De vorige twee ochtenden was ik vroeg op. De ene dag kreeg ik om half acht een nieuwe voordeur en een raam en gisterenochtend deed ik ‘gezellige’ boodschappen: zoals verse croissantjes en ‘kampioentjes’, harde broodjes met veel maanzaad en sesamzaad, paté en paprikapunten, maar L. koos toch voor de worstenbroodjes. Voor het eerst weer lange bezoeken in mijn tuin deze week, na bijna vier maanden bijna geen mensen live gesproken te hebben en niemand in mijn tuin, nu in drie dagen tijd twee keer weer uren achter elkaar buiten gekletst: heerlijk.
Ik las ook weer een heel mooie graphic novel: Land of the Sons van Gipi. Ik ben helemaal voor zijn tekenwerk gevallen door De Onschuldigen uit 2005: op dik, bijna kartonachtig papier 60 pagina’s een verhaal over volwassen worden in een harde wereld. Hier in een achterstandsmilieu van hangen op straat en familie in de gevangenis en in het eerste boek is de wereld vergaan en leven er enige klusters in houten bouwvallen op het water. Beide harde en ruwe omgevingen die opnieuw bewoonbaar moeten worden gemaakt. Hij is heel goed in uitdrukkingen op gezichten: het is genoeg om het gezicht van de jongen te volgen bij een tweede lezing en de hele impact van relaties onderling komt binnen, ook de gelaagdheid van deze relaties.
Vaak in deze coronatijd was ik heel gelukkig dat ik een veilig huis en tuin had om mij terug te trekken, de mogelijkheid van quarantaine; ik dacht dan aan Wiki en Sunjay uit India: hoe hun leven al zo basic was: geld verdienen in Zuid-India voor je familie in Nepal, naar de grote stad Chennai gaan om daar toch meer te kunnen verdienen dan in het kleine Mahabalipuram en dat Chennai nu veel COVID-19 heeft... Nu pas realiseer ik mij, dat de gezichtsuitdrukkingen bij Gipi lijken op die van hen: een doordringende blik, alert met een intensiteit. Hoe anders zal nu hun thema zijn dan mijn eigen luxe-overwegingen: o, ik kan geen uitje doen naar een museum of naar een natuurgebied omdat ik nog niet met het OV wil.
Maar het gekke is, dat in de bodem er toch ook een universeel thema is dat in deze coronatijd iedereen bezig houdt: wat zal de toekomst brengen? Je kan deze niet controleren, niet vanzelf ontwerpen, we zijn afhankelijk van een virus dat ‘onder ons’ is. Zoals de personages van Gipi, zoekt iedereen naar bewoonbaarheid en voeding en ik doe dit nu vanuit mijn eigen tuin. En nu begint er een werkdag Nine to five, zoals in dat liedje van Dolly Parton. Voor mij geldt dat niet meer maar ik heb voor nu al dit blogje geschreven terwijl de duiven koeren en de mussen tjilpen: iets concreets gedaan ter bewoning van mijn wereld.