zondag 24 februari 2013

Toverhazelaar

Halfziek: dat is zo'n status tussen wel willen, maar het niet allemaal kunnen...Dus ik zei vrijdag de meditatie af  en zo las Zuster R. mijn tekst voor over Psalm 38, maar de volgende dag spoedde ik me toch naar het klooster, want er was een gebrek aan dansers om de zo zachtmakende dans Amor Dei te dansen in de vigilie-viering. Als ik er niet geweest was, dan had men op het kruis moeten trappen dat in het midden lag. Dan heeft het leven in ene keer een heel concrete zin.

Maar ja, dan toch maar niet vandaag het uitstapje doen naar de 75 portretten van Bea, in het Loo, maar toch maar wel naar buiten, even, om weer in de sneeuw te stappen. Daar zag ik een toverhazelaar in bloei, de gele sprietjes als zonnestralen omkranst door cirkeltjes van zachte sneeuw. Het zijn vreemde dagen, zo...wel willen, maar het niet allemaal kunnen en telkens maar afwegen wat wel en wat niet.

Ik ben als de sprietjes van die toverhazelaar, reikend naar zon, lente en licht en het koude dunne watten sneeuwlaagje om elke bloem versterkt het bloemetje, maar geeft ook de begrenzing. Wel willen, niet alles kunnen: zo is het leven, zo is de weg, dat is de Veertigdagentijd.

Het ging in de viering over de twee vroedvrouwen in Exodus, Sifra en Pua, wat in de Nederlandse taal Schoonheid en Schittering betekent. Farao beveelt hen om alle mannelijke babies te doden, maar zij doen dat niet, ze ontwijken zijn bevel ze gaan hun eigen gang en ze doen net of ze het niet begrijpen: ze zijn immers maar Hebreeuwse vrouwen, die begrijpen dat soort dingen niet.

Schoonheid en Schittering: dat klinkt mooi, maar hoe vaak is het ten volle aanwezig? Misschien is de kern van de betekenis ook: wel willen, maar het niet altijd kunnen. Zoals die toverhazelaar zo'n tussenfase voor mij vandaag materialiseert:  Een zonnetje omkransd door de koude. En dan plots dan weet je het, als bij toverslag: je doet alleen dat wat er mogelijk is in het moment: Schoonheid en Schittering: Het is zover, we kunnen.