donderdag 30 januari 2025

The Wings That Fly Us Home


 Dit heeft wel wat: zo’n machtige condor, die uit gevangenschap los wordt gelaten, voor het eerst in de vrije natuur. Zij blijft rondstappen aan de rand van het ravijn. Slaat voorzichtig voor het eerst haar machtig grote vleugels uit. De reel laat niet het moment van werkelijk weg vliegen zien. Hoe lang zou het geduurd hebben eer zij werkelijk afscheid durfde te nemen van de vaste grond onder de voeten?


Bijna daartegenover, deze energie. Schilders van de Brooklyn Bridge in 1920. Niet bang in de kabels te klimmen, de brug te trotseren. Doen alsof je een vogel bent.


Ineens kwam dit, voor mij oeroude liedje naar boven. Ik was een puber, woonde thuis en wist niet hoe te ontsnappen aan alle vanzelfsprekendheden die bij jouw ouderlijk nest horen. Maar ik wist wél dat ik daaruit moest, weg vliegen, mijn eigen vrijheid tegemoet. 
Hoe wordt je iemand die niet meer aan de onzichtbare leibanden van je ouders loopt, die voetje voor voetje je eigen ruimte schildert? Ik weet het niet, maar je gunt het een ieder. 
Soms sta je aan de zijkant en meen je te zien hoe moeilijk het een jong wordt gemaakt om werkelijk weg te vliegen. De vanzelfsprekendheid van familiegebruiken, wijzen van omgang, verwachtingspatronen, kunnen een korset zijn, een onzichtbare kooi.
Maar je staat aan de zijkant en je kunt geen ijzer met handen breken.
Dan hoop ik maar dat het zo kan zijn; het ervaren van  The spirit die je naar jouw eigen huis kan laten vliegen. Dit liedje heb ik eindeloos gedraaid in mijn pubertijd. De woorden openden een perspectief en brachten mij thuis.


woensdag 29 januari 2025

De God die aanwezig wil zijn


 Als ‘geflipte theoloog’ weet ik nooit wat ik kan zeggen op de vraag of ik nu wel of niet geloof in God.
’Nee’, zeg ik, als ik Trump zie verwijzen naar het opperwezen dat hem gered zou hebben om Amerika weer groot te maken.  
‘Ja’ , zeg ik als er een vermoeden voelbaar is dat er licht en energie en samenhang is, die ons tegemoet komt in de stilte.


Wanneer ik zo’n papieren bloesemboompje zie bij het Vredespaleis in Den Haag, vol hartewensen.


Wanneer ik zelf een verband maak tussen willekeurige gevonden voorwerpen en ik het weer achter mij laat voor een vrij spel met de wind in de ruimte.


Ja, ik geloof in God; Overal waar mensen de poging van het hart blijven wagen, dat deze niet ondergesneeuwd kan worden en durven:  Elkaar vrede blijven wensen, vreugde, verbondenheid, verrukking. Desondanks. En toch…



dinsdag 28 januari 2025

Diva en sterren




 In de Kunsthal was er ook nog de tentoonstelling DIVA. Die werkte meer als een toetje, terwijl het waarschijnlijk de hoofdtentoonstelling is. De geschiedenis van het fenomeen ‘een diva zijn’ van de oude opera zangeressen tot en met het heden in de popcultuur. Opvallend is de grote emanciperende rol, die vrouwen daarin hadden én dat meerderen ervan biseksueel waren, zoals Sarah Bernhardt en Greta Garbo. Pas in het heden kwamen er ook mannen bij, zoals Elton John en Freddy Mercury. De grote afwezige hier was David Bowie.



Nieuwe kennis, deed ik erop: nooit geweten dat er zo’n invloedrijke vrouwelijke regisseur is geweest. 

Zo’n affiche laat zien, hoe weinig serieus de mannenwereld aanvankelijk de vrouwenemancipatie namen. Men maakte gewoon reclame voor havermoutpap over de ruggen van vrouwen die in de gevangenis terechtkwamen omdat zij staakten in hun strijd voor het vrouwenkiesrecht! Ziehier de overeenkomst met nu: dat leden van Extinction Rebellion gecriminaliseerd worden, terwijl hun zaak volkomen terecht en noodzakelijk is.


