezocht had.

Wat willen deze mannen anders, dan tóch gezien worden? Thijs Rutten heeft ze op het internet gevonden en geschilderd. Daar zijn ze, in hun eigen huiselijke omgeving, bij een klerenkast, in de badkamer, in de keuken, in de hoek van een kamer…


Nee, hij wist niet dat hij uiteindelijk in een kerk gezien kon worden. Gedurende  ‘de heilige chaos’ tijdens de viering, waar iedereen uitgenodigd werd om langs de schilderijen te lopen en met elkaar in gesprek te gaan, zag ik sommigen, paarsgewijs, zwijgend erlangs lopen, maar een mevrouw zei tegen anderen: ik snap niet dat dit als provocerend kan worden opgevat. 


Bij dit schilderij had ik een gesprekje met een vrouw uit het koor, die begon te zeggen dat ze ook iets verlegens in de blik zag. Maar…ook iets gedecideerds. Ik reageerde door iets te zeggen dat onderschat wordt hoeveel het van iemand vraagt om tevoorschijn te komen. Dat iedereen toch eigenlijk niét wil opvallen, dat je net als alle anderen wilt zijn, en je je niet hoeft af te vragen of je wel geaccepteerd wordt. ‘Ik ben zelf hetero’ zei ze, ‘ maar het maakt voor mij écht helemaal niks uit hoe een ander is…maar waarom moet het dan vaak zó opvallend?’ Ze doelde eerst op die parades, waarop ik zei: ‘tja, áls je dan eenmaal naar buiten bent gekomen, dan kan dat ook feestelijk aanvoelen: Zie míj́!’
Ja, dan snapte ze ook wel. ‘Maar toch… ik wil je nog iets vragen: wat vindt jij er dan van, dat ik nou zou moeten praten over ‘mensen met een baarmoeder? Ik vind dat wél provocerend.’ ‘Ja, dat begrijp ik’, zei ik: ‘dat je niet meer gewoon zou kunnen zeggen dat je een vróuw bent! Ik vind dat ook doorgeschoten.’ Net nadat ze mij vroeg of ik hier zelf ook ervaring in had, kon ik niet meer antwoorden, want de muziek was gestopt, de ‘Heilige Chaos’ was voorbij.


‘Ik Zie je’: alles is in the eye of the beholder. 
Op de fiets van mijn stadshuis naar Kranenburg, door de bossen, 20 km,  neuriëde ik een lied dat in de viering gezongen werd: Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. Ik vind op YouTube de uitvoering van Trijntje Oosterhuis, die het lied van haar vader Huub, hier vertolkt. Die niet meer in de katholieke kerk gezongen mag worden, omdat hij niet orthodox genoeg is… Ze zingt het mij té hard, het zou meer indruk maken bij mij als de toon wat kwetsbaarder en zachter was. 
Die éne regel herhaalde ik op de fiets: Aan niets of niemand meer ten prooi.
Dát voor iedereen: door mensen zélf te bewerkstelligen en toch zó weinig aanwezig.



zondag 13 oktober 2024

Adembenemend Randschap


Het komt niet vaak voor dat locatie en kunstwerk een perfecte samenspraak met elkaar aangaan. Alsof het werk eruit is voortgekomen, terwijl dat helemaal niet kan: de industriële onverwoestbare ruwe muren van cement en de organische vormen die er nu te zien zijn. Ze komen uit een andersoortige wereld, maar hier komen ze samen. Een nieuw soort van Randschap, zoals de expositie in de Wiebenga silo heet, van Ingrid Geerdink op de Noordkade in Veghel, nog te zien t/m 15 December.


Er is zowel oud en heel nieuw werk te zien, maar ik zag plots de bewegende ruimtes van dat Randschap. Het speelt zich af waar het ontkiemt, maar ook waar het fossielachtig met aarde verweven is.


Het gaat plantaardig de hoogte in, maar vibreert ook in de nacht.


Het is er gedetailleerd, maar ook op de grens, waar het nog tastbare en het luchtledige samenkomen:


Het is daar, waar je het landschap nog herkent, maar waar het ook in de horizon overgaat naar Randschap.


Of daar waar alle vormen lijken te verdwijnen in aarde en vocht.


Je ervaart het, als je langzaam en intens kijkt, terwijl je ook de bewegingen van het lichaam van de maker kunt voelen. Ze kijkt, zuigt zich in het Randschap en geeft er vorm aan. Je vermoedt soms het grootse gebaar van royale vegen en dan weer het minutieuze krassen.
Randschap laat zich vinden. Het is de tussenruimte waar je op ademt komt; herademt. Het is nergens controleerbaar of doelbewust aanwezig. Het is daar waar natuur en cultuur elkaar treffen. Niet omdat iemand daar om vraagt, maar omdat het er ineens is, in dit werk.
Je zou willen dat het daar voor altijd zou kunnen hangen. Ik vond het adembenemend.

