Zomaar wat favoriete plaatjes vanuit mijn bostuintje in onverwacht helder ochtendlicht. De lucht lijkt blauw, maar sinds New York zie ik beter dat er toch een bijna doorzichtige melkachtige waas doorheen zit. De maan en het hart, als eerste op het terrras gelegd van witte steentjes uit het bos, na vier jaar vergroeid met gras en mos. Enzovoort.
Wanneer ik hele dagen hier ben, besteed ik een groot deel van de dag aan geconcentreerd lezen. Vandaag niet…ik ben aan het ‘hangen’, constateer ik nu. Gewoon de dag laten gaan, surfend op internet. De Ellende, New York, over de Amerikaanse presidentsverkiezingen, terug naar de Biënnale van Venetië, oude en nieuwe liedjes, een afwas daartussendoor, een podcast met Erik Jan Hermans, die Het grote autismeboek schreef, over zijn (o.a.) autisme dus.
Dit is wat ik in New York niét deed: op één plek blijven, de hele dag; hangen, dus.
O, ja: ik eet ook de laatste kaasstengels op en wafel-rolletjes, want volgende week ben ik hier niet en als ik dan terugkom, dan smaken ze veel minder want dan zijn ze oudbakken. Ik kom op het werk van Clara Peeters, degene die in de 17e eeuw geweldige stillevens schilderde en het mooie is, dat bij een aantal, ze dan ook zichzelf daarin betrok.
Het is natuurlijk juist keihard werken, op de toppen van je kunnen; zó prachtig kunnen schilderen.
Maar ergens is het ook het ultieme hangen: op één plek verblijven, de tijd uitschakelen, alle sensaties die er op je afkomen toelaten.
Bloemen en wijn, het zoute en het zoete, de bewerkte en glanzende materie. En daarin jezelf een plek geven.
Want je weet: hoe heerlijk de vruchten en de wijn ook zijn: Alles zal verrotten en vergaan. Eet en drink, zolang het kan, pluk de dag en geniet. De beeltenis in de kan, zal er ook alleen zijn, zolang jij er bent. Doe dat dus maar, als die mogelijkheid je gegeven is: Hangen.