Er was vooral veel glitter en glamour, veel oorspronkelijke kostuums die de Diva’s droegen, waaronder ook de jurk die Nikkie de Jager/Tuttorials droeg toen zij de finale van het Songfestival presenteerde. De jurk zit vol kralen in de transgenderkleuren, voor wie zij ook een statement maakte. Al haar outfits hadden kleuren erin verwerkt van de transgendervlag. Nu met de regering van Trump, bestaat ze niet meer. Europa heeft echt wel wat waarden omhoog te houden.


Je kreeg een koptelefoon mee, met muziek van opera-aria’s van Maria Callas tot ‘Simply the Best’ van Tina Turner en nog oudere en modernere muziek, die geen plek hebben in mijn geheugen. Al met al dus vooral een feest en een lust voor het oor en het oog. De goede achtergrondinformatie was volkomen weggewerkt in kleine lettertjes op A4 achtige velletjes, onbelicht, helemaal onderaan. 

Gisterenavond vond ik een nieuwe app Night Sky. Ik stond buiten onder een volkomen heldere sterrenhemel en zag dat eentje rood van kleur was. Zou dit dan Mars zijn? Dat bleek te kloppen en nu kon ik ook feilloos Jupiter aanwijzen, aan de andere kant van het sterrenbeeld Orion. Je kunt de app helemaal toepassen op je eigen locatie en je krijgt dan ook allerlei info, op welk moment al die sterrenstelsels en planeten verschijnen en weer ondergaan en hoe laat exact het ruimtestation voorbij komt. Aan de andere kant zag ik nu de gekantelde Grote Beer, die later op de avond dus weer op een andere plek te zien is. Die dynamiek van een bewegende aarde in het heelal, kwam plotsklaps erg binnen. Al die sterrenbeelden om je heen. Hoeveel méér sterren er eigenlijk zijn, want ik zie alleen een beperkte donkere nacht, waar er enkelen oplichten.


maandag 27 januari 2025

Castricum aan Zee




 



Het was er weer prachtig, een perfect dagje in de natuur, op die ene zonnige dag, in alweer een week vol regen, wind en mist. Ik kijk terug in mijn eigen blog: het was in 2009 dat ik er voor het eerst was: Castricum aan zee, dus. Op 11 Januari 2010 zag ik er mijn eerste vos in de sneeuw. In 2012 en 2013 reis ik regelmatig in 2 uur naar Castricum en fantaseer dat ik er mijn ‘natuurgebied naast de deur’ van ga maken, gewoon één keer in de twee weken ofzo erheen, naar mijn geliefde zee, en dan op de terugweg Pekingeend eten in Amsterdam aan de Zeedijk. Kennelijk was de visualisatie van deze fantasie genoeg om dat niét te gaan doen. Pas in 2016 was ik er weer.


En nu is het 2025, negen jaar later. Is het écht zó lang geleden? … Wat gaat de tijd dan snel, dat aloude cliché. Het moet wel. De grootste verandering is, dat de hele horizon is volgebouwd met windmolens. Wat erg ook, eigenlijk. Nooit meer dat gevoel van vrijheid, dat idee van de eindeloze horizon die lokt, naar vrijheid… Je kijkt nu naar een nieuw wingebied. Noodzakelijk ook, maar het is óók verlies.


En het voorheen stille strand heeft nu ook strandtenten. Nog nooit heb ik het er zó druk gezien. Op de terugweg over de Zeeweg was er een file van auto’s. Voor het eerst kwam ik vanaf het strand, wandelend in noordelijke richting uit bij Camping Bakkum en liep door een verlaten duinlandschap met allemaal lege staanplaatsen. 


