Gisteren de eerste omtrekkende bewegingen gemaakt rondom mijn huisje. Allereerst de zon: die komt vroeg in de ochtend door het keukenraampje naar binnen en cirkelt dus rond, om in de avond achter te verdwijnen. Dus ik zit eerst op mijn bankje de cafetière in te wijden, de lucht wordt blauw en ik verplaats me naar op de grond, in de open terrasdeuren.
Dan ook maar één van de vier eetkamerstoelen, van donkerbruin leer, hoge leuning ‘koloniaal design’ heet het, geloof ik, naar buiten. Prettig is dat je je hoofd tegen de rugleuning kan leggen, dus dat is je aangenaam koesteren in de zon, steeds een beetje verplaatsend tot voor het schuurtje. Mmmm... met mijn blote voeten in het nieuwe gras, ik denk dat de eerste maaibeurt zo nodig is, toen ik kwam kijken was het gras net ingezaaid. Dat word handmatig knippen met een heggenschaar, die ik van thuis zal meenemen, een grasmaaier is wat overdreven.
De eerste keer boodschappen gaan doen: er zit een supermarkt op loopafstand. Het blijkt achterop een ‘erf’ te zijn, ervoor een restaurant met terrassen, niemand zit er, en erachter een groot vakantiepark met een hoge glijbaan. Ik kijk op een bijna aaneengesloten zee van golfplaten-achtige daken: daar staan de huisjes dus heel dicht tegen elkaar, zilvergrijs tussen de boomstammen. Ik zie op de kaart dat er nog twee van deze Veluwse vakantieparken zijn in de omgeving.
Dan zit ik dus veel beter. Het is het laatste recreatiepark voordat het bos begint en mijn huisje ligt werkelijk ideaal. Op de heenweg ging ik door het park heen, richting slagboom en het terrein blijkt aardig glooiend,met allerlei bochten, de huisjes en stacaravans in een soort van doodlopende ‘wijkjes’ gebouwd. De kortste weg voor mij is dus via de bosrand, met een klaphek toegankelijk, een openbaar wandelpad loopt er langs. Ik zie dat er een paar hele mooie grote vakantiewoningen aan de rand liggen, met grote terrassen en vijvers tegen de bosrand.
Boodschappen opruimen: de eerste kruiden in het simpele kruidenrekje dat er al hangt, brood en zoetigheden in het kastje boven het fornuis en de afzuigkap, spul in de koelkast... Tijd voor een kopje thee, deels binnen en buiten, afhankelijk van de bewolking en de enkele spat regen die valt. Ook het internet bestrijkt het hele tuintje, wel zo handig. En dat is natuurlijk zo heerlijk hier: heel laat op de middag toch nog zin in een wandeling, dus hup, de zandpaden op.
Ik heb een héél klein plukje bloeiende hei mee teruggenomen, denkend aan hoe de familie vroeger in het Park de Hoge Veluwe ook altijd hei mee terug nam en Moeder vol heimwee en met een zekere pathos dan ‘ Op de grote stille heide...dwaalt een herder eenzaam rond’ zong. Die uitgestrekte heide ga ik na het weekend opzoeken: ik lees net in de krant dat ze nu bij de Posbank boven Arnhem gaan patrouilleren, bang voor teveel mensen in deze coronatijd. Ik zag al bloeiende heide toen ik hierheen fietste en maandag zal deze vast ook nog wel bloeien.