Zijn geschilderde teckel Stanley, staat al meer dan 15 jaar als ansichtkaart ingelijst ergens tussen de boeken in mijn boekenkast, slapend in het middaglicht op een blauw kussen. David Hockney schilderde het in 1995, hij schilderde een wand vol teckels, het was het enige wat hij kon schilderen toen, nadat zijn partner overleden was. In mijn keuken hingen ook de ansichtkaarten van een geschilderde forel op een schaal, een waterfles met een zonnebloem daarbij. Alleen maar de dingen vlak bij, dat kon hij aan, het intense waarnemen en schilderen gaf troost, zei hij.
Die milde, troostrijke sfeer is voelbaar in elke penseelstreek. Maar nu: zoveel jaren later is David Hockney als een krachtige, sterke phoenix herrezen uit de smeulende as die hem warm heeft gehouden: hij is uitgevlogen in het landschap van zijn jeugd en afkomst, Yorkshire. Ik was Zondag 5 uur lang betoverd door zijn schilderijen in Keulen, het was de laatste tentoonstellingsdag van A Bigger Picture: een daverend succes in Londen en nu gaat het als geheel nog naar het Gugenheimmuseum in Bilbao.
Ik heb David Hockney eigenlijk altijd wel gevolgd want wat hij doet en hoe hij kijkt is zo bijzonder: hij ziet altijd meerdere perspectieven tegelijk en hij gebruikt het beeld zelf en de moderne techniek om je die ervaring te geven. Vroeger was het de Xerox kopieermachine, en de snapshots uit zo'n candid cameraatje die hij aan elkaar assembleerde tot wandgrote collages en nu is het de iPad en de schilderdoos daarin, waardoor je nu elke streek die hij zet en weer weggumt en vervangt kan meemaken. In het Ludwigmuseum zie je het gebeuren: een hele zaal aan alle wanden gevuld met zeer uitvergrote schilderijen uit de computer o.a. van het Yosemite Park in Amerika. En in Yorkshire schilderde hij het komen van de lente in 52 iPad tekeningen van Januari tot en met April en een wand bestaande uit 32 olieverdoeken aan elkaar, tesamen 144-385 groot: The Arrival of Spring in Woldgate, East Yorkshire in 2011.
Op Holland Doc, onder Kunst en Kultuur op p.8 is een documentaire te zien die drie jaar werken in Yorkshire bestrijkt en toen ik de tentoonstelling opliep, toonde de eerste zaal dat ene landweggetje die een tunnel lijkt en die hij in alle seizoenen geschilderd heeft en waar je hem bezig ziet met een opklapbare pichnicktafel vol penselen en verf. Iets heel anders is de installatie van 9 camera's op een truck, waarmee hij op wandeltempo een bospad ingaat, 4 keer op een rij, in elk seizoen 1 keer, alle 4 tegelijkertijd op elke wand in een zaal afgespeeld. In één keer wordt het je dus mogelijk 4 seizoenen tegelijkertijd te beleven in haarscherpe beelden, je wordt het bospad ingezogen en erdoor geabsorbeerd.
David Hockney tekent, aquarelleert, schildert in felle, heldere kleuren, maakt composities, kijkt zowel op de grond naar de grote verscheidenheid aan blad, grassen en planten, als in vogelvlucht, over een heel gebied heen. Ach, het beschrijven heeft niet zoveel zin: kijk! Een levensmotto dat vitaliseert en gelukkig maakt. In zijn eigen woorden: Alles heeft natuurlijk ook een donkere kant; uiteindelijk is het bekijken van de wereld iets positiefs; ik vind de akt van het kijken wonderbaarlijk mooi. Daarom is de wereld voor mij mooi, omdat ik ernaar KIJK.