Alle caravans worden dus na het seizoen van het terrein gesleept en wachten, hutje mutje op elkaar,  tot ze weer mogen. De camping heeft een rijke historie, ze hebben er een historische route uitgezet en daarop zie je in zwart-wit foto’s hoe het eerder was. Vroeger was het zo, dat bij de opening van het seizoen, in het begin, de eigenaren van de stacaravans voor de poort bivakkeren en dan naar de plek rennen waar ze willen staan. Zou dat nog steeds zo zijn? Op hun website zie ik wel dat er nu geen seizoenplaatsen beschikbaar zijn. Wanneer ik in September daar vier weken zou willen kamperen, ben ik rondom de 1100 euro kwijt en kun je aangeven of je een zon- of bosplek wilt,  nabij de speeltuin of het openlucht theater…enzovoort. Ik denk dat het voor kinderen een onvergetelijke plek zal zijn, met dat oeroude campinggevoel van altijd in de natuur zijn en vriendjes maken over het hele land. 
Zó was het ooit ook hier, maar de camping is een ‘recreatiepark’ geworden met héél sjieke ‘huizen’, waar je mee kunt investeren. Er is hier bijna niemand meer in de weekenden en in de winter; het is alleen drukker in schoolvakanties. Ik vind het wel aangenaam en natuurlijk ook, dat je hier het hele jaar kunt verblijven en er dus kan wonen.
Maar ik dwaal af. 
Uiteindelijk, na mijn rondwandeling, sloot ik de dag af op traditionele wijze: juist ja, met Peking Eend in Amsterdam.



zaterdag 25 januari 2025

Aimée de Jongh in de Kunsthal


In de Kunsthal las ik de volledige Graphic Novel van Aimée de Jongh, Dagen van Zand. Een jonge fotograaf wil een reportage maken over wat de Dust Bowl is gaan heten in delen van Amerika. Ik zat er met een koptelefoon op met geluiden van wind en zand en echte beelden en filmpjes uit die tijd.
Ik zag ooit een filmpje over hoe zij de beweging van zand heeft bestudeerd om het getekend te krijgen.
Aimée de Jongh is hiermee definitief internationaal doorgebroken en nu heeft zij dus ook een overzichtstentoonstelling van heel haar werk in de Kunsthal. Ze woont in Rotterdam en heeft een Indische achtergrond; haar vader, kunstschilder, is geboren in Batavia.


Na Dagen van Zand uit 2021, maakte ze Zestig Lentes, iets heel anders; over het liefdesleven van een zestig jarige en nu is er Lord of the Flies, prominent op de schappen in Boekhandels aanwezig. Al in 2014 had ze het lef om aan de uitgever van dit beroemde boek van William Golding, dat over jongens gaat die in de wildernis na een schipbreuk trachten te overleven, te vragen of ze een stripversie mocht maken. Die weigerde, maar kwamen na het succes van Dagen van Zand zelf vragen of ze dat alsnog wilde. De eerste druk van 6000 exemplaren was  binnen twee dagen uitverkocht.


Ze keerde daarvoor ook terug naar de aloude techniek van pentekeningen die ze daarna inkleurde, zo’n moment om weer te zien dat Graphic Novel een kunstvorm is.


Ze maakte ook een boek waar ze zelf in voorkomt, als degene die over een vluchtelingenkamp in Griekenland verslag wil doen. Meteen zie je dan hoe tekeningen zoveel meer informatie kunnen geven; voordat je dit allemaal in woorden hebt beschreven, ben je pagina’s verder.

  
Ze is ook animator en illustrator en maakt filmpjes en deze vond ik erg intrigerend; je ziet tegelijkertijd de kop van een eend en een haas en ze sterven.’Janus’ heet het.



vrijdag 24 januari 2025

Beeld van Mens; Thomas J Price


In de Kunsthal bleek er een tentoonstelling te zijn van de kunstenaar van dat grote beeld bij de ingang van het Centraal Station. Er was een maatschappelijke discussie toen ze verscheen, tot op politiek niveau, meen ik mij te herinneren: kón dit wel, zo’n standbeeld van zo’n gewone vrouw in trainingsbroek, zij had toch niks gepresteerd, is dit een grap? 
Dan heb je toch mooi het hoogst mogelijke bereikt als kunstenaar, ook als dat precies je bedoeling is. Mensen aan het nadenken zetten, hopen dat zij een stap vooruit zetten, op weg naar meer empathie. Ik zag hem in een filmpje hierover vertellen en ik vond zijn sympathieke uitstraling samen vallen met wat hij maakt.
Deze vrouw heeft haar handen in de zakken, maar die handen zijn wel gebald tot een vuist en dat geeft haar kracht. Je hoeft het op een bewust niveau niet waar te nemen, maar onbewust komt ze wél binnen.


