Gisteren ook toevallig, twee jonge mannen gevolgd in hun struggle for life op twee verschillende continenten, de ene in de roman De Sariwinkel van van Indiase Rupa Bajwa, de andere in de graphic novel Een dierentuin in de winter van de Japanner Jiro Taniguchi. De eerste speelt zich af in Amritsar in India, de stad van de Gouden Tempel die nog op mijn verlanglijst staat, de tweede in Kyoto en Tokyo in de zestiger jaren: Taniguchi vertelt hier over zijn eigen jongelingsjaren toen hij zijn brood verdiende door achtergronden te tekenen in Manga’s in een studio met veel tekenaars en ondertussen hoopt een eigen manga te maken; hij worstelt met het verhaal en krijgt hulp van een jonge vrouw die in een ziekenhuis woont, ze is zwak en ze worden ook nog eens verliefd op elkaar.
In het eerste boek kijk je in het leven van Ramchand die verkoper is in een grote sariwinkel. Ik was weer meteen in India door de beeldende beschrijvingen, het straatleven, de tempeltjes op bijna elke hoek van de straat en dat er ook meteen, vlak naast elkaar, je in het allerrijkste milieu en het allerarmste zit: beide ontmoeten elkaar in de sariwinkel, de eerste als klant de tweede als bediening en verkoper. Ik ben wel in zo’n winkel geweest: je wordt verwelkomt met een drankje, een dure Cola en dan heeft zo’n winkel vele toonbanken en je wordt uitgenodigd om te zitten en wordt er van alles voor je uitgestald. In de sariwinkel komen meestal groepjes vrouwen voor wie het ook een sociaal uitje is om bij te kletsen, de verkoper houdt dan geduldig zijn mond.
Schrijfster Rupa Bajwa |
Vlak daarna sterven beide ouders, wier doel het was om door hard te werken Ramchand een Engels sprekende opleiding te kunnen geven, zijn oom wordt zijn opvoeder en pas later realiseert hij zich dat zijn oom alles heeft ingepikt, zijn zoons hebben de winkel nu, en niet hij en hij mag blij zijn toch nog deze baan als verkoper te hebben gevonden. Hij woont rondom een binnenplaats in een kleine kamer en hij spaart uit zijn salaris om tweedehands boeken te kopen om Engels te leren.
Ramchand ziet zowel het leven van de upperclass met kinderen die in het buitenland studeren en geld geen rol speelt, doordat hij de opdracht krijgt om stoffen te laten zien in een van hun paleisachtige huizen, maar hij moet ook naar het huis van een collega, om te vragen waar hij blijft en ziet deze in dronkenschap zijn vrouw aftuigen. Deel twee laat haar perspectief zien: ze is als fris zestienjarig meisje uitgehuwelijkt aan deze man in de grote stad, ze probeert met goede moed de agressie van haar man goed te praten, krijgt een miskraam en de boodschap dat ze ook nooit meer zwanger zal kunnen worden, ze hoopt op troost van haar man maar die zegt dat het ongeluk zijn leven in is gekomen sinds hij met haar getrouwd is en dan knapt er iets in haar.
Zij gaat stiekem drinken, wordt ook een beetje gek en gaat bij de poort klagen van de fabrikant die haar echtgenoot ooit ontslagen heeft en dat escaleert waardoor zij in een politiecel belandt waar zij in de nacht ook nog eens door twee politiemannen wordt verkracht. Ramchand ontdekt dit: het onrecht en doet dan iets wat dwars door het Indiase klassen-of kastenstelsel heengaat, daardoor aangemoedigd omdat hij ook een gast werd op de bruiloft van de rijke gestudeerde jonge vrouw aan wie hij Sari’s verkocht, maar die zonder dat hij dat weet een boek schrijft over hem. Ramchand vertelt het hele verhaal tijdens de Sari-verkoop aan een lerares omdat hij verwacht dat ze een geleerde en wijze vrouw is. Hij ziet tranen in haar ogen en denkt dat zijn opzet geslaagd is, maar dan valt ze uit naar hem: hoe dúrft hij haar lastig te vallen?!
En zo eindigt dit boek: Ramchand ervaart niks te kunnen doen aan het onrecht om hem heen, hij verliest er ook bijna zijn baan door omdat hij ook de hypocrisie van zijn collega’s aan de kaak stelt, hij gaat na weken absentie nederig zijn excuses maken en staart in de laatste zin van het boek naar een vlek op zijn plafond... En toen had ik nog wel zin in iets anders en verloor mij zo in de poëtische tekeningen en het zachtzinnige wereldbeeld van Jiro Taniguchi.