Vandaag komen er twee nieuwe graphic novels aan. Je weet het nooit, als iets niet op voorraad is of het is tweedehands: bij de laatste komt het soms meteen, zelfs al twee keer met eigen hand door mijn brievenbus geduwd, heel vroeg in de ochtend. Bij de andere is er een beloofde levertijd bij bol.com. die soms de hele periode duurt tot de uiterste datum. Het is verrassend hoeveel ze blijken te hebben, maar waar van de wereld ze het moeten halen, ik weet het niet. Als ik bij Bookdepository iets bestel, dan kan het soms meer dan een maand duren, maar uiteindelijk bereikt het wel jouw voordeur.
Dan maar even drie graphic novels hier noemen, die bij mij vallen onder de categorie: ’Amerikaanse Comics: nieuwsgierig geworden door thema en tekenwerk’. De eerste is East of West, The apocalyps: year one, van Jonathan Hickman, getekend door Nick Drogotta. Veel tekenaars beginnen hun carrière bij Marvel of DC en moeten zich dan voegen in de tekenstijl die er al is en hopen ooit onafhankelijk zelf een stijl en een wereld te kunnen ontwerpen. In dit boek is dat voor het eerst zo voor hem en hij is weer geïnspireerd door een manga-tekenaar, waar ik ook een boekje van heb aangeschaft.
De voorkant ziet er wat gewelddadig uit, een man met een revolver, en ja, het gaat ook over de verbeelde eindtijd van de wereld not the one we were supposed to have, but it is the one we made, is het motto. Er zit het thema van vier mannen ter paard in en witte figuren, zoals ze ook in de Bijbelse apocalyps, de openbaring van Johannes voorkomen. Ik ben deze gaan overlezen en toen ontstond er een aparte gewaarwording: het is een gekke en heftige tekst, maar de beelden daarbij waren tot nu toe middeleeuwse miniaturen en schilderijen en nu ineens kwamen daar sci-fi beelden bij.De aloude strijd tussen goed en kwaad en het boek eindigt met een robotachtig wezentje dat tussen de zonnebloemen naar de horizon loopt: We have to destroy this aweful, aweful place...and than build something better. Maar dat ga ik niet meemaken in jaar twee en drie, voorlopig tenminste, zolang er nog zoveel andere boeken zijn. Een sequel is toch ook vaak ingegeven omdat deel één een commercieel succes was.
CHEW is het tweede boek, puur om het originele gegeven aangeschaft: het gaat over Tony Chu, die een ‘cibopathic’ is: als hij iets eet dan ziet hij alle omstandigheden van het gegetene: bijvoorbeeld een banaan, van welke boom uit welk land, hoeveel pesticiden er in gebruikt, hoe het vervoerd is. Of van vlees: de verschrikkelijke omstandigheden van het levende dier... dit maakt hem tot een speciale onderzoeker bij misdaadzaken. Zelf eet hij dus zowat niks, dat is niet te doen, alleen bij bieten krijgt hij geen beelden.
De schrijver John Layman heeft met dit idee lopen leuren, het is ontstaan vanuit kritiek tegen de bio- en voedselindustrie, en toen hij dan eindelijk een uitgever vond waren beide behoudend of het zou aanslaan. Maar ook dit groeide uit tot een goedlopende serie en kreeg in 2010 een Eisner-Award voor beste nieuwe serie, dat is als een Oscar in de filmwereld. Informatief is ook de zoektocht naar de juiste tekenaar, want de sfeer moest niet te donker worden, er moest een lichte ironie in aanwezig blijven en dat is gelukt met de tekenaar Rob Guillory. Ook hier hou ik het bij ‘The Omnivore Edition Vol. 1’, waar hij op het eind zijn eerste date heeft met een culinair journaliste wier woorden zo krachtig zijn, dat mensen proeven wat ze schrijft. De ideale match voor Tony, want nu kan hij eindelijk eten proeven. En zij staat haar mannetje in de misdaad waar ze door Tony in getrokken wordt, door over weerzinwekkend eten te praten zodat de vijand kotsmisselijk wordt en moet overgeven. Ik vind het heel grappig verzonnen.
Tot slot Trillium geschreven en getekend door Jeff Lemire, uitgegeven bij Vertigo, ook een grote speler in het veld van de Amerikaanse comics. Voor schrijvers geldt hetzelfde als bij tekenaars: velen beginnen bij Marvel of DC en schrijven dan nieuwe verhaallijnen voor bestaande superhelden, maar willen het liefst met iets eigens komen. Jeff Lemire is dat gelukt met o.a.de serie Sweet Tooth, een hybride jongetje tussen mens en dier,een intrigerend gegeven, maar ik schafde maar eerst dit ‘stand-alone‘ verhaal aan, waar een jongen uit de eerste Wereldoorlog en een meisje uit het jaar 3797 die elkaar bij een Inca-ruïne ontmoeten en wier levens ook letterlijk met elkaar gemengd worden. Ook hier is het de mix van verbeelde tijden en de zoektocht naar menselijkheid, dat mij boeit.