 

zaterdag 12 oktober 2024

Familie Feud - Finneas & Billie


 Doordat ik een interview bekeek met Finneas, de broer van Billie Eilish en mede producent van al haar liedjes, verscheen deze vanochtend als eerste op YouTube. Hij heeft een eigen album uitgebracht, For Cryin’ Out Loud!,  die ik nu langzaam aan het ontdekken ben. Ook al zo’n aparte titel; Hit Me Hard and Soft heet het album van Billie, dat ik zo’n beetje ken, zoals ik mij in mijn tienertijd LP’s eigen maakte; herhaaldelijk luisteren. Dit komt ook omdat zij haar album als geheel heeft uitgebracht, niet eerst liedje voor liedje zoals nu om commerciële redenen te doen gebruikelijk, en de liedjes bij elkaar horen. 
Dit liedje…zo vol warmte, zorg, nostalgie aan zijn zus, die pas 22 jaar is en al vanaf haar veertiende een leven in The Spotlight heeft.
Ik hoor ook het oudere broertjes perspectief, dat ik herken als oudste in het gezin waar ik uit kom. Ik heb heel tedere herinneringen aan mijn broertjes en zusjes toen ze jong waren en het liefste zou ik teruggaan naar die tijd. Toen alles nog ongecompliceerd was, liefde en zorg vanzelfsprekend. Maar in mijn familie is er een groot monster opgestaan van wantrouwen, competitie, elkaar beoordelen en veroordelen, eigen hersenspinsels uitleven en ik zwem daarin als een onnozele vis vol gevoel, die ondertussen geen ruimte meer ziet, tussen alle brokstukken en wrakstukken en het puin…
Zo, dit staat er dan ineens. Ga ik dit blogje dan het internet opslingeren? … Ja, dus, gedachtig de titel van het album van Finneas: For Crying Out Loud.


Zijn liedje is voor mij duidelijk familie van een liedje van Billie. Daarin de verstrengeling van geven om iemand én afstand willen, waardoor je niet zomaar de waarheid kunt vertellen, zelfs een leugen hebt verteld. Zij wéét tenminste wat zij deed. Want het enige dat relevant is, of een ieder over zichzelf kan reflecteren en met empathie kan kijken naar de ander;  pas dan ontstaat nabijheid. En dat maakt een relatie gelijkwaardig: Wederkerig.



vrijdag 11 oktober 2024

Hangen. Clara Peeters

Zomaar wat favoriete plaatjes vanuit mijn bostuintje in onverwacht helder ochtendlicht. De lucht lijkt blauw, maar sinds New York zie ik beter dat er toch een bijna doorzichtige melkachtige waas doorheen zit. De maan en het hart, als eerste op het terrras gelegd van witte steentjes uit het bos, na vier jaar vergroeid met gras en mos. Enzovoort.


Wanneer ik hele dagen hier ben, besteed ik een groot deel van de dag aan geconcentreerd lezen. Vandaag niet…ik ben aan het ‘hangen’, constateer ik nu. Gewoon de dag laten gaan, surfend op internet. De Ellende, New York, over de Amerikaanse presidentsverkiezingen, terug naar de Biënnale van Venetië, oude en nieuwe liedjes, een afwas daartussendoor, een podcast met Erik Jan Hermans, die Het grote autismeboek schreef, over zijn (o.a.) autisme dus. 
Dit is wat ik in New York niét deed: op één plek blijven, de hele dag; hangen, dus.


O, ja: ik eet ook de laatste kaasstengels op en wafel-rolletjes,  want volgende week ben ik hier niet en als ik dan terugkom, dan smaken ze veel minder want dan zijn ze oudbakken. Ik kom op het werk van Clara Peeters, degene die in de 17e eeuw geweldige stillevens schilderde en het mooie is, dat bij een aantal, ze dan ook zichzelf daarin betrok.


Het is natuurlijk juist keihard werken, op de toppen van je kunnen; zó prachtig kunnen schilderen.
Maar ergens is het ook het ultieme hangen: op één plek verblijven, de tijd uitschakelen, alle sensaties die er op je afkomen toelaten.


Bloemen en wijn, het zoute en het zoete, de bewerkte en glanzende materie. En daarin jezelf een plek geven.


Want je weet: hoe heerlijk de vruchten en de wijn ook zijn: Alles zal verrotten en vergaan. Eet en drink, zolang het kan, pluk de dag en geniet. De beeltenis in de kan, zal er ook alleen zijn, zolang jij er bent. Doe dat dus maar, als die mogelijkheid je gegeven is: Hangen.