Hij noemt zich allereerst een beeldhouwer, alleen is hij in de loop van de tijd allerlei technieken gaan gebruiken, ook computergestuurd en met A.I : Uit meerdere levende modellen een nieuw beeld maken en dit laten gieten in kunststof. Er is één heel kleine buste van gips, met de eigen hand gemaakt en daar zie je zijn kunde. Het is het gezicht van een oudere buschauffeur die hij kent, refererend aan al die klassieke bustes. Er zijn ook marmeren hoofden waarbij hij in rood de energie schilderde waarmee hij ze maakte.
En filmpjes van plastic-achtige hoofden die je frontaal aankijken en die zwijgend alleen met de ogen knipperen. Ik voelde in het donker ineens mijn eigen ogen knipperen en de kwetsbaarheid van het gezicht voor je en daarmee van elk mens kwam binnen. Dit ben je, zonder masker op.

Hij heeft een keer een openbare performance gedaan,  waar hij een muur likt (!). Aanvankelijk zie je dus niks, het laat geen zichtbaar spoor na. Maar dan gaat zijn tong ervan bloeden en zie je soms wel iets. Ook maakte hij goudkleurige hoofden die de associatie krijgen van godheden die je kunt vereren en bewonderen.  Maar er zijn ook kleine naakte mannen waar je omheen kan lopen en kunt bestuderen en je de vergankelijkheid van elk lichaam laten voelen. Het zéér grote beeld van brons daarentegen geeft zo’n verschijning een ongenaakbaar cachet. En zo komt het hele scala van menselijke leven aan bod en mooi is dat de menssoort met wie je deze reis maakt, nou eens niet wit is, maar zwart.

donderdag 23 januari 2025

Groot-Klein Rotterdam


Ik moest ook wel lachen om mezelf, want de reactie is volkomen voorspelbaar. Vroeger, wanneer ik het station van Rotterdam uitliep werd ik steevast bevangen door het imposante ‘vergezicht’, de brede straten, het meteen razende verkeer en de trams voor je neus, de Nederlandse wolkenkrabbers. Nu, na New York voelde ik mij als dat beeld voor het station;  als Alice in Wonderland, véél groter gegroeid en alles was zo ienie mini klein.


Nee!, dacht ik, zijn dit nu die wolkenkrabbers?! Het leken nu kleine flatgebouwen in een wijk, ergens achteraf.


Nog steeds, natuurlijk, hangt er wel een internationale sfeer. Zo’n Chinees- christelijke kerk, de bijzondere architectuur van de Pauluskerk en daar ergens aan de promenade aan het water ligt dat Chinese restaurant waar Zusje en ik met Moeder op een zondagse ochtend heengingen, om er Dim Sum te eten met familie die in Rotterdam woont; een nicht van mij is er de eigenaar van een groot Chinees Restaurant, dat ik nooit gezien heb. Waarschijnlijk verzorgde zij geen zondagse brunch-Dim Sum; dat zijn allerlei verschillende hapjes die geserveerd worden met Chinese thee. 


En daar staat Kabouter Butplug nog steeds, op wat nu een dorspleintje leek, maar nog steeds vlakbij die linkse boekhandel, waar ik op de terugweg allemaal nieuwe Graphic Novels ontdekte, uitgegeven in Nederland. Museum Boymans van Beuningen wordt al heel lang verbouwd, maar het Kunstdepot waar alle kunst in is opgeslagen, had ik nog nooit gezien. Zó lang geleden was het dus, dat ik in Rotterdam was.


In de vervormende spiegeling van het Kunstdepot sta ik in het midden helemaal verschrompeld tot een dwerg en dan zou je toch bijna kunnen beleven dat Rotterdam wel een imposante wolkenkrabber-achtige skyline heeft. Maar het ís niet zo. 
Ik kon er niks aan doen, maar de Kunsthal was ook ineens iets van een schuur, of een container geworden en ik vergeleek het met het Whitney Museum van moderne kunst in  NY. Niet doen. Van binnen is het ook wat sleets geworden, nou ja, zo beleefde ik dat nu.
Op zo’n zwaarbewolkte, koude dag met regen en mist werd ik wel urenlang in andere werelden gezogen, en deed het wat elk goed museum doet. Even gauw terug naar mijn normale lengte om te kunnen door de ingang.

