vrijdag 10 juli 2020

Onderweg

Zo. Dat geeft een voldaan gevoel: ik ben  in één uur en veertig minuten van mijn huis naar de boerderij in Kranenburg gefietst, met ook nog languit in het bos liggen. Dat voelt aan als sneller dan het openbaar vervoer dat via het centrum van Nijmegen gaat. Terwijl ik nu grotendeels fietste door het bos en langs weilanden langs het oude spoor van mijn stad naar Kleef, nu voor recreatief gebruik vanaf  Groesbeek met een soort van trap wagonnetjes.

Ook vandaag was het een beste dag om weg uit huis te gaan, want weer werd ik wakker van getril en geboor. Het leek bij de buren te zijn, maar het bleek ook aan mijn eigen schuur, waar de druivenstruik en passiebloem nu grijs was van het oude cement. Ik zat er met mijn neus in omdat ik buiten mijn tuinhek voor het eerst mijn nieuwe fietstassen achter op mijn fiets bevestigde. Binnen de tassen tot de nok volgepropt, met slaapzak, kleren en proviand: in Duitsland ben je verplicht een mondmasker in een winkel te dragen, liever vermijd ik een winkel, al heb ik toch mijn zelfgemaakt mondmasker meegenomen.

Alles lukte: wat een fijne fietstassen, blauw van Vaude, milieuvriendelijke gemaakt enzo en met het pak-en click systeem, de enige in haar soort: dat je de tassen zó van de fiets kan halen, heel handig dan kun je ze binnen als een rugzak volpakken en bij aankomst eraf en de ene uitladen bij de koelkast en het aanrecht en de andere bij het bed. En het was stabiel fietsen, ook op een stuk dat onverhard was.  

Onderweg dacht ik veel aan Broer, die voor een week het ziekenhuis ingaat. Jaren geleden genezen verklaard en nu bij de jaarlijkse controle...helemaal onverwacht...wat is het toch een machteloos en hard gelag, dat je als mens volkomen afhankelijk bent van het wel of niet functioneren van je eigen lichaam... De coronatijd maakt dit ook zo duidelijk. ‘Heel veel aan je denken, duimen, kracht naar je zenden.’  vroeger zei men dan vanzelfsprekend: ‘ik ga voor je bidden.’ Ik heb het altijd gewaardeerd als iemand dat tegen me zei, of het helpt doet er helemaal niet toe...

Er is zelfs iets in mij, dat het niet beter kan uitdrukken dan zo. Omdat je er iets van je intentie uitdrukt dat je alle krachten van het universum wel zou willen kunnen bundelen en die aan iemand zou willen geven. Zeggen dat je ‘veel aan iemand zult gaan denken’ is eigenlijk zo’n slappe hap... Broer hield als tiener van de muziek van Angelo Branduardi. Vooruit, al die muziek, want muziek is ook levenskracht, naar hem toe! Bijvoorbeeld het liedje Si puo fare: Je kunt het doen. Er zit een soort van vrolijk marstempo in, maar ook iets onvermijdelijks: je kunt niet anders.  De paden op, de lanen in... Altijd en overal.