Ik fietste vrijdag bij een stralende zon op mijn dooie akkertje naar Nijmegen, door de Hoge Veluwe; 56 km. Zittend op mijn handschoenen zeeg ik neer om mijn boterhammen en water te nuttigen en ontwaarde een mooie grote steen naast mij. Met wat wrikken kwam deze los uit de grond en ik besloot op de terugweg op de Zondag deze dan mee te nemen.
Tot mijn grote verbazing was het druk rondom mijn steen. Wat was dat nou weer? Mensen waren op vossenjacht, er liep er eentje rond en mensen met telelenzen er dus omheen. Ik moest een beetje doen alsof ik ook belangstelling daarvoor had, maar het enige waarop ik gespitst was, was dat de afstand tussen hen en mij net groot genoeg was, dat ik de steen uit de grond kon tillen en in een tas op mijn bagagedrager kon binden.
Nou, dat was dus gelukt, ik vervolgde mijn fietstocht en ik genoot van de prachtige luchten en de weidsheid. Totdat…de accu van de elektrische fiets leeg bleek te zijn. Ik wist dat deze niet geheel vol was, maar dacht dat ik het er net mee zou halen. Nu moest ik nog meer dan tien kilometer en dat ook nog met loodzware tassen vol grote boodschappen uit de Lidl vlakbij mijn stadshuis én die loodzware steen.. Dan voel je pas hoe het ook in de Veluwe toch steeds een beetje op en af is. En ja hoor, bij een gek bochtje naar rechts, kreeg ik met de versnelling in de twee, maar zonder elektriek het niét gedaan en de fiets helde naar rechts en toen lag ik daarbij op de grond en ik kreeg de fiets niet meer overeind, te zwaar beladen. Nét toen ik bijna klaar was met het verwijderen van de verstrengelde kei, plus de net gewassen handdoeken en mijn regenpak in de tas kwam er een Engelssprekend jogger voorbij: can I help? En hij zette de fiets weer rechtovereind.
Ja, uiteindelijk kwam ik er wel mee thuis, met stukken lopen als de weg opgaand was, ook hier mij nooit zo bewust geweest dat de rechte weg van vijf kilometer die rechtstreeks naar mijn boshuisje leidt, ook steeds een beetje op en neer gaat. Ik kreeg dat liedje in mijn hoofd, dat ook gedraaid werd op de begrafenis van Moeder, zo lang geleden alweer; Ik heb een steen verlegd…
PS
De steen lag vlakbij de Familieplek, waar we hutten bouwden. Nu flankeert het de ingang van mijn boshuisje. Er is weer een cirkel rond.