 

dinsdag 21 januari 2025

Paleistuin

 








Panorama Mesdag. Vastgelegde werkelijkheid


 Eindelijk was ik dan in ‘Panorama Mesdag’, een oeroude term; ik heb de herinnering dat mijn opa mij beloofde om daar een keer heen te gaan en zijn uitleg erover:’je ziet de zee, maar het is niet echt, het is allemaal geschilderd, zover als je kunt kijken, overal om je heen, de zee.’ Ik snapte het niet echt, ik kon me er niet goed iets bij voorstellen, behalve dat alles geschilderd was.Daarom is de term altijd bij me gebleven.
Grappig dat de fantasie hierover toch letterlijk groter was dan de werkelijkheid, die in de loop van mijn leven wel is bijgesteld, door beschrijvingen van mensen die er geweest waren. Maar ergens bleef toch het idee dat het IMMENS zou zijn, ik dacht ook dat het buiten het centrum van Den Haag lag, in een circustent, of zoiets.
Maar het is gewoonweg in een straat en het is het oudste panorama op de wereld die nog in het oorspronkelijke gebouw is. Er waren ooit meer dan 300 Panorama’s, gemaakt na de uitvinding in 1787 door ene Robert Barker, maar na 1900 toen de fotografie een vlucht nam, en in haar kielzog de film, verdween de aantrekkingskracht ervan. Ze werden in stukken geknipt of simpelweg vernietigd.


Mijn fotobibliotheek op IPad maakt uit zichzelf een collage met muziekje erbij, van mijn dagje uit in Den Haag. Waarop het selecteert, je hebt géén idee. Zo raar, dat alles nu razendsnel vastgelegd wordt en verspreid wordt. Iedereen weet wie ze is, hoe ze eruit ziet, waar je geweest bent en men voorziet het van commentaar en anderen kunnen daar weer op reageren…Het is nu bijna onbestaanbaar dat ‘zeesterren zoeken met opa’ nu voor iemand alleen maar een herinnering is, die je nooit meer terug kunt kijken. 
Hoe zeer is dat ook niet een verlies aan intimiteit en het je veilig kunnen voelen in een onschuldige wereld. Onbespied zijn. Niks anders dan de uniekheid van die ervaring: één op één, samen op het strand,  hij en ik.

maandag 20 januari 2025

Steenhoop ( antidotum tegen Blue Monday)


 
 Dit schilderij van Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) kwam meteen binnen. Het heeft een ‘Zen- kwaliteit’; het soort van besef dat in elk moment van het leven alles aanwezig is van wat belang is. Áls je je maar oefent om elke ademtocht in je te laden met het volle leven.
Je ziet de zwaarte van de hoop stenen, met de belofte erin dat er gebouwd zal worden, ze zullen oprijzen.
Je ziet die ene man, die het samen met vele waar zal maken, op de drempel van een nog niet bestaande deur.
Ook het genoegen en de intensiteit van het schilderen door de maker is aanwezig: het zien van kleine structuren, de abstractie van de rechte lijnen en de diagonale rode steen die het doorsnijdt. De hobbelige klinkers en het grint op de straat. Die enkele lege emmer waar je de stenen mee kan vervoeren.
 Life is a bumpy road, but I am still standing…Bestaan deze regel al ergens, of verzin ik het hier ter plekke?


Ik denk ook aan dit gedicht met haiku-kwaliteit dat al sinds de middelbare school met mij meegaat van William Carlos Williams (1883-1963). Ik lees nu op Wikipedia dat hij het wellicht geschreven heeft bij het ziektebed van een doodziek meisje, die hij verzorgde, hij was dokter. Hij keek naar buiten en zag het rode kruiwagentje, speelgoed van het kind.
Ik heb dit nooit eerder geweten. De urgentie zit in de woorden zelf. Ze zeggen: Leef! Leef NU! Maak het mogelijk!
Tegelijk is er stilte. Er is niks dat je kan doen. Er is louter een waarneming. 

zondag 19 januari 2025

De ruimte in Den Haag en mijn geschiedenis



Ik merk dat ik een stad nu beleef met de blik zoals ik die in New York ontdekt heb: oog voor architectuur, hoe een wijk of een gedeelte ontstaan is en tegelijk dat het detail en de mensen daarin de energie mee bepalen. En nu denk ik dat Den Haag van alle steden in Nederland voor mij het meest ‘New Yorkaans’ is; dat in deze stad allure, geschiedenis, internationaliteit, ruimte én natuur (de zee dichtbij) op een klein oppervlak allemaal aanwezig is.
Daarbij is mijn eigen geschiedenis met deze stad bepaalt door mijn herkomst. In mijn studententijd moest ik met mijn Indonesische paspoort voor elk trip buiten de Benelux en Duitsland op visumjacht naar ambassades en consulaten in Den Haag.


