In de NRC van vandaag een uitgebreid artikel waar ook het natuurgebiedje De Bruuk in voorkomt, vlakbij de Duitse grens en bij Horst, Groesbeek. Het is een héél mooi sfeervol gebied, waar ik best vaak geweest ben, in alle seizoenen. In de zomer bloeien er lila-paarse orchideeën. Er hangt een oude, oude sfeer. Ik begrijp nu dat het zo’n uniek nat moerasgebiedje is, door de stuwwallen uit de ijstijd. De Bruuk ligt op het laagste punt en vangt daarmee al het grondwater op dat speciale mineralen en calcium heeft, voor een rijk planten en dierenleven.
Net als veel andere natuurgebieden in Nederland, wordt het bedreigd door de intensieve veeteelt en landbouw. Ik vind nog wat oude foto’s en zie nu, dat in de zomer het moerasgebied bijna op een uitgedroogde weide lijkt, wat sneu. En ach, ik zie Mees, op wie ik toen paste, die was toen wel in de volle glorie.
Over de veranderlijke natuur…Ik herlas dit boek, dat Josephine Johnson op 24 jarige leeftijd schreef, het kwam uit in 1934 , het was haar debuut en ze won er de Pullitzerprijs voor literatuur mee. Over een zwoegende hardwerkende boerenfamilie in wat later de dustbowl is gaan heten. De extreme droogte die hele gebieden in Amerika in woestijn veranderde. In dit boek maak je het begin ervan mee. Het is prachtig geschreven en dus ook geweldig vertaald, maar als ik het een derde keer ga lezen, dan koop ik de oorspronkelijke Engelse versie. Héél mooie natuurbeschrijvingen en scherpe waarnemingen over het gevoelsleven en dat in eenvoudige en heldere zinnen.
Bijzonder om dit te lezen terwijl de stormen om mijn boshuisje woeien, de bomen zwiepten, het loeide in de kachelpijp.Er was één enkel moment van felle zon.
Diep in de avond bleek er een heldere sterrenhemel. Ik ging vlug naar binnen om een borrel te pakken en een sigaartje, dat leek me wel wat voor op het bankje, gehuld in mijn vest. Maar toen ik weer buiten kwam waren alle sterren weer verpakt in het wolkendek, weg, verdwenen.