woensdag 20 februari 2013

Cantuus

Het meest verheffende wat een boek kan bewerkstelligen is, dat je er een volstrekt nieuwe wereld mee leert kennen. Gisteren overkwam me dat bij elke bladzijde die ik las in Baltische Zielen van Jan Brokken. De ondertitel is: Lotgevallen in Estland, Letland en Litouwen. Dat waren voor mij totale terra incognita. Ja, het ligt daar 'ergens' Noordelijk, bij Rusland ofzo. Is het daar dichtbevolkt...? Ik zag alleen maar toendra-achtig gebied voor me en koud water in ijzige zeeën. Veel cultuur kon ik me daar niet bij voorstellen: Muziek? Literatuur? ... geen idee.

Nu blijkt dat in Riga, in Letland, er een uitgeverij en boekhandelaar was, Janis Roze, die in 20 jaar tijd 820 boeken uitgaf, waarvan er 2 miljoen werden verkocht, een literaire en acedemische boekhandelaar die volgens zijn dochter kunstenaar had moeten worden en die vele Art Nouveau kaften zelf ontwierp. 15 boekhandels had hij, sommige deftig en op stand. In de tijden van het Communisme en Stalinisme is hij gedeporteerd en in 1942 is hij in een kamp gestorven aan honger en uitputting. Maar zijn kleinzoon runt nog steeds dezelfde boekhandel, al gebeurt het nu vanaf een bescheiden zolderverdieping.

En nu ben ik erachter gekomen dat Arvo Pärt een Estlander is! Ik dacht dus een Scandinaviër. Ofzo. Jan Brokken beschrijft dat hij in de Schouwburg van Riga, dat ook een lange muzikale traditie heeft, Richard Wagner was er drie jaar muzikaal en artistiek directeur van de Opera, opeens rechtop in de stoel ging zitten bij de klanken van Cantuus, van Arvo Pärt, geschreven ter nagedachtenis aan Benjamin Britten.Het duurt 5 minuten, maar in zijn beleving 5 keer zo lang. Het begint met klokgelui em daarna zetten de strijkers in. Van ijl en hoog naar diep, diep, de allerlaagste tonen die mogelijk zijn.

Brokken schrijft: ...alsof ze alle mannen, vrouwen en kinderen betreuren die wegegvoerd zijn naar de strafkampen in Siberië, de slagvelden van de Tweede wereldoorlog of de concentartiekampen van de nazi's (....) met een voortdurend herhaald motief dat het verglijden van het leven verklankt. Voor de laatste noten, de diepste, de allerdiepste, moeten de cellisten zich helemaal over hun instrumenten buigen. Het is dan alsof ze een bloem of een handje aarde in een graf werpen.

Ik had Cantuus toevallig op een cd staan. Ik luisterde voor het eerst met de wetenschap dat dit dus Baltische muziek is en de Baltische staten een pijnlijke geschiedenis kennen waar licht en donker elkaar telkens hebben afgewisseld. Uit die genen, uit dat geslacht komt Arvo Pärt: zijn zoeken naar verstilling, naar plekken die het menselijk gewoel overstijgen, komt ook voort uit een volk van zoekende, verlangende zielen. Ik luisterde en was meteen klaarwakker. Wakker: alert. Hier wordt tijd een levenstroom die aanzwelt en afzwakt, en die tegelijkertijd, als je mee in de beweging gaat, pijn en onmacht overwint en blijft en duurt.