Het is óók een beetje mij losweken uit de dynamiek van New York, die mij moeiteloos meteen meeneemt als ik er ben. Dat uptempo; dat ik me er de hele tijd, ik overdrijf niet, alleen maar vrolijk voel en nieuwsgierig, dat alles prikkelt en mij een kietelend gevoel geeft van binnen.
Gewoon ‘thuis’ in mijn boshuisje zink ik meteen in mijn ‘meditatieve zelf’, als er zoiets bestaat, maar als ik onderweg ben, denk ik steeds: Ah, ja, dít kan ik in NY niét zien. Zoals het groen, glooiende landschap en de wolkjes die daarboven drijven, gisteren, onderweg.
Ik zit als vanzelf, mijn omgeving hier te berekenen en vind het leuk om de weg te zien op Google Maps: dat is dus 20 km heen en ook weer terug met de fiets, en dat duurt ongeveer een uur. In New York reisde ik in dezelfde tijd naar Upper Manhattan of naar Jackson Heights. Er gebeurt op dat kleine oppervlakte dat New York City is, zóveel: Nergens is de ‘wereldgeest’ van zoveel verschillende mensen, zó geconcentreerd aanwezig.
Hier is het weer een genoegen om de rood-met-witte-stippen al fietsend langs de kant van de weg te zien. En nee…dat kan in NY niet.