maandag 31 augustus 2020

Wandelgebiedje, de winkels

Het loopt tegen 14 uur, ik heb de hele tijd buiten in de komende en gaande zon gezeten en nog geen mens gezien. ‘Zo hėérlijk rustig!' Wel heel veel vogeltjes die af en aan vliegen. De buren hebben uitgebreide voederhangers en -bakjes buiten en degene die het meeste van dit theater, vlak onder het baldakijn van hun buiten party-tent, compleet met gordijnen die je dicht kunt doen, geniet, ben ik. Die gordijnen aan weerszijden geven dat theatereffect, vanaf mijn terrasdeuren precies in het zicht. Er vliegen meerdere houtduiven, pimpelmezen, kleine vogeltjes die in de dennen wonen, ik hoor allerlei soorten vogelgeluiden, weer heel anders dan het luidruchtig getjilp van mijn mussenkolonie.

Die buren waren er in het weekend, een ouder grijzend  echtpaar met een dikbuikige oudere zoon, ze leken niet uit op een praatje, anders dan de buurvrouw die daar weer achter woont, pal aan de bosrand met Boeddha-beeldjes: Natasja heet ze en ze komt hier al tien jaar, ze wil niks anders meer, haar kinderen kamperen in het tuintje in een koepeltentje: ‘Als je iets nodig hebt, dan vraag het maar!’, zo eindigde ze het korte gesprekje, naar elkaar roepend. 

Op weg om te wandelen, kwam ik ene Jaap tegen met een hond, die ik al langs mijn huis door het straatje had zien lopen. ‘En, hoe vind je het hier?’ vroeg hij. Hij komt hier al vier jaar vanuit de Randstad, had eerst zijn caravan bij Kaatsheuvel staan en zijn vrouw hoort bij de risicogroep en heeft tot juni alleen in huis en tuin doorgebracht en toen je weer mocht reizen, zijn ze hierheen gegaan. Onlangs zag hij gewoon overdag twee marters, dat komt niet vaak voor en hij heeft hier een winter meegemaakt waar de buitenthermometer 15 graden onder nul aangaf, maar binnen in zijn caravan was het 35 graden: hij heeft extra dikke wanden, er woonden eerder asielzoekers in. Ja, hoor, die van jou wordt ook zó warm wist hij me te verzekeren, hij is hier binnen geweest en heeft gezien dat ze aan het schilderen waren. ‘Je moet het zelf ervaren, hoe je het hier vindt’, herhaalde hij. Zelf verveelde hij zich nooit, alleen wel jammer dat de nieuwe eigenaar sinds twee jaar, een ‘kamper’ nogal op het geld uit was. Toen ik hem om een voorbeeld vroeg, kon hij toch niet echt iets noemen.

Ik had op een kaart een pluk paarse hei gezien midden in het bos en ging daar naar op zoek. Gevonden: een gebiedje met veel op-en-neer, waar het groen van dennenbomen en bosbesstruiken, als ik het goed gezien heb, de overhand dreigt te krijgen. Het was mistig, er hing een geheimzinnige sfeer en het was er doodstil, op die paar mensen na, die keuvelend rondstruinden. Ik schat in, dat dit een favoriet gebiedje wordt, waar ik vaak naar toe zal gaan wandelen.

Jaap gaf me ook info over de supermarkten. Fijn toch, dat er eentje zo vlakbij zit? Wel iets duurder, naar we  waren het eens dat je dan ook voor de service betaalt, dat al die goederen zoals vers brood hierheen gebracht worden. Het is van Spar, evenals die in Hoenderloo zelf. Dan zijn er meerdere Lidls en een Aldi, vlak bij elkaar in Apeldoorn en een Dirk van den Broek, maar die ken je niet, zo? Ik beaamde het, die heb je niet rond Nijmegen. Hij ging ook weleens naar Kranenburg en hij was erg te spreken over Appie in Beekbergen, een heel sympathieke eigenaar en heel vriendelijk personeel. En zo weet ik weer iets meer over mijn nieuwe leefomgeving.