dinsdag 26 februari 2013

Gatekeepers

Mijn leraar geschiedenis van de middelbare school, die heeft het in mijn geheugen gegrift: de uitzichtloze situatie van wat toen 'De Palestijnse Kwestie 'heette. Nog altijd is hij voor mij het voorbeeld van een goede docent: hij was neutraal, je wist niet wat hij zelf ergens van vond, hij belichtte meerdere kanten van hetzelfde verhaal en hamerde erop dat dit de kern van studeren is: dingen leren afwegen, ze naast elkaar zetten, wegen en dan daardoor leren dat een uiteindelijk oordeel soms bijna niet mogelijk is.

Maar bij De Palestijnse Kwestie was hij bewogen, welhaast emotioneel: Hoe de staat Israël in veel te korte tijd in elkaar was geflanst en hij voorspelde dat dit welhaast een uitzichtloze situatie zou worden voor beide partijen, ja zelfs voor de wereld. Ik denk aan hem omdat ik iets las over een nieuwe documentaire The Gatekeepers geheten, waar zes Israëlieten, voormalige hoofden van de geheime binnenlandse veiligheidsdienst, onafhankelijk van elkaar zeggen, op het einde van hun carriere, dat geweld en pressie op de bevochten gebieden rond Israël alleen maar voor meer oorlog zal zorgen.

Ze waren dus de poortwachters: hun taak was het om, in feite, de Palestijnen zo ver mogelijk weg te houden van Israël. Na daar een groot deel van hun leven aan gewijd te hebben, zeggen ze nu dat de enige oplossing is om de Palestijnen wél rechtmatig grondgebied te geven. Onafhankelijk van elkaar en de documentaire schijnt de wereld over te gaan en prijzen te krijgen, maar in Israël wordt het geheel genegeerd.

In dit kader las ik Grillroom Jeruzalem van P.F. Thomése. Hij bezoekt met een Nederlandse delegatie van Antoine Bodar, Jan Siebelink en Rosita Steenbeek eind 2010 Israël en de Palestijnse gebieden op de Westerlijke Jordaanoever en de Gazastrook. De samenstelling van het gezelschap leek de belofte in te houden van een boeiend boekje. Zo zal de NCRV daar ook wel over gedacht hebben, want tezamen werden ze gefilmd voor een programma. In het boekje merk je niks van een spannende dynamiek tussen de vier. Thomése schildert op een beetje cliché wijze, de vrome priester, het filmsterachtige meisje en de losgekomen protestante jongen op zijn rode schoenen. Soms grappig, soms wat makkelijk met effectbejag.

Hij is wel scherp in de beschrijving van de welhaast onmogelijke gecreëerde situatie. Hoe een aantal vrije Westerlingen aapjes gaan kijken, hoe er verwachtingen naar hen toe komen, het ongemak van daar zijn met die filmploeg. Dan verandert de hilarische, ietwat wanhopige toon. Op het moment dat hij met het gezelschap door de corridor rijdt, het niemandsgebied tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Een gang van meer dan 1 kilometer lang. Dat hij  aan de andere kant van de langste gang van zijn leven zich dan ineens in een derde wereld gebied bevindt:  mensen als ratten in een val, in armoedige en vieze omstandigheden.  Ik denk aan mijn geschiedenisleraar. Van der Sterre heette hij. Je zou willen dat er werkelijk een ster was, die de weg kon wijzen.