Het onherroepelijk voortschrijden van de tijd... in de gezichten en het voorkomen van mensen, de sterfelijkheid die binnen sijpelt... Ik zag de Singer-songwriter en acteur Kris Kristofferson, die vooral toch die blakende jongeman is gebleven in mijn hoofd, maar nu lijkt op een oude eik die op instorten staat. Hij schreef het lied waar Janis Joplin beroemd mee is geworden Me & Bobby McGee met daarin de woorden: Freedom is just another word for nothing left to lose... maar uiteindelijk heb je altijd het meest kostbare te verliezen: je leven zelf en hoe en wanneer, je hebt geen idee en er geen controle op.
Vrijheid is dus iets wat je ‘in between’ kunt leven en ervaren. Tussen alles door, in korte momenten op een dag... zomaar, en voor mij heeft het veel te maken of je de vrijheid kan creëren om je te verbinden met anderen, niet bevangen door angst of negativiteit. En verbinding heeft tegelijk onlosmakelijk een rare, op het eerste gezicht tegenstrijdige component bij zich van juist ook de ander los kunnen laten en niet willen vangen in eigen oordelen en veronderstellingen.
Wat een gedachten zo, voor de zaterdagochtend en dat terwijl ik alleen wilde vastleggen dat er op mijn tafeltje buiten nu drie jonge courgettes liggen, twee gele en een groene. Nee, niet geoogst uit eigen tuin want mijn courgette bleek een pompoen te zijn. Ik ging een paar dagen geleden naar het tuincentrum om nog wat kleurige buitenbloemen te scoren, want alle geraniums hadden hun beste tijd gehad. Ik hoopte op petunia’s , maar aangekomen was het er een kale en rommelige bedoening, bijna alsof ze in verbouwing waren of dat een storm alle kramen half had verfomfaaid.
‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg ik aan hem die ik nog ken met donkerbruin haar en nu geheel grijzend is. Nou er was niks aan de hand, behalve dat ze bijna uitverkocht waren. Nu in de corona-tijd ging alles anders: kwekers die zorgen ervoor dat als het vakantie wordt er niks meer is, want dan wordt er niks afgenomen, maar nu zijn heel veel mensen thuis en ze zitten in de tuinen en...‘Ja vertel mij wat’, reageerde ik, ‘het klopt: anders was ik ook niet meer gekomen. Dan denk je inderdaad: ik ga zó weg, dus nu niks nieuws meer in de tuin zetten’ En zo zag ik ineens zo’n ketentje waar je een deel van bent, je verwacht in de zomer dat er altijd kleurige bloemetjes te koop zijn, maar het is niet de natuur die dit regelt, het is de kweker die er controle over heeft.
Ik scharrelde toch nog iets bij elkaar en hij, ik ken zijn naam niet eens, zei dat er vrijdag misschien nog wat binnen zou komen, maar wat en hoeveel, daar had hij geen idee van. ‘Aha, dan kom ik misschien nog wel terug, O, en dan nog iets: ik kom een klacht indienen!’ ‘O, ja, wat dan?’ Dus ik vertelde hem een kiemplant meegenomen te hebben uit een bak met een naamplaatje courgette, maar dat er nu een pompoen door de tuin aan het kruipen was, in plaats van een grote centrale courgetteplant. Kan ik nou niet een beetje korting krijgen, dan?‘ ‘Nee, daar kan ik niet aan beginnen, ik ben ook maar werknemer hier, maar weet je wat: als je vrijdag weer komt, dan neem ik een courgette voor je mee, uit mijn eigen tuin.’
En zo is het gekomen dat ik toch drie jonge courgettes heb. Ik had gezegd dat ik misschien nog kwam en ik liep het terrein op en hij zei meteen: ‘Ah, daar ben je, als je nog even blijft dan ga ik de courgette nu halen.‘ Hij bleek aan de overkant te wonen. En wat heeft dit te maken met mijn mijmering aan het begin? Nou ja, alles. Hoe je op afstand toch met iemand ouder wordt en dat je tussen alles door iets van verbondenheid kunt maken. Het had helemaal niet gehoeven, die drie kleine courgettes op mijn tuintafeltje, maar ze zijn er wél, een onverwachte oogst: And buddy this was good enough for me, Good enough for me and Bobby McGee.