Kris Kristofferson is op 88 jarige leeftijd overleden. Ik was écht fan van hem in mijn tienerjaren. Zijn teksten hebben een literair gehalte, het blijkt nu dat hij ook Engelse literatuur heeft gestudeerd. Janis Joplin maakte zijn ‘Me and Bobby Mc Gee’ wereldberoemd en ik kende zijn ‘Help me make it through the night’ al eerder door Rod Mc Kuen. Er is één LP die anders was dan de rest, omdat hij daar ook over het geloof zong Jesus was an Capricorn was de titel en in het liedje was de tweede regel: He ate organic food. Ik wist toen niet wat dat was; ‘ organic food’. Maar je zingt gewoon lekker mee: He believed in love and peace and never wore a shoe
Ik vond zijn LP ‘ The Silvertongued Devil and I’ eigenlijk beter, alle liedjes zijn er kleine verhalen. Het was dat vrijgevochtene, dat niet in kaders willen passen, dat ik herkende.
Tegelijk heb ik ook twee LP’s waar hij zingt met Rita Coolidge, indertijd waren ze geliefden. Ze zongen over iets wat ik nog niet kende, maar wél hoopte ooit mee te maken. Zo’n teder liedje wat gaat over wat in De Kleine Prins ook zo eenvoudig en helder verteld wordt: hoe de vos zich tam laat maken.
‘The Pilgrim’ was aanvankelijk mijn lijfliedje. Dat past wel bij al die contrasterende gevoelens die door je lijf heen razen in de tienerjaren: He is a walking contradiction…
Het was ook de tijd dat ik hartstochtelijk op zoek was naar een levensvisie, een wereldbeeld; wat is je plek op deze aarde, wat betekent het allemaal? Ik had een affiche van William Blake in mijn kamer hangen, het was niet deze, maar de sfeer komt wel overeen: God ontfermt zich over de mens. Ik weet niet meer wat er eerder was: het affiche of die ALLES overweldigende ervaring die mij in mijn tienertijd overkwam: van onvoorwaardelijke liefde voor mij en het hele universum. Het grote, grote gevoel van onuitsprekelijke dankbaarheid dat dit teweeg bracht. Dé ervaring die mij later theologie deed studeren.
En dit liedje van Kris Kristofferson van die ene ‘gelovige’ LP gaf dit precies weer, ik heb het váák meegezongen. Ook nu nog kan ik erin mee, als ik mij conformeer aan het taalspel waar ‘God’ een tegenover is, iemand met wie je persoonlijk praat.
De vraag ‘Why me?’ blijft voor mij ook in alle andere taalspelen recht overeind: Waarom? … is de ene op de aarde de paradijsvogel en leeft de andere in oorlog, ellende, honger, afgronden van leed? Waarom heeft de ene de vitaliteit om het leven te omarmen, terwijl een ander altijd struikelt en in depressie verstrikt blijft?…