Het Reichswald, vlakbij Kranenburg; flink hoogteverschil, bijna klimmen en dalen over kleine paden, langs hoge varens. Schoonzusje was steeds bang dat wilde zwijnen ons omver zouden trappelen.
De plaatjes van bij de boerderie, zoals Joep die voor de regen schuilt. Koeien bij Sonsbeek. Géén herten in de Hoge Veluwe, maar het is er wél mooi herfst. Wat fantastisch toch, om daar doorheen te fietsen, de stilte en de ruimte. Het is bij elkaar vanaf het erf van Richtersgut, 58 km terug naar mijn boshuisje.
Maar… verder, langs de buitenwijken van Arnhem-zuid en een stukje door de binnenstad: alles is zó benauwd klein. Ik reken uit dat de huizen aan het park, elk minstens vier keer zo klein en laag zijn, dan vergelijkbare huizen in New York. Ik hoor mezelf hardop zeggen: ‘Ik vind er niks aan’. Geen dynamiek, nauwelijks mensen, er hangt geen sfeer, er is geen ‘drive’.
Ja, ik mis New York. Ik werd daar elke dag volijk wakker en voelde mij er helemaal thuis. Ik liep er rond als een blij ei. En nu…voelt het ook een beetje aan als liefdesverdriet.