Nou! Dat is een verrassing; om vanochtend naar buiten te kijken en weer een witte wereld te zien! Wat is dat toch mooi. Gisteren in de leesgroep twee verhaaltjes die wat mij betreft over 'licht' gingen, al zijn het tegelijk ook twee middeleeuwse wonderverhalen. Van Bonaventura, een grote geleerde in zijn tijd. Des te meer opvallend is het dat dit soort verhalen met grote vanzelfsprekendheid in de levensbeschrijving van Franciscus van Assisi komen. In onze tijd zouden zulke toevoegingen zo'n levensbeschrijving juist ongeloofwaardiger maken.
Het ene verhaal bevatte een Harry Potter-scene, zoals zuster M. zei: Er rijdt een grote wagen met vuur en een bol van licht boven de hoofden van de broeders en daarna kunnen ze in elkaars geweten kijken en niks is meer voor elkaar verborgen. Voor mij verrassend was, dat meerderen reageerden dat ze dat nou helemaal nooit mee wilden maken: Waar blijft de privacy? Het doet denken aan elektronische patiƫntendossiers waarvan het gevaar bestaat dat Jan en Alleman die in kan gaan kijken. Je wilt toch wel wat verborgen kunnen houden? Toch herkende iedereen wel de ervaring dat het je soms kan gebeuren dat je met iemand of met een groep mensen de hele avond met elkaar gepraat en gediscussieerd hebt en dat je elkaar op het einde ineens glimlachend aan kan kijken: wat er gebeurd is en wanneer weet je niet precies: maar je begrijpt elkaar, zonder woorden: er schijnt een licht.
Het ander verhaaltje is wel een mooie, voor als je ziek bent. Het gaat over iemand van de orde van de kruisheren die ziek is en een bode stuurt naar Franciscus, of die niet iets voor hem kan doen. Franciscus bereidt dan met olie uit een lamp die brandt bij het beeld van de moeder Gods, Maria dus, met wat brood een brij en laat die brengen. De man eet en wordt geheel gezond van lichaam en van geest en hij besluit om zijn orde te verlaten en zich aan te sluiten bij de broederschap van Franciscus. Dat die olie uit dat Marialampje kwam, dat gaf voor mij aan het verhaal een zacht, teder, beschermend licht, zo heel anders dan het overdonderende licht uit het eerste verhaaltje.
Wat is nu het werkelijke wonderlijke in het verhaal? Dat zit eigenlijk in die kleine, menselijke handelingen die ontstaan zijn uit het vertrouwen dat je in elkaar hebt. Die zieke man had al een vertrouwen in Franciscus om aan hem te vragen of die iets voor hem had ter genezing. Franciscus maakt in vertrouwen iets klaar. Die wederzijdsheid, die heeft op zich al iets genezend.
En soms gebeuren er onverklaarbare dingen die buiten de verwachtingen om gaan en die door dit soort verhaaltjes weer in je herinnering komen. Iemand vertelde dat haar oom vol toeters en bellen ziek lag in het ziekenhuis. Hij was opgegeven. Ze haalden alle apparaten weg. 'En toen bleef hij gewoon doorademen! Nog vijf jaar lang!'. Hoe kan dat nou? En zo beƫindigden we de avond, met dat ene woord: 'wonderlijk".