Ook leuk, zo’n kunstwerk midden op de Lange Voorhout en dat dit dan de beleving van de omgeving versterkt, daar zijn ze in NY ook zo goed in. Maar hier staat het huis van Oldenbarnevelt uit 1611 en werden er op de Lange Voorhout 800 jaar geleden al bomen geplant en veel monumentale bomen die er nu staan dateren van 1745; daar kan NY niet aan tippen!
Op Noordeinde kwam ik terecht in de sfeervolste spiri-zaak ooit, met boeddhabeelden en héél veel stenen, er waren er die ik nog nooit gezien heb.


Tja, ‘koninklijk’ is het er met Paleis Noordeinde. In een etalage portretten van Erwin Olaf uit 2021 van een ‘lakei’ en de eerste koetsier van een rijtuig die op Prinsjesdag present zijn. Hij weet die blik te vangen van volkomen serieus zijn, maar toch met een zweem van ironie, die hij ook zo vast heeft gelegd bij de Koninklijke Familie, alsof de gezichten ook zeggen; het is maar een spel. Een heel andere sfeer dan rondom Wilhelmina  met haar ‘Eenzaam maar niet alleen’.
In de Internationale boekhandel werd ik nadrukkelijk verwelkomd terwijl ik las in een boek van Natalia Ginzburg die al een favoriete schrijver van mij is. Je herkent haar meteen en dit is zo’n uitzonderlijke boekhandel waar je oude vrienden tegenkomt en waarvan je dan gaat vermoeden dat elk boek dat je er ziet liggen, een nieuwe vriend zou kunnen opleveren omdat ze zich allemaal in elkaars goed gezelschap bevinden.
En dan was er ook nog die andere ‘boekhandel sinds 1921’, maar nu vooral een ontmoetingsplek.


Ik viel met mijn neus in de boter in Moesson, de enige Indische boekhandel in Nederland en ook de naam van het maandelijkse tijdschrift dat ze uitbrengen. Ook hier werd ik welkom geheten door de eigenaar, die de kleindochter van Tjalie Robinson bleek te zijn, een bekende Indische schrijver en oprichter van het blad Tong Tong, de voorloper van Moesson. Elke Moesson heeft een periode van rust en van drukte vandaar de nieuwe naam. 
Ik hoorde meteen de heftige slagregens en hoe dan alles verfrist, het groen intenser wordt en de aarde gaat geuren. Zo hoopt men de nieuwe generatie te betrekken bij hun Indische wortels, zo vertelde ze aan een groepje die een culinaire excursie deed. Zij serveerde hapjes die gemaakt waren bij een familie die bij de haven woonden, ooit een visboer die door Indische mensen die daar met een hele enclave in de buurt waren neer gestreken, werd aangemoedigd om Indonesische gerechten te maken en te verkopen, zij leverden de recepten.
Nu realiseer ik mij ineens, dat mijn geschiedenis met Den Haag nog veel ouder is. Opa en Oma woonden in Voorburg, ook zo vers uit Indonesië aangekomen. De geur van trassi in het trappengat naar boven, als de voordeur al openstond. Vanaf baby tot in de lagere school leeftijd kwam ik daar. Ik ging er bij mijn opa achterop de fiets.We reden door een stil Den Haag, heel vroeg in de ochtend, naar Scheveningen, we gingen er zeesterren zoeken op het strand.

