zondag 6 oktober 2024

Welkom


 Dit was, na drie dagen afwezigheid, wel een leuk ‘welkomswoordje’ uit het bos: de rode paddestoelen, veruit mijn favoriet.


En een mooie avondlucht , terwijl ik op mijn bankje zit met een sigaartje, is ook gewoonweg genieten.

En toen ik net Arnhem in was gelopen, kon ik ook nog denken: Ja, ook hier: een mooi hoekje gecreëerd voor de mensen om te zitten. En meteen begon die andere waarneming: je kan nergens zomaar zitten, het is een betaald terras. Hoe ánders in New York, waar stoeltjes, tafeltjes, banken, het gras, je overal uitnodigen om plaats te nemen, een hele zithoek te creëren door met het meubilair te gaan schuiven, feesttenten neer te zetten, als het gezelschap maar niet groter wordt dan twintig. De openbare ruimte is van iedereen.

Hier is er geen gelaagdheid meer in wat ik zie en alles is zó klein en krap. In de bus en de trein, een béétje bijna claustrofobisch gevoelens. Achter elkaar, geen beenruimte, kijken naar de rugleuningen voor je. 

In het bos geniet ik van wat er is: de rust, de stilte: s’ochtends het rolgordijntje bij het keukenraam omhoogtrekken met het zonnegloren boven de bosrand, s’avonds de zwarte silhouetten van de bomen in een nachthemel, al dan niet met sterren. Vlak voor mijn zevende, en laatste, week in NY begon ik er naar te verlangen. Maar…in de stad mis ik de ruimte van NY. De grootsheid temidden van menselijke scènes, de brede rivieren waar mensen elkaar vinden en hun eigen ding doen. Hoe de grootste metropool van de wereld overal tegen mensen zegt: je bent hier welkom.