zaterdag 31 oktober 2009

Sferen

Gisteren was ik voor het eerst in de Hermitage in Amsterdam. Ik heb het al eens eerder gemeld: ik ben soms akelig gevoelig voor sfeer en 'iets' wat ergens hangt. Ik had me heel wat van de verbouwing voorgesteld, van het oude Amstelhof, een vroeger bejaardenoord, de publiciteit was bij de opening gigantisch. Maar ik kon er niks aan doen: al bij de betreding in de binnentuin kwam er alleen maar een sfeer van mufheid, ouderdom, eenzaamheid me tegemoet. Ik rook lysol en verbanning. Misschien heb ik er vroeger te vaak langs gelopen en zag dan de oudjes allenig voor de ramen peinzen.

Het sfeercontrast met de eerste grote tentoonstelling die over het Russische Hof ging, was groot. Er was een zaal als balzaal ingericht en de andere als audiëntiezaal, aan de muren de meer dan levensgrote portretten van de tsaren en tsaarinnen, stenen en porseleinen vazen, een beschilderde vleugel enzovoort. Veel prachtige japonnen bestikt met pareltjes, overvloedig geborduurd, taft, satijn en wat niet meer.

Alhoewel ik indertijd natuurlijk in de bruinkolendampen en de modder geleefd had en niet aan het Russische hof, was ik blij niet in die tijd geboren te zijn. Het ingesnoerde van de code en de etiquette, er was geen japon waar ik me in zou willen hijsen, hoe mooi ook. Dat gold weer niet voor de kleding van de Tsaren: geborduurde broeken met gouddraad, rode jasjes met tressen, hoge laarzen: zo zou ik nog wel een dame willen begeleiden.

Gek, waar zo'n voorkeur vandaan komt. Ik herinner me voor de Gymfuif, het jaarlijks grote feest van het Gymnasium toch ook ooit veel tijd besteed te hebben aan mijn avondjapon. In de vierde klas: dan gingen de meisjes voor het eerst in het lang. Die sfeer van verwachting, van op de drempel staan naar een nieuwe wereld, je debuut op het bal. Ik had een lange zwarte jurk met witte stippeltjes, een beetje bloot van boven en een fluwelen bandje om mijn hals. De leukste jongen van de klas was verliefd op me, we konden geweldig goed met elkaar dansen, wat wil je nog meer?

Later is mijn smaak veranderd. Nee, toch niet realiseer ik me nu, tóen was het er ook al: het leuk vinden om dandy-achtig een wit colbertjasje te dragen met een gebloemde blouse en een stropdas en een gleuf hoed op. Of cowboylaarzen en een flanellen blouse. Dat riep andere sferen en tijdlagen op dan de avondjurk. Sferen: er zijn er zoveel waarin je je kunt begeven.

Bij de buren van de Hermitage, het Waterlooplein kocht ik vorige week een rood suède jasje, met aan de ene kant een zonnetje daarop en aan de andere kant iets wat zich tussen een vlinder en een bij bevindt. Ook achter is er onder een strook lichtbruin jute-achtige linnen gestikt. Hetzelfde tsarenrood als in de Hermitage bij de mannen.

Maar verders de sfeer van de middeleeuwen, de nar, de minstreel: Douwe Dabbert!, zeiden Nichtje en Zusje bijna uit één mond. Laat Douwe Dabbert nou eén van mijn favoriete striphelden zijn, wandelend met zijn toverknapzakje in de bossen en de buitenlucht. Uit dat knapzakje komt altijd precies dat, wat hij nodig heeft. Daar vertrouw ik maar op, dat dit zo blijven zal, in welke sfeer ik me ook bevind.