Het is wel heerlijk om een dikke warme kat, die alles met zich laat doen wat je wilt, tegen je aan te voelen en te knuffelen. Terwijl het met heel lichte motregen buiten warmer is dan binnen en de OostIndische kers als onkruid over de klimop woekert. Ik was blij dat ik bij thuiskomst in mijn boshuisje ook nog steeds bloemetjes zag van stekjes van deze. Áls ik niet allergisch was voor poezen, dán zou ik er graag één als huisgenoot willen. Maar nu ben ik alweer aan het bijkomen van een niesbui: een dikke kattenknuffel blijft niet zonder consequenties.
Áls ik in New York zou leven, dán was ik graag naar Wallstreet gekomen, om deze groep te bevestigen: Jews For Palestinian Freedom. Dat is zo geweldig in NY: je bent er nooit alleen in je opinie, nationaliteit, hobby, cultuur en de stad faciliteert dat je dit kan delen met al die anderen. Het centrale opvangcentrum voor immigranten is middenin Manhattan en dan zitten er buiten op de stoep, een straat lang, mensen buiten te wachten. Maar de nieuwkomer is wél in het hart van de stad gearriveerd. Hoe anders is dat dan hier in Nederland: ergens in het uiterste noordelijke puntje van Nederland, s’nacht met bussen verplaatst moeten worden naar een ander dorp omdat het quotum niet overschreden mag worden en overdag weer terug, met een minister die een bord wil plaatsen: Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer. Deprimerend.
Ook deze constatering is zó waar: de westerse nieuwsgaring, doet het steeds meer voorkomen dat de situatie in Gaza een natuurramp is, in plaats van door Israël zo veroorzaakt. Ook de 555 geldinzameling in Nederland, wil er zijn voor alle oorlogsslachtoffers, maar hoe neutraal kun je daarin zijn? Oorlog is geen natuurramp, maar een ramp door mensen veroorzaakt. Hoe kan de wereld dit toestaan?
Tja, áls ik in NY was, dán…had ik nu heel andere dingen gedaan, dan dat ik nu doe. Ik zou mij mee laten nemen, zoals ik dat zeven weken deed. Maar…ik zou ook gaandeweg de stilte missen en die kleine observaties die alleen de natuur je kan geven.