donderdag 16 januari 2025

Hebban olla vogola nestas; Troostvogel



Ik raak bij het ontwaken verzeild in de uitleg over de oudste Nederlandse poëtische tekst:Hebban olla vogola nestas hagunnan…etc , dat in modern Nederlands dan wordt: Alle vogels zijn aan hun nesten begonnen, behalve jij en ik, waar wachten we nog op?
Het is in de elfde eeuw opgeschreven in een abdij in Rochester in Engeland en staat bekend als een probeersel met een nieuwe ganzenveer. Daar schreven de monniken mee. Als er een nieuwe pen in gebruik werd genomen, dan moest het uiteinde scherp worden gesneden en vervolgens voor het eerst uitgeprobeerd, alvorens in het echt gebruikt, voor het overschrijven van Latijnse teksten en dergelijke.
De theorie is, dat deze monnik, die oorspronkelijk uit Vlaanderen kwam, dit toen opschreef. Het is de eerste literaire tekst, en wel omdat het een persoonlijk verlangen uitdrukt.
Best pikant en eigenlijk heel vooruitziend en realistisch: een monnik die geacht werd celibatair te leven, droomt erover om met iemand een nestje te bouwen. Leuk voor mijn eigen nestgeur is, dat het een franciscaanse minderbroeder was.


Al surfend kom ik dit geinige liedje tegen, dat de oudste liefdeswoorden in de Nederlandse taal moderne handen en voeten geeft.
En hoe kom ik zover? Dat komt omdat ik bij het slapen gaan, een ander liedje vond, dat Troostvogel heet en dat afgelopen zondag bij Groentenman gezongen werd met kinderen en dat Herman van Veen en anderen eerder naar kinderen zingen. Mooi én troostrijk. Ik dacht: Heel vroeger zouden kinderen met de paplepel mee krijgen dat zo’n  ervaring van troost die zomaar naar je toe kan komen uit die gigantische werkelijkheid, van God is; dat God je troost. Nu is dat niet meer nodig. Troostvogel kan van alles en iedereen zijn, en ja voor sommigen blijft de naam van Troostvogel dan toch God.




Rare flavours; Chai in India


 Het heeft wel wat, die dikke mist rondom mijn boshuisje. Alles grijs en stil, de bomen rondom mij roerloos. En s’ochtends het mooie patroon bewonderen in de bak waar ik altijd mijn gezicht in was, al eerder moest ik met een steen een gat in het ijslaagje hakken, vandaar die breuken en die rondjes zijn waarschijnlijk weer bevroren luchtbelletjes?


Ik las en bekeek de graphic novel die in vele top 10 lijstjes van 2024 stond, van de Indiër Ram V en Filipe Andrade, een Portugese tekenaar. Hiermee was ik ineens ook weer in het warme India.


Het eerste plaatjes is die van een dikke man die naar een schilderij kijkt. Het blijkt dat deze demon, die op aarde is gekomen in de gedaante van een beroemde tv-kok, naar zichzelf kijkt. De demon heeft de fantasie om heerlijke gerechten te maken, maar eet daarna degene met wie hij het bereidt, op. Op aarde wordt hij, net als op het schilderij, achtervolgt door demonenjagers die hem willen doden. De dikke ‘kok’ huurt een jongeman in die foto’s en video’s van hem moet maken en die lijkt op de schrijver Ram V.


En dan ben je weer in de drukke straten en de levendige interactie, met al die mensen, zo dichtbij elkaar, waar modern en traditioneel door elkaar lopen.


Het leuke is, dat er ook echte recepten in staan, met de ontstaansgeschiedenis van de gerechten. Het recept van chai, thee dus, bracht mij terug in Mahabalipuram, waar op de hoek een theestalletje was. Gaandeweg kwam ik erachter dat deze thee drie keer per dag vers bereidt werd in een grote ketel. Als de thee op was, werd de ketel gewassen en op haar kop neer gezet, wachtend op de volgende ronde. In het begin viste ik dus naast het net, dan was de thee al op. Ik heb vaker op een bankje erbij toegekeken hoe de laatste hand eraan werd gelegd en nu pas weet ik waarom dan die thee met snelle handen op en neer gegoten werd.

De heel hete chai is kruidig, melkachtig en zoet. Wonderwel ook heel verkwikkend en dorstlessend, het geeft een oppepper. Die sensatie kwam helemaal terug: hoe je inderdaad, net zoals op de plaatjes, je vingers net aan de bovenkant van het glaasje kon houden waar het niet warm was en dat je dan met kleine slokjes de thee door je keelgat voelde zakken, lekker slurpend.