maandag 18 februari 2013

Lentebode

Donderdagavond was er ijzel en sneeuw voorspeld, het zou maar een nachtje duren en de volgende dag zou alles weer verdwenen zijn. Dus ik besloot naar het wijkcentrum te wandelen. Men wil niet met de fiets een uitglijder maken. Zeker niet omdat ik me toch al rillerig voelde, ziek, zwak en misselijk, maar daarvan hoop je dat het over gaat. Van te voren las ik wat winter- en sneeuwhaiku: het kwam me voor dat dit de laatste maal sneeuw-kijken van het het jaar zou kunnen zijn en dat wilde ik wel zo bewust en intens mogelijk meemaken.

Dus welbewust stapte ik de winterse vroege avond in. Ik hou ervan hoe de wereld in een klap verandert door sneeuwval. Maar o, wat was het ook koud! En wat voelde ik me toch ook echt niet lekker. Nu is het drie dagen later en telkens weer zie ik twee sneeuwbeelden voor me: die van een ongerept, maagdelijk wit stukje tussen de struiken en een enkele boom én een hartstikke druk stukje: fietsbanden, voetstappen, katten  en honden pootjes, een motorband, allemaal kris-kras door elkaar heen, een uitsnede, een scheur tussen het donkere asfalt. Zó dubbel voelde ik me toen en zo komen de beelden uit de wereld naar je toe, die daarbij passen.

Gisteren en vandaag is de wereld lente-achtig. En dat past weer bij de woorden van de ochtendmeditatie, die mij gisterenochtend te binnen vielen na het stille uur tussen 5 en 6 in de kapel bij de Clarissen en de vigilie-viering 's avonds, de eerste in de Veertigdagentijd voor Pasen:

In de stilte van de kapel
in de schemering
kwinkeleerde een vogel.
Een lentebode:
dat het mosterzaad mag gaan ontkiemen
tot een struik, een boom
waar vogels zich gaan nestelen:
Het koninkrijk van god.

'Dat mosterdzaadje uit Lucas, dat was mijn intrede tekst', zei M. na afloop. M is drie jaar Claris geweest en toen weer van haar geloof afgevallen, het geloof dat Claris-zijn bij haar zou passen. 'Dat is wel mooi, zo heb ik het nog nooit gezien: dat de stilte in zo'n kapel, als een lente is... dat het iets aankondigt, een heel koninkrijk...'

Zo zie je weer, hoe woorden telkens weer een andere invulling en betekenis kunnen krijgen. Leek het eerst voor haar te gaan over de groei in het Claris-zijn, jaren later gaat het over groei in het algemeen... Wat mijn betekenis is, de afgelopen tijd, waar mijn vogelkolonie bekeken is door deskundigen, het groeit letterlijk en figuurlijk zowat boven mijn hoofd:  Elke boom met een brede kruin vol vogels,is ooit begonnen als eén zaadje en welke vogels zich gaan nestelen, dat weet je niet. Mij gaat het erom dat het mogelijk is om plekken te maken en te vinden waar je kunt nestelen en van waar je kunt uitvliegen.